K+S had dit jaar historisch hoge premies op de verkoop van kaliumsulfaat door de gedwongen lagere productie bij Tessenderlo Group.

Het Duitse bedrijf K+S is actief in ‘kali’ (kaliumhoudende meststoffen, potash) en is wereldleider in ‘Salz’ (zoutactiviteiten). De potashmarkt daverde vorig jaar op haar grondvesten, nadat Uralkali het exportkartel Belarusian Potash Co (BPC) had opgeblazen. De prijzen daalden van 400 USD naar 300 USD per ton, maar stijgen de jongste maanden opnieuw licht. Bovendien besliste Uralkali in juni om de productie voor 2014 met 8% te verlagen, van 12 naar 11 miljoen ton. Een herstel van het BPC is evenwel nog niet aan de orde. Met een wereldwijde productiecapacteit van 77 miljoen ton, een verwachte vraag van 58 miljoen ton en fors lagere prijzen voor de meeste landbouwgewassen lijkt het opwaartse prijspotentieel veeleer beperkt.

Gezien de enorme uitdagingen voor de voedselproductie op langere termijn – een noodzakelijke toename met 70% tegen 2050 – blijven de vooruitzichten voor de sector positief. K+S reageerde op het uiteenspatten van het BPC met een besparingsprogramma van 500 miljoen EUR jaarlijks tegen 2016 (150 miljoen EUR in 2014) en een forse knip in het dividend, van 1,4 EUR naar 0,25 EUR bruto per aandeel. K+S hield wel vast aan de bouw van een nieuwe potashmijn in Canada (Legacy), met een kostenplaatje van 4 miljard USD en eerste verwachte productie in 2016.

K+S boekte in de eerste jaarhelft een omzet van 1,97 miljard EUR (-8,4%). De zoutafdeling deed het goed en realiseerde een omzet van 928 miljoen EUR (+3,2%). Door de extreem harde winter in Noord-Amerika steeg de vraag naar strooizout met 25% (31% van het totale verkochte volume). Die meevaller bewijst het nut van de geografische spreiding, gezien de zeer zachte winter in Europa. Voor het komende seizoen rekent K+S op hogere prijzen in de Verenigde Staten, weliswaar tegenover historisch lage prijzen. De daling van de groepsomzet was dus te wijten aan de potashafdeling, die de omzet met 17,5% zag dalen, tot 969 miljoen EUR. Het volume daalde met 3,8%, tot 3,66 miljoen ton.

De gemiddelde verkoopprijs bedroeg 265 EUR per ton – of 261 EUR per ton in het eerste en 268 EUR per ton in het tweede kwartaal – tegenover 309 EUR per ton vorig jaar (-14,2%). Het bedrijfsresultaat (ebit) zakte naar 376,9 miljoen EUR (-14,4%): 293,6 miljoen EUR voor potash (-24,9%; inclusief eenmalige verzekeringspremie van 30 miljoen EUR) en 90,8 miljoen EUR in de zoutafdeling (+52,3%). De nettowinst daalde met 24,8%, tot 222,6 miljoen EUR of 1,16 EUR per aandeel (1,55 EUR per aandeel vorig jaar).

K+S had dit jaar historisch hoge premies op de verkoop van kaliumsulfaat (een potash zonder chloride, geschikt voor fruit, groenten en aardappelen) door de gedwongen lagere productie bij Tessenderlo Group. Beide groepen samen controleren 85% van de Europese markt. De plannen van Tessenderlo voor de bouw van een nieuwe zoutzuurfabriek in Ham zal de productie van kaliumsulfaat door Tessenderlo vanaf het derde kwartaal van 2015 opnieuw doen toenemen.

Conclusie

Het aandeel van K+S daalde vrij fors op de aankondiging door Tessenderlo. We zouden de gevolgen echter niet overschatten en in het algemeen zijn de vooruitzichten voor K+S verbeterd. Na de daling noteert het aandeel aanvaardbaar, tegen 13 keer de verwachte winst 2014 en 1,2 keer de boekwaarde. Vandaar de adviesverhoging.

Advies: houden

Risico: gemiddeld

Rating:2B

Partner Content