Transocean

Icahn wint, Icahn verliest

52,03 USD – 1B

Het management van Transocean (ticker RIG) verraste aan het begin van het jaar de beleggersgemeenschap door eensklaps de donkerste bladzijde uit de geschiedenis van het oliedienstenbedrijf achter zich te laten. Ruim 2,5 jaar geleden was Transocean als eigenaar van het boorplatform Deepwater Horizon immers betrokken bij de grootste offshore-olieramp uit de geschiedenis, en dat aan de Macondo-bron in de Golf van Mexico, uitgebaat door oliemajor BP. De wereldmarktleider in de verhuur van boorplatforms heeft nu beslist om schuldig te pleiten voor 1 overtreding van de Clean Water Act en 1 miljard USD + interesten te zullen betalen aan claims in de burgerlijke rechtszaken en daarbovenop nog eens een boete van 400 miljoen USD. Aan het willen omslaan van de bladzijde hangt dus nog een prijskaartje van minstens 1,4 miljard USD. De markt reageerde positief, met ruim 10% koerswinst op enkele dagen. Maar dat neemt nog steeds niet weg dat het aandeel een zware achterblijver is. Niet alleen ten aanzien van de beursindexen, maar ook ten aanzien van de sectorgenoten. En dat was beroemde/beruchte investeerder Carl Icahn niet ontgaan. Hij is de specialist van investeringen in achtergebleven aandelen en probeert daar het management aan te zetten tot veranderingen om de koers weer furore te laten maken. Met 5,6% van de aandelen is Icahn de belangrijkste individuele aandeelhouder. Bij Transocean gaat de strijd vooral over het hervatten van het dividend en meer nog de hoogte ervan. Recentelijk, op de jaarvergadering, haalde het voorstel van de bedrijfsleiding om weer aan te knopen met de dividenduitkering en het vast te leggen op een jaaruitkering van 800 miljoen USD of 2,24 USD per aandeel (56 cent per kwartaal) een meerderheid. Een nederlaag voor Icahn, want hij had niet minder dan 4 USD per aandeel geëist. Anderzijds werd de voorzitter van de raad van bestuur, Michael Talbert, niet herverkozen zodat hij ontslag nam. Samuel Merksamer uit de Icahn-stal verwierf dan wel een zitje in de raad van bestuur. Hier trok Icahn aan het langste eind. De hele dividenddiscussie leidt ook de aandacht af van de resultaatsontwikkeling. Daar ligt het ergste toch wel duidelijk achter de rug. In het tweede kwartaal van 2011 lag de gemiddelde bezettingsgraad van de vloot op nog amper 55%. Intussen is die hersteld tot 80% in het eerste trimester van ’13 (79% in het vierde kwartaal van vorig jaar en 74% een jaar geleden). Maar dat is al het derde kwartaal op rij rond die 80%. Na een herstel in de loop van 2011 trad in de loop van 2012 toch ook een stabilisatie in. Want de omzet van 2,20 miljard USD voor de eerste 3 maanden van het jaar ligt onder het cijfer van het jaar voordien (was 2,24 miljard USD). De andere kwartalen vorig jaar zagen we de volgende omzetcijfers verschijnen: 2,35, 2,44 en 2,33 miljard USD. De evolutie van de prijzen in het eerste kwartaal waren teleurstellend: van 358.100 USD voor het eerste trimester ’12 naar 361.200 USD (+0,9%), maar wel een stuk onder het gemiddelde tarief van 382.000 USD in het vierde trimester van vorig jaar. Al die prijzen en bezettingsgraden leverden een nettowinst op van 321 miljoen USD of 0,88 USD per aandeel, een stuk onder de gemiddelde analistenverwachting van 1 USD per aandeel.

De voorbije jaren waren duidelijk ‘verloren’ jaren. Het aandeel is dan ook een zware achterblijver, niet alleen ten aanzien van de markt, maar ook ten aanzien van de sectorgenoten. De dividendhervatting is een goede zaak om het vertrouwen van de beleggers ter herwinnen, maar een verdere resultaatsverbetering zal daartoe nog meer bijdragen. En de kansen op een verdere inhaalbeweging doen toenemen. Met een gemiddelde winstverwachting van afgerond 4,50 USD voor 2013 en 5,50 USD voor 2014 is het aandeel aan de huidige koers absoluut niet duur. We handhaven dan ook het advies ‘koopwaardig’ (rating 1B) en het aandeel blijft in de ‘Inside Selectie’.

Koopwaardig

Partner Content