Bonheur en Technip

Ik was aandeelhouder van Ganger Rolf. Naar aanleiding van de fusie met Bonheur rekende de bank 27 procent roerende voorheffing aan. Klopt dit, want ik realiseerde hierbij toch geen enkele meerwaarde?

Helaas klopt dat. Het sluit aan bij een lange rij voorbeelden waar roerende voorheffing wordt geheven bij een zogenoemde corporate action, zoals een aandelensplitsing of een fusie. De bank paste een circulaire van Febelfin uit 2012 toe, die onder meer ging over de toepassing van de roerende voorheffing bij een fusie tussen twee bedrijven buiten de Europese Economische Ruimte. In die omzendbrief werd het minder strenge standpunt uit 2004 herzien op basis van de fiscale administratie en de fiscale rechtspraak. De herziening komt erop neer dat de toepassing veel vaker voorkomt, maar het blijft een ondoorzichtig gegeven, dat geval per geval wordt bekeken. Bovendien overheerst een gevoel van onrecht, aangezien de transactie op zich geen waarde creëert voor de aandeelhouder.

De fusie begin mei tussen Ganger Rolf en Bonheur ging gepaard met de creatie van 0,8174 aandeel van Bonheur per bestaand aandeel van Ganger Rolf. Beide holdings handelden hoe dan ook gezamenlijk, en in die zin is de fusie logisch. Bonheur is de hoofdaandeelhouder (51,92%) van Fred Olsen Energy (boorinstallaties offshore), met daarnaast een belang van 100% in Fred Olsen Renewables (windparken, vooral in Schotland), Fred Olsen Ocean (gespecialiseerde schepen voor installatie van windparken op zee) en Fred Olsen Cruise Lines (cruiseschepen). Daarnaast is er nog een rist beleggingen, waaronder een belang van 54% in NHST Media Group, dat de Noorse zakenkrant Dagens Naeringsliv uitgeeft. Op 9 juni (ex-dividenddatum 27 mei) wordt een brutodividend van 2 NOK per aandeel uitgekeerd. Het aandeel van Bonheur is te behouden (rating 2B).


Bonheur en Technip

Ik ben aandeelhouder van Technip. Wat is jullie mening over het aandeel na de aangekondigde fusie met FMC Technologies?

De Franse topper in de oliedienstenindustrie Technip werkte al sinds vorig jaar samen met de Amerikaanse sectorgenoot FMC Technologies, via de fiftyfifty joint venture Forsys Subsea. Die nauwe samenwerking in het offshoresegment heeft nu geleid tot een fusievoorstel, waarbij de Technip-aandeelhouders per aandeel recht hebben op twee aandelen van de fusiegroep TechnipFMC, terwijl voor de FMC-aandeelhouders de verhouding op één op één ligt. Hiermee krijgen beide bedrijven ongeveer 50% van de fusiegroep in handen en wordt Technip beloond met een premie van 10%. Beide bedrijven hopen de fusie af te ronden tegen begin 2017.

Het is dus nog niet zeker dat de deal effectief zal doorgaan. Eind 2014 mislukte een overname van sectorgenoot CGG door de tegenkanting door de Franse autoriteiten, en onlangs sprong de geplande megafusie af tussen de Amerikaanse nummers twee en drie in de oliedienstensector, Halliburton en Baker Hughes, af na tegenkanting van de Amerikaanse mededingingsautoriteiten. De kans dat de fusie tussen Technip en FMC wel wordt goedgekeurd, lijkt ons veel groter, aangezien de activiteiten veel minder overlappen.

Op basis van de cijfers van 2015 zou de gezamenlijke groep een omzet van 20 miljard USD hebben gerealiseerd, en een bedrijfskasstroom (ebitda) van 2,4 miljard USD. Het gezamenlijke orderboek zou eind maart 20 miljard USD bedragen. De groep mikt tegen 2019 op 400 miljoen USD kostenbesparingen (voor belastingen), boven op de afzonderlijke lopende besparingsplannen. We zijn positief over de operatie, aangezien Technip daarmee nog meer een wereldwijde speler wordt, met een nog uitgebreider diensten- en productenaanbod, dat moet toelaten de ontginning, de productie en de levensduur van de olie- en gasprojecten nog meer te optimaliseren. De noodzaak daartoe blijft nijpend, gezien de aanhoudende enorme besparingsdrang in de sector.

Het eerstekwartaalrapport liet weliswaar een verbeterende resultatentrend zien, maar het orderboek blijft onder druk staan, met een daling van 20,9 miljard EUR eind 2014, naar nog 14,9 miljard EUR op 31 maart 2016. De omzet zakte met 4,2%, tot 2,76 miljard EUR, fiftyfifty verdeeld tussen de Offshore/Onshore- en de Subsea-afdeling. De aangepaste bedrijfswinst (ebit) steeg met 37,8%, tot 236,6 miljoen EUR of een toename van de ebit-marge van 6 naar 8,6% op groepsniveau, met 5,1% (was 1,5%) voor offshore/onshore en 13,1% (12,8%) voor Subsea.

De verwachtingen voor 2016 werden bevestigd. Het aandeel van Technip maakte een sprong van 15% bij de bekendmaking van de fusieplannen. De markt nam daarmee al een voorafname op de succesvolle afronding van de fusie. Maar de kans is groot dat de Belgische fiscus ook in dit geval 27% roerende voorheffing op de fusietransactie aanrekent op de volledige waarde van het Technip-aandeel. Daarom verlagen we het advies tijdelijk naar verkopen(rating 3B). Zodra de fusie achter de rug is, is het aandeel bij een gestabiliseerde oliemarkt een kandidaat voor de voorbeeldportefeuille.

Partner Content