Beleggen met CFD’s

Een CFD of Contract for Difference (letterlijk: contract voor verschil) is een beleggingsproduct dat oorspronkelijk voor professionele investeerders werd ontwikkeld, maar de jongste jaren stilaan ook de particuliere markt verovert. In hun zoektocht naar hogere inkomsten bieden steeds meer brokers uit binnen- en buitenland die producten aan.

Een CFD is een hefboomproduct -net als een turbo, speeder of minifuture- maar toch zijn de verschilpunten talrijker dan de gelijkenissen. Bij een CFD gaat de koper een contract aan met de uitgever, bijvoorbeeld IG Markets, Keytrade Pro, RBS of Plus 500. Doel van het contract is het speculeren op een prijsstijging of prijsdaling van een onderliggende waarde. Tot zover is er geen verschil met de klassieke hefboomproducten. Een CFD heeft echter geen eigen beursnotering. Het gaat om een zogenoemd over-the-countermaatproduct (otc), waarbij de voorwaarden tussen de uitgever en de koper worden vastgelegd. De koper van de CFD bezit dus zelf de onderliggende waarde niet. Omdat het over een otc-product gaat, is de uitgever zelf ook de marktmaker die prijzen afficheert. Dat impliceert dat er ook een spread is tussen de prijzen waartegen u koopt en verkoopt. In principe moet bij de broker een speciale rekening worden geopend om in CFD’s te kunnen handelen. De marge of het gedeelte dat de CFD-koper zelf investeert, hangt af van de onderliggende waarde. Deze marge kan binnen bepaalde grenzen ook zelf worden bepaald. Meestal bedraagt de minimale marge bij indexen 5% (dus een hefboom van 20) en bij aandelen 10% (hefboom 10). De meeste brokers keren echter geen rentevergoeding uit op het bedrag dat op de margerekening wordt aangehouden. Beleggers lopen ook kredietrisico. Als de tegenpartij van het contract (de broker dus) in financiële problemen komt, bestaat de kans dat de belegger het ingezette geld geheel of gedeeltelijk verliest. CFD’s zijn geen liquiditeiten waardoor de depositogarantieregeling hier niet van toepassing is.

Een rekenvoorbeeld: u gaat een contract aan voor de aankoop van 1000 aandelen Belgacom tegen 20 EUR per stuk met een marge van 10%. U moet dus 2000 EUR marge storten op de CFD-rekening. Stel dat de koers met 10% stijgt, naar 22 EUR, dan bedraagt uw winst 2000 EUR op een inzet van 2000 EUR, een rendement van 100%. Stel echter dat het aandeel zakt naar 17 EUR, dan bedraagt het verlies 3000 EUR. De gestorte marge van 2000 EUR is dus niet meer voldoende en u zult 1000 EUR moeten bijstorten. Het potentieel verlies is dus hoger dan de inleg.

Mits oordeelkundig gebruik kunnen hefboomproducten uitstekend dienen om binnen een gediversifieerde portefeuille bepaalde risico’s af te dekken. CFD’s bieden daarnaast ook heel wat voordelen tegenover de klassieke hefboomproducten. Zo is het aantal onderliggende waarden veel groter en kan ook op veel meer (ook exotische) beurzen worden gehandeld. Het belangrijkste onderscheid is dat de handel in CFD’s niet afhankelijk is van de openingstijden van de beurs. Wie een klassiek hefboomproduct bezit, met Microsoft als onderliggende waarde, kan dat enkel tijdens de handelsuren van Euronext kopen en verkopen, terwijl de notering van het aandeel in de VS nog enkele uren doorloopt. Komt er tijdens of na beurstijd een voor het aandeel belangrijk nieuwsbericht, dan moet tot de volgende dag worden gewacht om daarop in te spelen. Met CFD’s stelt dit probleem zich niet.

Het belangrijkste voordeel van de continue handel komt vooral tot uiting bij CFD’s op grondstoffen en valutaparen. Het gaat hierbij niet alleen om inspelen op nieuwsfeiten, maar ook het leggen van koop- of verkooplimieten. Indien een bepaalde limiet niet gehaald wordt tijdens de handelsuren van Euronext, kan dit bijvoorbeeld wel gebeuren tijdens de lopende sessie in de VS (late namiddag en avond) of Azië (‘s nachts). Het feit dat een belegger met CFD’s meer kan verliezen dan zijn inleg is dan weer een nadeel tegenover de klassieke hefboomproducten. Toch zijn er tal van mogelijkheden om het verlies te beperken. CFD’s zijn een stuk flexibeler dan klassieke hefboomproducten. Zo kan de stoploss zelf worden bepaald en kan hij nadien ook worden aangepast. Met een variabele stoploss is de kans bovendien een stuk kleiner dat de prijs van een onderliggende waarde onder het stoplossniveau daalt om kort nadien terug te herstellen.

Vaak zijn de transactiekosten voor het verhandelen van CFD’s heel laag of zelfs onbestaande. Omdat er geen beursnotering is, hoeft ook geen beurstaks te worden betaald. Maar uiteraard zijn CFD’s niet helemaal kosteloos. Naast de vernoemde spread en het ontbreken van een rentevergoeding op liquiditeiten moet aan de CFD-uitgever een vergoeding worden betaald voor het aankopen van de onderliggende waarde. Het gaat om een rentevergoeding op het bedrag dat de CFD-koper heeft geleend van de uitgever, aangevuld met een renteopslag. Die rentekosten kunnen per CFD-aanbieder fors verschillen, net als de renteopslag die wordt gehanteerd. Meestal wordt de interbankenrente (LIBOR of EONIA) als maatstaf genomen, aangevuld met een opslag van 2% of meer. Ook de manier waarop de rente wordt berekend, kan verschillen. Bij sommige aanbieders is dit op dagbasis maar een aantal (vooral buitenlandse) brokers rekenen zelfs op secondebasis. Net als bij klassieke hefboomproducten, waar de rentekost verwerkt wordt in het dagelijks aangepast financieringsniveau, geldt dat hoe langer een positie wordt aangehouden, hoe hoger de rentekosten oplopen.

Samengevat kunnen we stellen dat CFD’s enkel geschikt zijn voor de ervaren belegger die eventueel bereid is om het grootste deel van de inleg verloren te zien gaan. Wie met CFD’s wil starten, adviseren we om eerst een demorekening te openen en daar een tijdje mee te oefenen. Dit kan bij de meeste brokers gratis en vrijblijvend. Op die manier raakt de klant met virtueel geld gewoon aan het handelsplatform.

Partner Content