Belangrijk resultatenseizoen

De grootste bedreiging voor Wall Street zijn teleurstellende bedrijfswinsten.

Kort nadat de particuliere Belgische belegger het trieste nieuws over de invoering van de speculatiebelasting te verwerken kreeg (lees Lezersvragen, p.10), is de grootste Belgische beurskapitalisatie, AB InBev, op weg naar een nieuwe, ultieme krachttoer. Het bereikte overeenstemming met de referentieaandeelhouders om tegen 44 pond (GBP) per aandeel SABMiller over te nemen. Megabrew is in de maak.

Intussen is Wall Street begonnen aan het Amerikaanse resultatenseizoen. Het is een meer dan gemiddeld belangrijk resultatenseizoen: een bedrijf kan maar best aan de marktverwachtingen voldoen. Al is dat voor de grotere Amerikaanse ondernemingen dit jaar wat minder vanzelfsprekend, gezien de sterke dollar (USD), die de voorbije twaalf maanden tegenover zowat alle belangrijke wereldmunten in waarde is gestegen. Vandaar ook dat in de loop van het jaar de winstverwachtingen opnieuw zijn getemperd.

Voor de bedrijven uit de Standard & Poor’s500-index wordt op 118,3 USD per aandeel winst gerekend, 4,5% meer dan de 113,3 USD per aandeel voor 2014. Een matige winstgroei, met andere woorden, omdat de multinationals meer dan hen lief is last hebben met de sterke dollar (USD). Het betekent dat de grote Amerikaanse waarden tegen gemiddeld 16,5 keer de verwachte winst voor het boekjaar worden verhandeld. Niet peperduur, maar ook verre van goedkoop, gezien de matige winstgroei. Dat de Amerikaanse indexen midden oktober nog altijd lager staan dan begin dit jaar, is logisch te verklaren door de verlaging van de winstverwachtingen.

Gevaarlijke groeiwaarden

Een paar weken geleden hebben we al aangegeven dat de indexen op Wall Street nog vooral werden gedragen door een aantal groeiwaarden, zoals Netflix en Amazon. De daling op de bredere markt van klassieke kwaliteitsaandelen is eigenlijk al groter. Precies die groeiaandelen zijn het kwetsbaarst voor een tegenvallende winst. De overstap van het etiket van stevige naar matige groeier kan de beurskoers tientallen procenten kosten. EVS en Fagron zijn twee voorbeelden op Euronext Brussel die perfect dat gevaar illustreren. Een – tijdelijk? – verlies van het groeistatuut bij analisten en beleggers kan op relatief korte termijn een koershalvering inhouden.

Terwijl iedereen in de loop van het jaar dacht dat de grootste bedreiging voor Wall Street, en bij uitbreiding voor de rest van de westerse beurzen, zou liggen in renteverhogingen, ligt volgens ons de komende tijd de knoop gebonden bij de bedrijfswinsten.

Dus als de haussemarkt sinds maart 2009 (intussen 79 maanden oud, tegenover een gemiddelde de afgelopen eeuw van 57 maanden) nog een verlengstuk wil krijgen, mogen de omzet- en de winstontwikkeling niet teleurstellen. Meevallende kwartaalresultaten betekenen wellicht dat we nog eens de top van 2130 punten van mei opzoeken, of zelfs nog een nieuwe top maken. Maar tegenvallende kwartaalcijfers zijn ook een mogelijkheid.

Partner Content