Corrigeren als een Turk

Van Turkije tot Zuid-Afrika, van Mexico tot Indonesië, en van Brazilië tot China… zowat alle beurzen van de groeilanden kregen de voorbije weken nog hardere klappen dan de westerse beurzen.

Vooral de flink corrigerende Turkse beurs (-20%) en de in waarde dalende Turkse lira (TRY) herinneren beleggers eraan dat de ontluikende markten nog altijd ontluikende markten zijn, en dat daar af en toe de pannen van het dak waaien. Maar een nog belangrijkere vaststelling is dat obligaties en aandelen uit de groeilanden het kwetsbaarst zijn voor een strakker wereldwijd geldbeleid. Ben Bernanke moet nog maar naar de uitgang van het expansieve geldbeleid kijken, of de koersen ploffen al lager.

In Turkije eist uiteraard ook de politieke onrust en het aanhoudende verzet tegen het autoritaire bewind van de regering-Erdogan zijn tol. Die (geo)politieke instabiliteit maakt een return van het toegestroomde speculatieve geld tot een risico, en veel groeilanden berusten nog niet op democratische en stabiele instellingen. Intussen kampen heel wat groeilanden met de nukkige wereldconjunctuur. China biecht al langer ontgoochelende groeicijfers op, maar die kwalijke gewoonte verspreidt zich vrij snel naar andere ontluikende markten, wat weegt op die beurzen. Maar er is nog meer aan de hand: de grote kracht achter de correcties is een ommekeer van de speculatieve geldstromen.

Het speculatief kapitaal dat de voorbije jaren, in een speurtocht naar rendement, van het Westen naar de groeilanden stroomde, vloeit nu (tijdelijk) terug. En bij eb zie je wie naakt zwemt, en dat zijn nogal wat groeilanden die de voorbije jaren te veel teerden op de instroom van gemakkelijk geld, en te weinig investeerden in interne en groeivriendelijke hervormingen. Vooral de landen met de grootste tekorten op hun handelsbalans (en die dus het meest boven hun stand leven), zoals Zuid-Afrika en Turkije, zijn het kwetsbaarst als het snelle geld het hazenpad kiest. Ook de snelle schuldopbouw bij de bedrijven uit de groeilanden is alarmerend.

Normalisatie

Dat de groeimarkten bij de eerste grote slachtoffers horen bij het vooruitzicht naar een strakker mondiaal geldbeleid en stijgende langetermijnrentes in het Westen (met de Amerikaanse lantermijnrente als katalysator) is ook technisch gezien logisch. Beleggers leenden de voorbije jaren bijna blind en bijna gratis in dollar en yen, en zetten dat geld aan het werk in de beter renderende obligaties in lokale munt uit de groeilanden. Het renteverschil en vaak ook het wisselkoersverschil staken ze op zak. Of hoe het expansieve geldbeleid van de centrale banken een speculatieve fase gebouwd heeft, boven op de structurele hausse die de groeilanden de voorbije tien jaar hebben gekend. Het vooruitzicht op een krapper geldbeleid heeft het businessmodel van die “carrytrades” onderuitgehaald, zeker in dollar. En de voorbije weken zelfs ook in yen, hoewel de Bank of Japan nog twee jaar vol gas geeft.

Op echte financiële paniek en een stevige crisis in de groeilanden, tot nader order de sterkhouders van de wereldeconomie, zit niemand te wachten. De kans bestaat daarom dat Bernanke onverwachts snel op zijn stappen moet terugkeren. De geldkraan blijft onverminderd open als zou blijken dat de (wereld)economie nog niet klaar is voor een normalisatie van het geldbeleid. Dan kunnen alle speculatieve geldstromen misschien nog eens worden omgedraaid. Maar vroeg of laat zal die normalisatie moeten gebeuren, en de voorbije weken hebben duidelijk gemaakt hoe de markten daarop reageren. Alle beurzen zullen dan corrigeren als een Turk.

Partner Content