Seadrill

De koers van Seadrill verloor 30% sinds zijn piek in september vorig jaar. Dat is een gelegenheid om het bedrijf nog eens voor het voetlicht te plaatsen.

Het Noorse bedrijf groeide onder de vleugels van hoofdaandeelhouder (24,5%) en miljardair John Frederiksen in tien jaar tijd uit tot een absolute wereldtopper. De Noren investeerden de jongste jaren fors in de uitbreiding van de vloot, waardoor het aantal installaties sinds eind 2009 steeg van 31 naar 49. Daarmee is de groei absoluut nog niet voorbij, want Seadrill heeft ook nog twintig platforms in aanbouw. Daarvan worden vier dit jaar opgeleverd, negen in 2015 en de rest in 2016.

Het bedrijf beschikt in vergelijking met de concurrenten over een jonge vloot van gemiddeld vijf jaar. Dat is een niet te onderschatten voordeel in de nasleep van de Macondo-ramp in de Golf van Mexico in 2010. Na de ramp werden de veiligheidsvoorschriften strenger. In ultradiepwaterinstallaties is Seadrill met 32 installaties – inclusief elf in aanbouw – het nummer twee, na Transocean. In hooggespecialiseerde jack-ups (installaties voor ondiepe wateren) is het met 32 installaties – inclusief negen in aanbouw – het nummer drie, na Ensco en Noble. Het bedrijft erkent dat de markt minder snel groeit dan verwacht en besliste voorlopig geen nieuwe platforms te bestellen. Wel is Seadrill ervan overtuigd dat het om een tijdelijk fenomeen gaat en dat de oliemajors vanaf 2015 en 2016 opnieuw meer moeten investeren om hun oliereserves op peil te houden. De langeretermijnperspectieven ogen dus nog altijd positief.

Seadrill heeft voor de bestaande installaties dit jaar vrij weinig contractzorgen: 96% van de ultradiepzeeplatforms (de belangrijkste groep) en 80% van de jack-ups zijn volledig gecontracteerd. Voor 2015 bedragen die percentages respectievelijk 66 en 57%. Die percentages liggen hoger dan bij de meeste concurrenten. Voor de meeste installaties in aanbouw heeft Seadrill nog geen contract. Dat is een aandachtspunt, zeker gezien de flink opgelopen nettoschuldpositie, die sinds 2009 ruim is verdubbeld.

Als extra financieringsvehikels richtte het bedrijf in 2011 North Atlantic Drilling op en in 2012 Seadrill Partners. North Atlantic is eigenaar van de negen installaties van Seadrill, bestemd voor het noordpoolgebied. Seadrill heeft nog 70% van de aandelen in handen. Seadrill Partners is een fiscaal geïnspireerde master limited partnership (MLP), die intussen acht installaties van Seadrill verwierf en waarin Seadrill na een recente kapitaalverhoging nog 62,4% van de aandelen aanhoudt. Op die manier verzamelt Seadrill extra centen om de indrukwekkende groei, maar ook het fors gestegen dividend te financieren.

In 2009 betaalde Seadrill 1,05 USD per aandeel brutodividend, maar in 2013 bedroeg dat al 3,72 USD per aandeel, meer zelfs dan de nettowinst van 3,55 USD per aandeel. In 2014 zal het brutodividend (voorlopig voor het laatst) stijgen naar 3,92 USD per aandeel, of 11% bruto.

Conclusie

Seadrill noteert met 10 keer de verwachte winst 2014 en ruim 9 keer de verhouding ondernemingswaarde tegenover de verwachte bedrijfskasstroom (ebitda) 2014, minstens 25% duurder dan het sectorgemiddelde. Gezien het hogere groeiprofiel en het dividend vinden we dit verantwoord. We verhogen het advies.

Advies: koopwaardig

Risico: laag

Rating: 1A

Partner Content