Het aandeel van Cameco stond in meer dan elf jaar niet meer zo laag. Het staat vast dat het evenwicht op de wereldwijde uraniummarkt de komende jaren zal overhellen naar een deficit.

Het blijft wachten op een herstel van de uraniumprijs. Op korte termijn is er nog een overaanbod, omdat de meeste uitbaters van kerncentrales over een voldoende hoge voorraad kernbrandstof beschikken. Toch zal de balans aan het einde van dit decennium overslaan van een overschot naar een deficit als gevolg van een hogere vraag en een krimpend aanbod.

Het Canadese Cameco staat in voor 16% van de wereldwijde uranium-mijnproductie, met activa in de Verenigde Staten, Canada en Kazachstan. Cameco rapporteerde over het derde kwartaal een omzet van 649 miljoen Canadese dollar (CAD), 11% meer dan in dezelfde periode een jaar eerder. Die omzetstijging is uitsluitend te danken aan hogere inkomsten bij het dochterbedrijf NUKEM, dat uranium verhandelt. De inkomsten uit de verkoop van uranium daalden met 13%. De afname van de verkoopvolumes met 23% werd gedeeltelijk goedgemaakt door een stijging van de verkoopprijs uitgedrukt in CAD. De CAD verloor flink wat waarde tegenover de Amerikaanse dollar (USD), de munt waarin de uraniumprijs wordt verhandeld.

De gerealiseerde prijs per pond uranium op de zogenoemde spotmarket bleef op kwartaalbasis zo goed als ongewijzigd op 36,38 USD. De prijs uit langetermijncontracten daalde licht naar 44 USD. Cameco heeft nog langetermijnverkoopcontracten lopen tot in 2018. De aangepaste nettowinst lag met 78 miljoen CAD wel flink onder de verwachte 120 miljoen CAD. De cijfers van de World Nuclear Association (WNA) wijzen in die richting met 64 nieuwe reactoren in aanbouw. China, Rusland en India lopen daarbij voorop, terwijl ook in Japan al twee kerncentrales opnieuw werden opgestart.

Goed nieuws was er ook van Cigar Lake, de op een na grootste onontwikkelde uraniummijn met bewezen reserves van 234,9 miljoen pond. Het kostte Cameco bijna tien jaar om de ondergelopen mijn weer operationeel te krijgen. Cigar Lake moet tegen 2018 jaarlijks 18 miljoen pond uranium opleveren. Onder meer dankzij de bijdrage van Cigar Lake stegen de verkoopvolumes in het derde kwartaal op jaarbasis met 52%. Ook de output bij McArthur River/Key Lake, Rabbit Lake en Inkaï nam toe.

Het bedrijf is ook verwikkeld in een aanslepend belastinggeschil met de Canadese Revenue Agency (CRA). Het dispuut gaat over een Zwitsers dochterbedrijf van Cameco. Dat sloot een overeenkomst met het moederbedrijf over de verkoop van uranium tegen een gunstige prijs. Volgens de CRA werd deze transfer pricing-constructie enkel opgezet om minder belastingen te betalen. De ontginning en de marketing vinden plaats in Canada en niet in Zwitserland. Cameco zelf beschouwt de constructie wel als legaal en wijst erop dat in de overeenkomst tussen dochterbedrijf en moederbedrijf marktconforme tarieven werden afgesproken. De uitkomst is nog onzeker, maar de kans is groot dat tussen beide partijen een minnelijke schikking wordt bereikt. Tot het zover is, blijft het dossier wel op het Cameco-aandeel wegen.

Conclusie

Het aandeel van Cameco stond in meer dan elf jaar niet meer zo laag. Het staat vast dat het evenwicht op de wereldwijde uraniummarkt de komende jaren zal overhellen naar een deficit. Alleen is het afwachten tot de uraniumprijs en de koersen van de gerelateerde aandelen daarop gaan anticiperen. Maar het wachten zal worden beloond.

Advies: koopwaardig

Risico: hoog

Rating: 1C

Partner Content