Daar zijn de IPO’s weer

In twee op de drie gevallen staat een beursnieuweling na een jaar lager dan de IPO-prijs.

Er zijn zowaar drie beursintroducties in heel korte tijd op Euronext Brussel. Dat is meer dan de voorbije jaren over een heel jaar het geval was. Uiteraard juichen we vers bloed voor de Brusselse beurs toe. Dat is absoluut nodig. Alleen is het in twee gevallen geen echt vers bloed, want zowel voor Euronext als voor de Belgische producent van hygiënische producten Ontex is het een terugkeer na een eerdere passages. Euronext (de fusie van de beurzen van Brussel, Amsterdam en Parijs) wordt door InterContinental Exchange Group (ICE) als ongewenst afgestoten via een beursgang. Dat is natuurlijk geen aantrekkelijk uitgangspunt om erop in te tekenen. Bovendien wordt het zeker niet weggegeven tegen 15 à 20 keer de verwachte winst op basis van de vooropgestelde, ruime vork van 19 tot 25 EUR.

Over Ontex, het bedrijf dat ooit werd opgericht door de familie Van Malderen, kregen we meer vragen op de advieslijn. Vandaar dat we daarop uitvoerig ingaan in de rubriek Lezersvragen (p. 10-11). De interesse zal wel te maken hebben met het feit dat dit al een sterk beursverhaal was tussen 1998 en 2003.

Het Belgisch-Nederlandse biotechbedrijf arGEN-X is echt een nieuwkomer. De Brusselse beurs blijkt meer en meer in trek bij biotechbedrijven. Die aandelen zijn dan ook populair bij de Belgische particuliere belegger. Het afgelopen jaar waren er al de beursintroducties van Cardio3Biosciences en Genticel, die voortbouwden op de succesverhalen van ThromboGenics, DevGen, Galapagos en Ablynx.

Zelden goedkoop

Uit de periode 1995-2000 komt bij een aantal beleggers nog de overtuiging dat ze hoe dan ook aan een IPO moeten deelnemen. Voor de vuist – en dus zeer onvolledig – vermelden we de succesverhalen van IBA, Kinepolis, Omega Pharma, Ontex (eerste keer), Real Software, Resilux en Sioen Industries in de eerste jaren na hun beursgang. Een aantal jaren later was de evaluatie al een stuk genuanceerder.

De statistieken zijn overduidelijk: intekenen op een IPO is gemiddeld geen goede beleggingsbeslissing. In ruim twee op de drie gevallen (69%) staat het aandeel na één jaar lager dan de IPO-prijs. Dat is voor 54% na drie jaar nog altijd het geval. De verklaring is eenvoudig: het bedrijf en het bedrijf alleen bepaalt de timing van de beursintroductie. Doorgaans is dat een moment dat het de onderneming voor de wind gaat. Bovendien bepaalt ook het bedrijf (samen met de financiële adviseurs) tegen welke prijs of prijsvork de IPO zal plaatsvinden. De verkoper wil op zijn minst een goede prijs krijgen, en dat gaat dus meestal ten koste van het gemiddelde rendement op korte termijn van de koper.

Beursintroducties zijn zelden absolute koopjes, want bedrijven worden zelden tegen een lage waardering naar de markt gebracht. Het verhaal van bpost het afgelopen jaar is eerder de uitzondering dan de regel. Kijk eerder naar koopjes bij de bestaande aandelen om volgend jaar rendement te halen. D’Ieteren (zie Flash p. 7) zou daarvan wel eens een voorbeeld kunnen zijn. Het bedrijf was de voorbije drie jaar een zware achterblijver, het staat nergens op kooplijstjes, en zelfs de hagelstorm lokt geen kopers.

Partner Content