ArcelorMittal en RWE

Wat moeten we denken van de recente koersevolutie van ArcelorMittal? Is het nu een goed koopmoment?

We moeten toegeven dat ons geduld met ‘s werelds grootste staalproducent wel heel erg op de proef wordt gesteld. De koersevolutie van ArcelorMittal is een frappante weergave van de magere jaren van de wereldeconomie. Ondanks beter dan verwachte cijfers over het eerste halfjaar en de herbevestiging van de jaarverwachtingen van een bedrijfskasstroom (ebitda) tussen 6 en 7 miljard USD zakt het aandeel steeds verder weg.

Er zijn boosdoeners genoeg, maar centraal staat toch vooral de toenemende twijfel over de Chinese economie, met de bijbehorende impact op de vraag naar staal van de grootste staalmarkt ter wereld. Het staalverbruik in China daalde in de eerste jaarhelft alvast met 3,7% en is op weg naar een eerste daling op jaarbasis sinds 1995. Daartegenover staat de Chinese staalproductie die, hoewel licht dalend, historisch hoog blijft. De export van Chinees staal steeg hierdoor in de eerste jaarhelft met 28%, en stevent af op een nieuw jaarrecord van 105 miljoen ton, te vergelijken met 93,2 miljoen ton productie door ArcelorMittal in 2014.

Daarnaast is er de aanhoudend lage ijzerertsprijs, hoewel die de voorbije maanden is weggekomen van het meerjarendieptepunt van in april (50,4 USD per ton, momenteel 58,7 USD per ton). De expansieplannen van de grootste producenten – BHP Billiton (lees ook p. 10), Rio Tinto en Vale – werden wat ingeperkt, maar het einde van de overcapaciteit is nog niet in zicht, wat het opwaartse potentieel van ijzererts op korte termijn beperkt.

Intussen is de analistenconsensus voor de verwachte ebitda 2015 gedaald naar 5,86 miljard USD (was 5,94 miljard USD begin augustus). We kijken uit naar het rapport over het derde kwartaal op 6 november, maar het is duidelijk dat de markt al volop rekening houdt met een verlaging van de verwachtingen. De forse daling werd deze week nog uitgediept door het milieuschandaal bij autoproducent Volkswagen en vooral door een winstwaarschuwing van de Finse sectorgenoot Outokumpu.

Daardoor zakte het aandeel tot het laagste niveau sinds 2003, met een uitermate lage waardering van 0,28 keer de boekwaarde en 4,7 keer de verhouding tussen ondernemingswaarde (ev) en de verwachte ebitda voor 2015 (op basis van de verlaagde marktconsensus van 5,86 miljard USD). Nu in paniek verkopen is dan ook totaal nutteloos. Voor actievere, risicobewuste beleggers is dit een koopkans (rating 1C).

Kunnen jullie nog eens een update geven over het Duitse RWE? Het aandeel blijft maar dalen!

RWE is het grootste nutsbedrijf van Duitsland, met daarnaast activiteiten in het Verenigd Koninkrijk, in Nederland en België (via Essent), en in Centraal- en Zuidoost-Europa. Het aandeel bereikte een koerspiek van 100,55 EUR eind 2007, maar zit sindsdien in een dalend patroon. Die daling versterkte in 2011, toen de Duitse regering, na de kernramp in Fukushima, besliste om alle 17 Duitse kerncentrales tegen 2022 te sluiten. Het vooruitzicht op forse investeringen in nieuwe energiebronnen en een forse daling van het dividend lokte de beleggers massaal naar de uitgang. Terecht, zo bleek, want tegenover een brutodividend per aandeel van 4,5 EUR in 2009, zakte de uitkering in 2015 naar 1 EUR.

Eind 2014 lanceerde RWE bovendien een nieuwe dividendpolitiek die, naast de recurrente nettowinst (traditionele uitkering van 40% tot 50%), rekening zal houden met de bedrijfskasstroom (ebitda) en de (hoge) nettoschuldpositie. Dat zet de poort open voor een verdere daling van het dividend (0,8 EUR verwacht in 2016).

Sinds begin augustus daalde het aandeel van 19 EUR naar een historisch dieptepunt van 9,87 EUR. Het bedrijf rapporteerde slechter dan verwachte halfjaarresultaten. De bedrijfswinst (ebit) daalde met 10,6%, tot 2,03 miljard EUR, onder invloed van blijvende margedruk in het productiesegment (ebit 276 miljoen EUR; -53,5%) en in het Verenigd Koninkrijk (53 miljoen EUR; -60,2%). Het toenemende belang van hernieuwbare energie (233 miljoen EUR; +187%, tot 11,5% aandeel) kan de daling in de klassieke activiteiten onvoldoende compenseren. Een nieuwe aderlating volgde toen bondskanselier Angela Merkel duidelijk maakte dat de sector alle opruimkosten gerelateerd aan de sluiting van de kerncentrales op zich zal moeten nemen. Hoewel RWE hiervoor al 10,4 miljard EUR opzijzette, kunnen de uiteindelijke kosten dubbel zo hoog oplopen. Geen prettig vooruitzicht, gezien de nettoschuldpositie van 25,6 miljard EUR (4,4 keer de verwachte ebitda 2016).

RWE verkoopt regelmatig activa, maar sommige analisten gaan uit van de noodzaak voor 3 miljard EUR extra kapitaal. Ten slotte zorgde de verwijdering op 21 september, na 17 ononderbroken jaren, uit de Euro Stoxx50-index voor bijkomende verkoopdruk. Op korte termijn is het aandeel oververkocht, maar we zouden een herstelrally aangrijpen om eventuele bestaande posities af te bouwen.

Partner Content