Het aandeel van de palmoliewaarde Sipef is al enkele jaren achtergebleven door de daling van de palmolieprijs sinds de piek begin 2011.

We schoven in onze top vijf voor de tweede jaarhelft de palmoliewaarde Sipef naar voren als achtergebleven aandeel waarvan we een comeback verwachten. Het aandeel is al enkele jaren achtergebleven door de dalende evolutie van de palmolieprijs sinds de piek begin 2011 omtrent 1300 USD per ton. De daling versnelde vorig najaar – afgerond van 900 USD naar 600 USD per ton – door de enorme daling van de olieprijs, die nefast was voor de vraag naar palmolie vanuit de biodieselindustrie. Palmolie is goed voor een derde van de biodieselmarkt, onderverdeeld in een gemandateerd gedeelte – door de overheid verplichte bijmenging – en een vrijwillig gedeelte. Dat laatste viel het voorbije jaar volledig weg, doordat bijmenging financieel niet langer aantrekkelijk was door de olieprijsdaling. Daarnaast waren er het voorbije jaar recordoogsten, bij palmolie zelf, maar ook bij soja, raapzaad en zonnebloem, de voornaamste concurrerende gewassen voor plantaardige oliën.

Het gevolg was een te beperkt prijsverschil met soja – de voorbije twaalf maanden tussen 50 en 100 USD per ton, onlangs wel opgelopen tot 130 USD per ton – die de vraag naar palmolie vanuit de voedingsindustrie afremde. Sinds begin 2015 schommelt de palmolieprijs tussen 600 en 650 USD per ton. We denken dat dit niveau alle negatieve elementen verrekent, en zien vanaf dat niveau in Sipef een comebackkandidaat.

Op lange termijn is er het structurele groeiverhaal door de verwachte demografische evolutie in, vooral, Azië en Afrika, gekoppeld aan de stijgende levensstandaard, met bijbehorende veranderende levensgewoonten. De negatieve stemming in Europa rond palmolie wordt steeds minder relevant, aangezien Europa nog instaat voor 12% van de wereldvraag, tegenover nog 15% enkele jaren geleden. Op kortere termijn is het uitkijken naar weerfenomeen El Nino, in het verleden verantwoordelijk voor een gemiddeld 5% lagere palmolieproductie (door droogte en kouder weer in Azië), maar wel ruimschoots gecompenseerd door 10%-hogere palmolieprijzen. Daarnaast staan in de Verenigde Staten en Duitsland wijzigingen in de biodieselmandaten in de steigers, die de vraag naar palmolie vanuit die hoek kunnen aanwakkeren.

Sipef blijft intussen de vrije kasmiddelen, dus zonder het opbouwen van structurele schulden, benutten om het areaal verder uit te breiden. Eind 2014 bedroeg de beplante oppervlakte 55.693 hectares (ha), waarvan 10.711 ha niet matuur. Dit jaar komen er 2000 ha bij, en tegen 2022 moet het groepsareaal naar 75.000 ha klimmen, dankzij verdere groei in Zuid-Sumatra, Indonesië (Musi Rawas; maximaal 25.000 ha, eind mei 1900 ha beplant), en 3000 ha aanplantingen in Papoea-Nieuw-Guinea (PNG). Sipef zet ook in op duurzame en volledig traceerbare palmolie (intussen 90% van de productie), waarvoor het een premie krijgt. Het bedrijf blijft geloven in de toekomst van rubber, maar besliste wel om de verouderde plantages in PNG (Galley Reach) te verkopen.

De bananenactiviteiten in Ivoorkust daarentegen zullen de komende jaren uitbreiden van 520 naar 950 ha. De bananenactiviteit levert een stabiele bijdrage aan het resultaat. Na vijf maanden verkocht Sipef 51% van de verwachte productie tegen 750 USD per ton, tegenover 68% tegen 987 USD per ton eind mei 2014. Aangezien Sipef vasthoudt aan een payout-ratio van 30% ligt een fors lager brutodividend (-30 tot -40%) in 2016 in de lijn der verwachtingen (1,25 EUR in 2015).

We nemen Sipef op in de Inside Selectie op basis van een aantrekkelijke waardering (0,85 keer de boekwaarde en nauwelijks 11.000 USD per mature hectare), de positieve langetermijnvooruitzichten en het mogelijke El Nino-effect in de tweede jaarhelft. In de buurt van het vijfjarendieptepunt is het neerwaartse risico beperkt.

Partner Content