Na een moeilijk jaar 2013 staat dit jaar in het teken van een groeiherstel bij Danone.

De Franse voedingsgigant Danone wordt al decennia geleid door de familie Riboud (gesticht door vader Antoine en nu geleid door zoon Franck) en groeide uit tot de nummer drie in Europa, na Nestlé en Unilever. De jongste jaren sputtert de groeimotor bij Danone. Nochtans zijn de Fransen goed vertegenwoordigd in veel groeisegmenten van de Europese voedingsmarkt die een link hebben met de tendens tot een gezondere en evenwichtigere voeding en levensstijl. Danone is wereldmarktleider in verse zuivelwaren (met succesverhaal Activia), de nummer twee in babyvoeding en de nummer één in gezondheidsbevorderende voedingswaren (Actimel, Danacol, Fortisip). Danone is verder de wereldwijde nummer twee in water, met 15% wereldmarktaandeel, en bezit twee van de topvijfwereldmerken (Evian en Volvic).

Danone onderzoekt de verkoop van de afdeling gezondheidsbevorderende voedingswaren. Volgens de Franse beurskrant Les Echos kan die verkoop 3 miljard EUR opbrengen en hebben zich al vier kandidaat-kopers gemeld, waaronder Nestlé. Vorig jaar was een teleurstellend jaar. De omzet bedroeg 21,3 miljard EUR, waardoor de omzettoename beperkt bleef tot 2,1% (wel +4,8% als we met constante wisselkoersen rekenen en de vergelijkbare omzet nemen).

Er is daarvoor wel één grote, verzachtende omstandigheid: het Fonterra-incident. Die Nieuw-Zeelandse toeleverancier van Danone meldde op 2 augustus 2013 dat er mogelijk een bacteriële infectie zat in een ingrediënt van de babyvoeding. Daardoor moest Danone in acht Aziatische landen de volledige voorraad van enkele babyvoedingsproducten uit de rekken halen. Op 29 augustus kwam het bevrijdende nieuws dat er toch niets aan de hand was. Maar er werd 370 miljoen EUR omzet gemist, met een kostimpact van 306 miljoen EUR, waarvan 201 miljoen EUR eenmalige kosten.

Door het Fonterra-incident zakte de omzet in de babyvoeding met 8,6% in de periode juli-september en was er ook in het vierde trimester nog een afname van 6,9% ten opzichte van 17,1% groei in het eerste en 13,5% omzettoename in het tweede kwartaal. Op jaarbasis zakte de vergelijkbaar omzetgroei van 11,6% in 2012 naar 3,6% vorig jaar. Daarnaast is er de zwakte van de West-Europese yoghurtmarkt. Beide elementen verklaren de druk op de operationele marge (ebit). Die is het afgelopen jaar gedaald met 99 basispunten (0,99%) van 14,18 naar 13,19%, waardoor de nettowinst per aandeel 7,9% lager (-2,2% vergelijkbare omzet en constante wisselkoersen) ging, tot 2,78 EUR. Het dividend bleef ongewijzigd op 1,45 EUR per aandeel.

In het eerste kwartaal werd de omzetontwikkeling vooral beïnvloed door de sterke euro met een negatieve impact van 8,9%. De omzet daalde zo met 5,2% (van 5,34 naar 5,06 miljard EUR). Tegen constante wisselkoersen was er sprake van een toename met 2,2%. Het Fonterra-incident is duidelijk nog niet volledig verteerd (omzetdaling van 7,7% in babyvoeding).

Conclusie

Na een moeilijk jaar 2013 staat dit jaar in het teken van een groeiherstel. Maar het herstel verloopt moeizaam. Op basis van 20 keer de verwachte winst 2014 en een verhouding tussen de ondernemingswaarde(ev) en de bedrijfskasstroom (ebitda) van 12 wordt de waardering weer pittig. Een adviesverlaging dringt zich op. De verhoopte verkoop van de divisie gezondheidsbevorderende voedingswaren deed de koers al opveren.

Advies: houden

Risico: laag

Rating: 2A

Partner Content