Op de watchlist voor 2014

Met de keuze voor Eli Lilly &Company (49,5 USD; NYSE met tickersymbool LLY; 56 miljard USD beurskapitalisatie; ISIN-code US5324571083) blikken we al volop vooruit naar 2014 en vooral later. Eli Lilly is, hoewel het al 137 jaar bestaat, toch nog maar een middelgroot Amerikaans farmabedrijf. Het staat duidelijk in de schaduw van reuzen als Pfizer en Merck, waarvan de beurskapitalisatie drie tot vier keer groter is. Die twee aandelen hebben dit jaar zo’n 20% beter gepresteerd. Het aandeel van Lilly dobbert al een hele tijd rond 50 USD, en daar stonden we begin dit jaar ook. Op het eerste gezicht oogt het aandeel een stuk goedkoper: 12 keer in plaats van 14 keer de verwachte winst voor 2013 en 2,3 keer de omzet, tegenover 3,3 keer bij Merck en 4 keer bij Pfizer. Ook de verhouding tussen de ondernemingswaarde (ev) en de bedrijfskasstroom (ebitda) ligt bij Eli Lilly lager (7,7) dan bij Pfizer (8,5) en Merck (10,1).

De belangrijkste oorzaak daarvan is gelegen in de perspectieven voor 2014. De bedrijfstop verklaarde in oktober aan dat ze voor volgend jaar minstens 20 miljard USD omzet verwacht (analistenconsensus 22,8 miljard USD voor dit jaar) en een nettowinst van minstens 3 miljard USD (analistenconsensus 4,5 miljard USD voor 2013). De verwachting is dat de winst per aandeel daalt van ruim 4 USD per aandeel dit jaar tot in de buurt van 3 USD volgend jaar.

In tegenstelling tot andere farmabedrijven slaat de patentcliff (het verlies patentbescherming voor belangrijke geneesmiddelen) nog volop toe bij Eli Lilly. Het patent van Zyprexa (tegen psychische aandoeningen) liep al af in het derde kwartaal van 2012. Sindsdien gebeurde dat ook in andere landen, waardoor de verkoopcijfers in de eerste negen maanden (847 miljoen USD) al 36% lager liggen dan in dezelfde periode vorig jaar. Nog veel erger is dat het patent in de VS voor Cymbalta (anti-depressivum) vorige week is vervallen. In de eerste negen maanden werd van dat middel nog voor 4,2 miljard USD verkocht, of 24% van het totale verkoopcijfer. Ook voor Evista (menopauze) vervalt weldra de patentbescherming (775 miljoen USD verkopen in januari-september 2013). Toch is het Amerikaanse farmabedrijf geen dood vogeltje, met dertien potentiële middelen in de klinische fase III en 26 in de fase II, of vijf keer het aantal in 2004.

Het aandeel interesseert ons niet alleen omwille van de lagere waardering en de status van achterblijver, maar ook en vooral omdat de pijplijn, naast heel wat potentiële middelen in oncologie, ook sterk is gericht op diabetes, waarop we sterk focussen. Met Humalog en Humulin heeft Eli Lilly al twee middelen tegen diabetes met een blockbusterstatus op de markt (respectievelijk 1,9 miljard en 950 miljoen USD verkopen in eerste negen maanden van dit jaar). Daarnaast is er nog Trajenta (samenwerking met Boehringer Ingelheim). Daarmee is Eli Lilly vandaag al de nummer vier op de wereldwijde diabetesmarkt, na Novo Nordisk, Sanofi en Merck.

In de pijplijn zitten, met de mogelijkheid tot markttoelating in de periode 2014-2016, nog empagliflozin (samenwerking met Boehringer), dulaglutide en een nieuw insuline Glargine-product (samenwerking met Boehringer). Dat zijn drie potentiële blockbusters, waarmee Eli Lilly een potentiële topspeler in diabetes wordt. Zo kan dulaglutide zware concurrentie vormen voor Victoza van Novo Nordisk (mogelijk één injectie per week in plaats van dagelijks) en het nieuwe insuline Glargine-product wordt zelfs gezien als een langwerkend insuline van de volgende generatie.

De kans is dus groot dat de dip in de winst volgend jaar eenmalig is en dat Eli Lilly vanaf 2015 weer een omzet- en winstgroei beleeft. We verhogen het advies naar ‘koopwaardig’ (rating 1B) en nemen het op in de ‘Inside Selectie’, met de boodschap dat we het aandeel goed zullen opvolgen en dat die achterblijver met potentieel ergens volgend jaar een kandidaat voor de voorbeeldportefeuille kan zijn.

Partner Content