Technip

Tegen 2017 wil Technip voor 830 miljoen EUR structureel kosten besparen. Nochtans is het een toonaangevende oliedienstenspeler met belangrijke troefkaarten.

Technip haalde eind vorig jaar nog de hoofdlijnen van het financiële nieuws met een bod van 1,47 miljard EUR op sectorgenoot CGG. Een bod dat werd afgewezen en later weer werd ingetrokken door Technip. Het was een reactie op het bod van Halliburton op Baker Hughes. Technip wilde duidelijk uitgroeien tot de Europese consolidator in de sector. Begin juli zat Technip weer even vooraan het financiële nieuws, maar dan om een minder fraaie reden. De koers kreeg een dreun na de aankondiging van een nieuw herstructureringsplan, waarmee de groep zich schrap zette voor een langdurige mindere periode voor de oliedienstenindustrie. Maar liefst 6000 banen werden geschrapt (16% van personeel) en herstructureringskosten van 650 miljoen EUR werd ten laste genomen. Tegen 2017 wil de groep voor 830 miljoen EUR structureel kosten besparen.

Technip is nochtans een toonaangevende speler met belangrijke troefkaarten. Een eerste troefkaart is het brede activiteitenterrein. Technip heeft vooreerst een Offshore/Onshore-afdeling, waar het eerste gaat om de installatie van boorplatforms op zee en het tweede hoofdzakelijk op LNG en schaliegas. Maar daarnaast is er ook de afdeling Subsea, die slaat op flexibele pijpleidingen. Bijna alle nationale en internationale olie- en gasreuzen behoren tot het klantenbestand van het Franse oliedienstenbedrijf (waaronder Exxon Mobil, Total, BP en Petrobras). Een tweede troefkaart is de wereldwijde aanwezigheid. Technip is actief op alle continenten en dit al decennialang.

De resultaten voor het eerste kwartaal waren bovendien nog erg solide en leverden dan ook een positieve koersreactie op. De groepsomzet bedroeg 2,9 miljard EUR (1,6 miljard Offshore/Onshore en 1,3 miljard Subsea), een toename met 17% tegenover de eerste drie maanden van 2014. De aangepaste bedrijfswinst (ebit) herstelde spectaculair met 34% (van 141 naar 189 miljoen EUR) of een toename van de ebit-marge van 5,7 naar 6,5% op groepsniveau met slechts 1,5% voor Offshore/Onshore en 12,8% voor Subsea. Geruststellend is dat het orderboek op recordhoogte blijft met 21 miljard EUR (+1,5 miljard EUR in de eerste drie maanden).

Dat stevige orderboek liet de oliedienstengroep nog toe het dividend voor het boekjaar 2014 met 8% op te krikken, tot 2 EUR bruto per aandeel. Naar aanleiding van het herstructureringsplan werden de omzetverwachtingen voor 2015 voor beide afdelingen onveranderd gelaten, zijnde voor subsea een omzet tussen 5,2 en 5,5 miljard EUR en voor Offshore/Onshore circa 6 miljard EUR. Maar het margeverschil blijft groot: 15 à 16% ebit-marge voor Subsea en slechts een marge tussen 3 en 4% voor Offshore/Onshore. Tegen 11 keer de verwachte winst voor 2015 en minder dan 4 keer de verhouding tussen de ondernemingswaarde (ev) en de bedrijfskasstroom (ebitda) is het aandeel goedkoop, vooral gezien de blijvend goede marges in Subsea. Voor Offshore/Onshore blijft het wel werken onder erg moeilijke marktomstandigheden.

Conclusie

We beschouwen Technip als superieure kwaliteit binnen de oliedienstensector. Vandaar dat we het aandeel in de Inside Selectie behouden, waarmee we aangeven dat we er een ernstige kandidaat voor de voorbeeldportefeuille in blijven zien. Al is het duidelijk dat de beleggingshorizon best enkele jaren is.

Advies: koopwaardig

Risico: gemiddeld

Rating: 1B

Partner Content