Kinepolis

Ondanks een wat minder eerste semester 2016 blijft Kinepolis een kasmachine, een ‘geldfabriek’. Maar dat zit vertaald in de huidige waardering (23 keer de verwachte winst 2016 en 12,5 keer verwachte verhouding ev/rebitda 2016). Rooskleurig langetermijnverhaal wel intact.

De halfjaarcijfers van de veruit grootste Belgische bioscoopuitbater (hier twaalf complexen met 148 schermen; in Frankrijk tien complexen met 120 schermen; in Nederland vijftien complexen met 94 schermen; in Spanje vijf complexen met 91 schermen; in Luxemburg drie complexen met 22 schermen, in Polen één complex met achttien schermen; exploitatie door ITIT en in Zwitserland één complex met acht schermen) tonen niet het vertrouwde beeld. Traditioneel stijgen omzet en winst sterker dan de bezoekersaantallen. We zien nu eerder het beeld van 2014. Toen was er de overname van de Wolff-bioscopen (negen complexen), waarvan de rendabiliteit een pak lager lag dan het Kinepolis-gemiddelde. Al is daaraan intussen al een mouw gepast. Deze keer drukt de acquisitie van Utopolis Group (eveneens negen complexen) tijdelijk op de winstgevendheid. Want er zijn eerst de lasten (investeringen) en dan pas de lusten (winsten). De expansie doet wel het aantal bezoekers met 14,6% klimmen, tot 11,2 miljoen in de eerste jaarhelft. De topper van het eerste semester was ‘The Revenant’ met bijna 600.000 bezoekers. De omzettoename bleef met 13,9%, tot 148,3 miljoen EUR, dus iets onder de hogere bezoekersaantallen, al bleef de gemiddelde opbrengst per bezoeker in de bestaande Kinepolis-complexen verder toenemen. De recurrente (zonder eenmalige elementen) bedrijfkasstroom (rebitda) steeg met 10,4%, tot 39,6 miljoen EUR, of een gemiddelde rebitda-marge van 3,52 EUR per bezoeker, tegenover nog 3,66 EUR in de eerste zes maanden vorig jaar. Maar dat moet dus de eerstvolgende jaren worden rechtgetrokken. In de eerste jaarhelft waren er de overname van de uitbating van de bioscoop in het Franse Rouen, de opening van Kinepolis Dordrecht, de goedkeuring (minstens de complexen in Mechelen en Aarschot dienen verkocht te worden) van de overname van de Belgische Utopolis-bioscopen, het verkrijgen van de bouwvergunning voor een bioscoop in Fenouillet, in het noorden van Toulouse, de start van de bouwwerken voor een bioscoop in Brétigny (Ile-de-France), een nieuw bioscoopcomplex in Granada en de opening in augustus van Europa’s eerste, volledige laserbioscoop in het Nederlandse Breda. De recurrente (zonder eenmalige elementen) bedrijfswinst ging met slechts 1,6% vooruit, tot 25,1 miljoen EUR, wat overeenkomt met een rebit-marge van 16,9% (was 19,0% in eerste semester 2015). De winst per aandeel zakte met 11,1%, tot 0,48 EUR (was 0,52 EUR in eerste semester 2015) door onder meer (tijdelijk) hogere afschrijvingen en belastingen. De netto financiële schuld steeg tot 213,6 miljoen EUR (was 162 miljoen EUR eind 2015) of van 1,8 naar 2,3 keer rebitda. Dit mede omdat de overname van de vier bioscopen van Utopolis België daarin al verrekend zit en er daarvan de komende maanden minstens twee opnieuw verkocht worden. Normaliter zou de netto financiële schuld eind 2016 terug moeten afgenomen zijn tot onder 2 keer rebitda, een niveau dat ruimte laat voor verdere expansie.

Conclusie

Ondanks een wat minder eerste semester 2016 blijft Kinepolis een kasmachine, een ‘geldfabriek’. Maar dat zit vertaald in de huidige waardering (23 keer de verwachte winst 2016 en 12,5 keer verwachte verhouding ev/rebitda 2016). Rooskleurig langetermijnverhaal wel intact. Tussentijdse correcties kunnen voor gunstiger instapmoment zorgen.

Advies: houden

Risico: laag

Rating: 2A

Partner Content