Fed zaait twijfel

De rentestijging van de Amerikaanse centrale bank bleef uit. De bedrijfsresultaten laten veel te wensen over en de toekomst ziet er ook niet bepaald rooskleurig uit. En toch is er iets op til.

Uit het recentste verslag van de bijeenkomst van het monetaire comité van de Amerikaanse centrale bank, de Federal Reserve of Fed, blijkt dat de meeste gouverneurs een rentestijging in petto hadden. Die bleef echter uit. De bedoeling was blijkbaar een niet verkeerd te begrijpen signaal de markt in te sturen. Niet iedereen is er echter van overtuigd dat de Fed volgende maand zal toeslaan. De conjunctuur ziet er te broos uit.

De bedrijfsresultaten laten veel te wensen over en de toekomst ziet er ook niet bepaald rooskleurig uit. Net als elders in het Westen kampen de Verenigde Staten met een tekort aan investeringen. Een rentestijging doorvoeren in zulke omstandigheden is om problemen vragen. En toch is er iets op til. Dat zal niet per se volgende maand tot uiting komen, wel eerder dan verwacht.


Uitgiftedrang

Vooreerst kan de Fed niet te lang treuzelen, wil ze haar geloofwaardigheid vrijwaren. Ze heeft meermaals aangekondigd dat ze pas zal ingrijpen als de conjunctuurverbetering dat toelaat. De laatste officiële cijfers zijn in dat opzicht bemoedigend. Er zijn echter twee samenhangende factoren die voor een nakende renteaanpassing pleiten: de plotse uitgiftedrang en de fenomenale kastegoeden van de bedrijven.

In minder dan twee weken tijd werd voor meer dan 200 miljard dollar (USD) aan nieuwe emissies uitgebracht, vooral in dollar (USD). Opvallend was dat de uitgiften bijzonder groot waren. Voordien was men gewend aan leningen die tot 1 miljard USD per schijf opliepen. Vandaag bedraagt een schijf een veelvoud daarvan. De vraag naar zulk papier blijft bijzonder groot. Al dat geld wordt opgepot in afwachting van een renteaanpassing. Volgens een recente studie van ratingagentschap Moody’s beschikken de Amerikaanse bedrijven over 1700 miljard USD. Met dat geld zullen die bedrijven hun eigen aandelen inkopen zodra de rentestijging van kracht is. Wat natuurlijk de inzinking van de beurzen zal temperen en iedereen de indruk zal geven dat de renteaanpassing probleemloos door de markten verteerd wordt.


Meer faillissementen

De stijging van de USD die de aanpassing zal teweegbrengen, zal voor een stuk worden goedgemaakt door de daling van de grondstoffenprijzen. De grondstoffenmunten moesten nu al wat terrein prijsgeven. De plotse stijging van de olieprijs eind vorige week heeft hun daling echter geremd. De aanhangers van die ideale ontwikkeling vergeten weliswaar dat de kleinste rentestijging heel wat bedrijven en banken in financiële moeilijkheden zal brengen. Ondanks de lage rentestand die al jaren heerst, is het aantal faillissementen in de Verenigde Staten fors toegenomen. Dat staat te lezen in een rapport van dat andere ratingagentschap, Standard & Poor’s.

De ontwikkeling op de kapitaalmarkt leverde ook bijzondere inzichten. De vraag naar hoogrentend papier blijft aanzienlijk, maar uiterst selectief. De algemene trend was ronduit neerwaarts gericht. Men telde gemiddeld driemaal meer dalende stukken dan omgekeerd in de belangrijkste munten. Het langetermijnpapier liet het overal afweten. Met als gevolg een verstrakking van de renteschalen. De beweging zal de komende weken nog doorzetten en bijzonder chaotisch verlopen.

Op de wisselmarkt versterkte de USD tegenover zowat alle andere munten. Hij klom 1,15% hoger tegenover de euro (EUR). Alleen het pond (GBP) presteerde nog beter met een stijging van 2,3%. De grondstoffenmunten deden overal een pas achteruit ondanks hun lichte herstel op het einde van de week. Het grootste slachtoffer was de rand (ZAR), die 2,6% prijsgaf. Ook de Zwitserse frank (CHF) raakte 0,9% kwijt.


Grote drukte

De activiteit op de primaire markt was uiterst druk. Zoals aangestipt vergroot de omvang van elke nieuwe uitgifte aanzienlijk. Iedereen wil blijkbaar kunnen profiteren van de laatste dagen van de lage rentestand. Die nieuwe leningen werden niet overal warm onthaald. Banken waren dan ook druk in de weer om hun koersen op de grijze markt dicht bij de intekenprijs te houden. De blikvanger van de week waren de zes uitgiften op naam van Diamond 1 Finance (BBB-), een financiële arm van het Amerikaanse computerbedrijf Dell. Er werden oorspronkelijk vijf reeksen voorzien, maar de uitgever kreeg zo veel vraag te verwerken dat hij er een zesde aan toevoegde. In totaal bracht hij 20 miljard USD uit en kreeg voor zowat 90 miljard USD aankoopaanvragen. De kans is dus klein dat beleggers nog papier tegen de intekenvoorwaarden kunnen bemachtigen. Coca-Cola (A3) had het iets moeilijker. Zijn vier uitgiften in EUR bengelen onder hun intekenprijzen op de grijze markt.

De vraag naar Vivendi (Baa2) bleek groter, net zoals die naar cementbedrijf Holcim (BBB) of de Zweedse papierproducent Svenska Cellulosa (Baa1), maar was niet te vergelijken met die naar de Franse producent van draden en kabels Nexans (zonder rating, maar behorend tot de rommelkwaliteit) waarvan de stukken nu al boven 101% op de grijze markt van eigenaar wisselen. Crédit Suisse London (A1) in USD geeft een emissie uit met een graduele coupon die jaarlijks stijgt, respectievelijk van 1,8% naar 1,9%, 2%, 2,2%, 2,5% en 2,8%. De lening is kleinschalig (150 miljoen) en weinig aantrekkelijk. De verschillende emissies met nulcoupon in USD zijn geen aanraders, ondanks hun prima kwaliteit. Ze zijn kleinschalig en kunnen jaarlijks vervroegd terugbetaald worden.

Partner Content