PNE Wind

De markt schrok van de kapitaalverhoging van PNE Wind en stuurde de koers lager.

Het Duitse windenergiebedrijf PNE Wind Group maakte in 2013 door de overname van WKN de overstap van een kleine naar een middelgrote speler. Vanaf 1 augustus ging de door de nieuwe Duitse regering aangepaste wet voor hernieuwbare energie in Duitsland in voege. De goedgekeurde versie laat de windenergiesector toe de komende jaren een vooraanstaande rol te blijven spelen in het uitbreiden van het aandeel van hernieuwbare energie in de elektriciteitsproductie van Duitsland. Momenteel bedraagt dit aandeel ongeveer 25%, maar Duitsland wil het percentage opkrikken tot 40 à 45% in 2025 en zelfs tot 55 à 60% in 2035.

Nu de nieuwe wet is aangenomen, acht het management de tijd rijp voor een volgende stap. PNE wil actief worden als independent power producer (IPP). Een IPP koopt afgewerkte energieprojecten op van projectontwikkelaars zoals PNE, en keert met de opbrengst van de productie een stabiel dividend uit aan de aandeelhouders. In vergelijking met projectontwikkelaars kunnen IPP’s zich normaal goedkoper financieren, gezien het vrij voorspelbare karakter van de toekomstige inkomsten. PNE wil in een eerste fase een portfolio van 150 megawatt (MW) uitbouwen uit projecten van de eigen groep. In een latere fase, tegen eind 2016, sluit het management een volledige of gedeeltelijke verkoop van de IPP niet uit.

Het opstarten kost uiteraard geld en PNE begint meteen een vrij stevige kapitaalronde, met de uitgifte van 22,8 miljoen nieuwe aandelen. Per acht bestaande aandelen kunt u intekenen op drie nieuwe aandelen tegen 2,4 EUR per aandeel, een korting van 18% tegenover de koers op het moment van de aankondiging. De intekenperiode loopt van 15 tot 29 september. Daarnaast schrijft PNE tijdens dezelfde periode een converteerbare obligatie uit voor 25,6 miljoen EUR. De lening loopt tot 2019 en betaalt 3,75% interest. Per 23 aandelen kunt u intekenen op drie eenheden van de obligatie, tegen een kostprijs van 3,3 EUR per eenheid. Die 3,3 EUR is ook de uitoefenprijs voor de uitgifte van de nieuwe aandelen op de vervaldatum van de obligatie in 2019.

Na enkele rustigere jaren in projectinstallaties op het land (onshore) – jaarlijks gemiddeld 40 MW geïnstalleerd vermogen de voorbije 3 jaar – zet PNE momenteel projecten op met een totaal vermogen van 128 MW. In de eerste jaarhelft werden zes windparken afgewerkt (57,3 MW), waarmee de groep de magische grens van 2000 MW cumulatief geïnstalleerd vermogen overschreed. PNE verkocht dit jaar al projecten voor 82 MW. De groep is onshore actief in veertien landen, en ook buiten Duitsland boekt PNE gestaag vooruitgang. Daarnaast ontwikkelt PNE een offshoreprojectenportefeuille van in totaal 2720 MW. Vorig jaar breidde PNE de portefeuille opportunistisch uit met de overname van Atlantis I tot III van BARD Engineering. PNE boekte in de eerste jaarhelft 2,8 miljoen EUR bedrijfswinst (ebit) en bevestigde de prognose van 110 tot 130 miljoen EUR cumulatieve ebit voor de periode 2014 tot 2016.

Conclusie

De markt schrok van de kapitaalverhoging en stuurde de koers 12% lager. Het management bewees in het verleden waarde te kunnen creëren met de opbrengst van kapitaaluitgiftes. We vertrouwen erop dat dit opnieuw zal gebeuren en adviseren daarom om in te tekenen op beide uitgiftes.

Advies: koopwaardig

Risico: gemiddeld

Rating: 1B

Partner Content