Dreigt een nieuwe technozeepbel?

© reuters

De beurswaarde van Facebook, Apple, Amazon, Netflix en Google is dit jaar al met 560 miljard dollar gestegen. Volgens de klassieke maatstaven zijn die aandelen astronomisch duur.

Enkele jaren geleden bedacht de Amerikaanse financiële pers het acroniem FANG. Die afkorting stond voor Facebook, Amazon, Netflix en Google en verwees naar de snelgroeiende bedrijven in de internetsector (intussen heeft Google zijn naam wel veranderd in Alphabet Holding, het overkoepelende bedrijf). Wij maken van die afkorting FAANG, want ook Apple, de grootste beurskapitalisatie ter wereld, mag niet ontbreken in dat rijtje. Hun fantastische koersprestaties, waarbij zowel Amazon als Alphabet onlangs de magische grens van 1000 dollar hebben aangetikt, doen onvermijdelijk terugdenken aan de zeepbelperiode rond de eeuwwisseling. Het aandeel van de technologiebedrijven in de totale beurskapitalisatie van S&P500 is opnieuw opgelopen tot 23 procent, tegenover de piek van 25 procent in 2000.

Explosieve koersstijgingen

De FAANG-aandelen presteerden vorig jaar al sterk. Maar het is pas sinds 2017 dat het verschil echt hoog begint op te lopen. Tussen januari en mei alleen al is de beurswaarde van de vijf FAANG-bedrijven met meer dan 560 miljard dollar gestegen. De gecombineerde beurswaarde van de vijf bedraagt meer dan 2300 miljard. Daarmee komen ze in de buurt van het bruto binnenlands product van Frankrijk, de zesde economie ter wereld.

Het is niet toevallig dat de outperformance van de technologiebedrijven eind vorig jaar versnelde. Toen stelde de pas verkozen president Donald Trump zijn nieuwe belastingplan voor. Dat omvat onder meer een gunstig tarief voor het repatriëren van liquiditeiten. Vrijwel alle technologiebedrijven halen het grootste deel van hun omzet en hun winst buiten de Verenigde Staten. Het belastingplan van Trump zou voorzien in een drastische verlaging van de vennootschapsbelasting. Investeerders hopen dat de liquiditeiten die naar het thuisland terugvloeien worden gebruikt om de aandeelhouders te verwennen met dividenden en de inkoop van eigen aandelen.

Op twee snelheden

De technologiesector draait al enkele jaren op twee snelheden. Enerzijds zijn er de snelgroeiende bedrijven zoals de FAANG en andere soortgelijke groepen. Anderzijds is er de klassieke technologie-industrie, die wordt vertegenwoordigd door bedrijven als IBM, Cisco,Oracle en Microsoft.

Klassieke technologiebedrijven werden enkele jaren geleden geconfronteerd met de niet geringe uitdaging hun bedrijfsmodel helemaal om te gooien. Daar was de komst van cloudcomputing voor verantwoordelijk. Het verkoopmodel maakt plaats voor een verhuurmodel. Cisco en Oracle compenseren het gebrek aan groei door overnames te doen. IBM neemt zijn toevlucht tot de inkoop van eigen aandelen. Microsoft staat ontegensprekelijk het verst in de transformatie van een klassiek softwarebedrijf naar een toonaangevende speler in cloudcomputing.

De FAANG-bedrijven worstelen niet met een vervelende erfenis uit het verleden en kunnen hun businessmodel aanpassen zonder rekening te houden met hun vroegere activiteiten. Facebook en Google zijn eigenlijk reclamebedrijven die hun technologie gebruiken om advertenties te verkopen. Het streamingbedrijf Netflix levert films en tv-series op aanvraag en gaat zo de concurrentie aan met klassieke tv-zenders. Het is financieel gezond en wordt regelmatig genoemd als een overnameprooi voor Apple.

Amazon verkocht aanvankelijk enkel boeken via het internet, later kwamen daar andere producten bij. Het sprong enkele jaren geleden ook op de kar van de cloudcomputing en is via zijn dochter Amazon Web Services (AWS) uitgegroeid tot een van de grootste leveranciers van clouddiensten ter wereld. Amazon is nog altijd een e-commercebedrijf, maar AWS levert intussen wel het grootste deel van de winst op. Eind mei brak het aandeel voor het eerst door de grens van 1000 dollar. Daardoor heeft oprichter en grootaandeelhouder Jeffrey Bezos niemand minder dan Warren Buffett onttroond als de rijkste man ter wereld, na Bill Gates.

Astronomisch duur

Wall Street is pittig gewaardeerd, na meer dan acht jaar van vrijwel ononderbroken koersstijgingen. De CAPE-ratio of Shiller k/W, de koers-winstindex op basis van de gemiddelde winsten van de voorbije tien jaar, aangepast voor inflatie, bedraagt bijna 30. Sinds het einde van de negentiende eeuw stond die index nog maar twee keer hoger: in 1929 en 2001. Telkens volgde een zware crash van de aandelenkoersen.

Dat hoeft nu niet meteen opnieuw te gebeuren. Zolang de muziek speelt, blijven de marktdeelnemers dansen. Maar dat er weinig ruimte is voor negatieve verrassingen, is zonneklaar. Het is bovendien interessant de waardering van de FAANG-bedrijven te vergelijken met die van de brede markt. De tabel leert dat enkel de koers van Alphabet (Google) zich in de lijn met het beursgemiddelde beweegt. Ook de verwachte koerswinst van Facebook kan met enige mildheid nog als gemiddeld worden omschreven. Maar Amazon en vooral Netflix liggen daar een stuk boven, wat gezien hun hogere groei niet abnormaal is. Dat neemt niet weg dat beide bedrijven volgens de klassieke waarderingsmaatstaven astronomisch duur zijn. De waardering van Apple is niet extreem in vergelijking met het beursgemiddelde. Bovendien is er sprake van een dividenduitkering. Maar de waardering ligt wel een stuk hoger dan het gemiddelde over de afgelopen jaren.

Uitkijken geblazen

Ondanks de hoge waarderingen blijven analisten overwegend positief tegenover de FAANG-aandelen. Enkel bij Netflix is er wat meer voorbehoud, met een koersdoel dat amper boven het huidige niveau ligt. Het verleden leert dat de adviezen van analisten niet alleenzaligmakend zijn. Want zo is het opmerkelijk dat shortratio van de FAANG-aandelen dit jaar fors gestegen is: de verhouding tussen het aantal aandelen dat werd geshort (verkocht met als doel die goedkoper terug te kopen) en het aantal uitstaande aandelen. Die ratio klom dit jaar al met 30 procent. Dat wijst erop dat steeds meer investeerders hoogtevrees krijgen. Objectief bekeken moet er tegen de huidige waarderingen veeleer vroeg dan laat een zware correctie komen. Netflix en Amazon zijn daarbij het kwetsbaarst, maar ook Apple, Facebook en Google zullen een terugval van de brede aandelenmarkt niet zonder kleerscheuren doorkomen.

Partner Content