De groei blijft haperen

Feitelijk stagneert de groei al vier jaar, ondanks de duizenden miljarden euro’s of dollars steun van de centrale banken.

De heisa rond China van de laatste weken en maanden vestigt opnieuw de aandacht op de toestand van de wereldeconomie. Onlogisch is die link niet, want door de spectaculaire groei van de voorbije decennia is de Chinese economie uitgegroeid tot de op één na belangrijkste in de wereld. Cruciaal voor de groei in de Europese Unie (EU) en de Verenigde Staten is het land nog niet, maar voor Aziatische landen als Japan en Zuid-Korea is deze ernstige Chinese groeivertraging een serieuze streep door de rekening.

Maar de wereldwijde groeiproblematiek gaat al langer mee. Want de voorbije jaren zien we telkens hetzelfde patroon opduiken: economen en strategen van het Internationaal Monetair Fonds, de Wereldbank en de grote internationale zakenbanken beginnen het jaar vol goede moed met hogere groeiprognoses, maar moeten in de loop van het jaar telkens gas terugnemen. Dat patroon is ook in 2015 weer teruggekeerd. Diezelfde economen waren ervan overtuigd dat de wereldeconomie dit jaar de groeidoelstelling van 3% wel zou kunnen halen. Maar de afgelopen weken regent het neerwaartse bijstellingen van die groeiverwachting. De meeste instellingen zitten nu terug rond 2,5%, het wereldwijde groeicijfer van 2012, 2013 en 2014. Een groei van 3% gaan we nu zien in… 2016.

Maar feitelijk stagneert de groei dus al vier jaar, ondanks de duizenden miljarden euro’s of dollars steun van de centrale banken. We komen we niet meer in de buurt van de groei van in de periode 2000-2007, dus voor de financiële crisis. Toen hebben we vijf jaar gekend met een wereldwijde groei van 4,5 tot 5%. Ook in de eurozone bleef het groeiherstel in het tweede kwartaal manifest onder de verwachtingen van de economen. Of zoals Schroders het zo mooi uitdrukte: ‘stuck in second gear’. Het economische herstel in de eurozone blijft, met andere woorden, haperen in de tweede versnelling.

Centrale bankiers aan zet

Het afgelopen lustrum leert ons echter dat een matige of tegenvallende economische groei niet automatisch een slechte performance van de aandelenmarkten inhoudt. Eerder het tegendeel hebben we gezien. Ook de groeiprognose voor de Verenigde Staten gaat naar beneden, zodat de angst voor renteverhogingen door de Federal Reserve zal wegebben. De Europese Centrale Bank heeft bij monde van voorzitter Mario Draghi al gesteld dat de ze zal reageren op de lagere groei- en inflatieverwachtingen. Extra stimulus is dus op komst. Bijvoorbeeld door het maandelijkse bedrag (nu 60 miljard EUR) van het opkoopprogramma van overheidsobligaties te verhogen en/of de termijn van het opkoopprogramma te verlengen (voorlopig gepland tot september 2016). En ook van de Chinese en de andere centrale bankiers in de opkomende landen kunnen we nog wat actie verwachten. Een normalisering van de rentepolitiek gaan we nog niet meteen terugzien op wereldvlak.

Dat kan helpen om de rust op de financiële markten te laten terugkeren. Ook al wordt de relativiteit van een soepele monetaire politiek door de matige groei van de wereldeconomie geïllustreerd. Toch voelen aandelenbeleggers zich duidelijk een stuk comfortabeler als ze de centrale bankiers aan hun kant voelen.

Partner Content