Een jaar met twee gezichten

De opkomende landen tekenden voor de grootste ontgoocheling van 2015.

Het einde van het beursjaar komt met rasse schreden dichterbij. Er was begin dit jaar een vrij breed gedragen consensus over twee zaken: dat aandelen het in 2015 beter zouden doen dan obligaties, en dat beleggers Europese aandelen moest verkiezen boven Amerikaanse. Eigenlijk was dat min of meer dezelfde consensus als voor 2014, maar deze keer pakte het beter uit. Al moeten we ook meteen toegeven dat de obligatiemarkten zeker nog geen crash hebben ondergaan. Want andermaal kon de wereldeconomie de belofte van een stevigere groei richting 3% niet waarmaken.

Door de strenge winter maakte de Amerikaanse economie in het eerste trimester opnieuw een valse start. Het economische herstel in de eurozone was er wel degelijk, in tegenstelling tot vorig jaar, maar het brokkelde in de zomer alweer af. Het jaar eindigde dan ook zoals het begonnen was: met een ingreep van de Europese Centrale Bank (ECB) om het economische herstel in de eurozone op peil te houden en het risico op deflatie te beperken.

Maar de grootste schuldige voor de stagnerende groei van de wereldeconomie – voor het vierde jaar op rij – waren de opkomende landen, en de Chinese economie in het bijzonder. Daar was toch wel sprake van een harde landing. Brazilië en Rusland gaan zelfs door een diepe recessie. Groeilanden waren het dit jaar zeker niet.


Vlak jaar

Het hele jaar door bleef de internationale financiële gemeenschap wachten op de historische beslissing van de Amerikaanse centrale bank om voor het eerst sinds 2006 de basisrente te verhogen en een einde te maken aan het nulrentebeleid. Daarop is het nog altijd wachten, maar het heeft er alle schijn van dat de Federal Reserve nog deze week die stap zet. Dat het monetaire beleid van de Fed langer dan verwacht uiterst soepel blijft, verklaart dat het nog steeds goed vertoeven was op de obligatiemarkten en dat vooral de Amerikaanse langetermijnrente tussen nauwe marges is gebleven. In Europa zijn we nog dichter bij het nulpunt gekomen dan twaalf maanden geleden. De sterke opmars van de Amerikaanse dollar tegenover de euro werd wel al in het voorjaar een halt toegeroepen.

De QE-aankondiging van de ECB in januari bezorgde de Europese aandelenmarkten een fantastisch jaarbegin, maar de zomer werd erg woelig door de Chinese inzinking en deed alle winst van de tabellen verdwijnen. In oktober was er wel een fraai herstel, maar een eindejaarsrally hebben we voorlopig nog niet gezien. Wall Street beleefde een heel vlak jaar, met uitzondering van de serieuze appelflauwte in augustus en september. De aandelenmarkten werden wel gestimuleerd door de verder opgedreven fusie- en overnameactiviteiten.

Partner Content