De Grote Ommekeer wenkt

Weet u nog waar u was of wat u deed op 24 juli 2012? Meer dan waarschijnlijk niet, want schijnbaar heeft zich toen niets belangwekkends voorgedaan. Toch zou het weleens een datum kunnen zijn die de financiële geschiedenisboeken haalt.

Op die dag sloot de 10-jarige rente op Amerikaanse Treasuries (overheidsobligaties) op 1,3875%. Dat kan voor heel lang -misschien zelfs decennia- de laagste slotstand voor de Amerikaanse rente zijn. Want sinds beleggers in de gaten hebben dat de Federal Reserve op het punt staat de uiterst soepele monetaire politiek geleidelijk aan te verstrakken, is de rente op langlopend Amerikaans papier al gestegen van 1,60% begin mei tot 2,15% begin juni. In absolute termen een toename met 35%(!) in vier weken tijd. Ten opzichte van de bodem in volle zomer van 2012 zitten we nu al op een stijging van meer dan 50%.

De afgelopen meimaand was de slechtste maand voor de wereldwijde obligatiemarkten in negen jaar tijd. Obligatiebeleggers reageren steeds heftiger op (zeer) goed economisch nieuws uit de VS. Want dat brengt de Fed weer een stap dichter bij de Grote Ommekeer. Vandaag, vrijdag 7 juni, wordt het banenrapport voor mei losgelaten op het beleggerspubliek. Veel beleggers zullen dan ook opgelucht reageren als de banencreatie in lijn is of onder de verwachtingen uitkomt.

Zeepbellen, altijd miserie

We zijn altijd een koele minnaar van de langdurige en excessieve, soepele monetaire Fed-politiek geweest, wegens de mogelijk erg nefaste gevolgen op langere termijn. Het massaal gedrukte geld heeft de reële economie gestabiliseerd, maar die niet op het normale groeipad teruggebracht. De geldpersen zo massief aan het werk zetten is echter het beste excuus voor de politiek om moeilijke beslissingen voor zich uit te schuiven, zodat heel wat structurele ingrepen zijn uitgebleven. De kloof tussen ‘Main Street’ (‘de Dorpstraat’) en Wall Street is groter geworden, met opnieuw een extreme inkomensongelijkheid tot gevolg. Ook zit of blijft de Amerikaanse economie opgezadeld met een ongezond grote financiële sector, die in geval van nieuwe turbulenties de reële economie nog altijd flink wat schade kan berokkenen.

Het grootste negatieve gevolg van de aanhoudende, soepele monetaire politiek is dat voor de derde keer in amper anderhalf decennium een gigantische zeepbel is geblazen. Zelfs de Bank voor Internationale Betalingen (BIB), de bankier van de centrale banken, maakt zich daarover serieuze zorgen. De eerste was de aandelenzeepbel van eind jaren negentig, gevolgd door de vastgoedzeepbel midden vorig decennium en nu een fameuze obligatiezeepbel, waar we wellicht het begin van de ommekeer zien. Maar ook veel andere beleggingsactiva zoals aandelen, wijn en kunst zijn in mindere of meerdere mate overgewaardeerd geraakt. De vlucht naar kwaliteit werd de jongste anderhalf jaar een vlucht naar rendement, met een sterk afnemend risicobesef tot gevolg.

Geloven dat die enorme obligatiezeepbel geleidelijk en zachtjes zal leeglopen, zonder noemenswaardige accidenten, is erg optimistisch. Het is ook volledig in tegenspraak met de historische evidenties: doorprikte zeepbellen veroorzaken altijd narigheid en infecteren ook andere beleggingsmarkten. De theorie dat de rente heel zachtjes en geleidelijk aan zal stijgen en dus geen of nauwelijks negatief effect zal hebben op de aandelenmarkten, lijkt ons weinig geloofwaardig. De gevoelige rentestijging de afgelopen maand is alvast geen gunstig voorteken voor die theorie.

Partner Content