Kan nieuwe sociale onrust de platinaprijs omhoog jagen?

Wim Ver Elst Redacteur bij Trends

Platina zette het jaar goed in, om daarna samen met de andere edelmetalen onderuit te gaan.

Op 16 april, de dag dat ook goud en zilver een mokerslag kregen toegediend, dook de prijs van een troy ounce platina zelfs even onder de grens van 1400 USD. Daarmee werd het voorlopig laagste punt van 2013 bereikt. Het herstel verliep de voorbije weken, net als bij de andere edelmetalen overigens, eerder moeizaam.

In 2012 was de mondiale platinamarkt in deficit en dit zal hoogstwaarschijnlijk ook dit jaar opnieuw het geval zijn. De oorzaak van het deficit lag niet bij de hoge vraag, maar wel aan de aanbodzijde van de markt. Door de talrijke mijnstakingen en aanhoudende sociale onrust in Zuid-Afrika daalde de mijnproductie vorig jaar met 10%. Johnson Matthey schat de verloren productie op 750.000 troy ounce. Eerder ging Gold Fields Mineral Services (GFMS) uit van een cijfer van 625.000 troy ounce. Zuid-Afrika staat in voor ongeveer 80% van het globale aanbod uit mijnproductie zodat productieonderbrekingen een grote impact hebben op het globale marktevenwicht. Naast de lagere mijnproductie daalde ook het zogenaamd secundaire aanbod. Daarmee wordt de recyclage of ‘scrap recovery’ uit autokatalysatoren en juwelen bedoeld.

Anglo American Platinum of Amplats is veruit de grootste platinaproducent, met een aandeel van bijna 40% in de globale mijnproductie. Na een strategische herziening van de activa besliste Amplats eerder dit jaar om de productie met 400.000 troy ounce of 7% van de globale productie terug te schroeven en 14.000 arbeiders aan de deur te zetten. De resultaten van Amplats staan, net als die van de andere Zuid-Afrikaanse platinaproducenten als Lonmin en Impala Platinum, onder druk door de lagere prijzen en de hogere productiekosten. Daardoor zijn de winstmarges flinterdun geworden en bij bepaalde mijnen zelfs negatief. Onder druk van de regering en vooral van de vakbonden besliste Amplats om de geplande productieverminderingen en ontslagen gedeeltelijk terug te schroeven. Het bedrijf gaat nu uit van 6000 ontslagen en een productiedaling met 250.000 troy ounce, waardoor de groepsproductie tussen 2,2 en 2,4 miljoen troy ounce zal uitkomen.

In Zuid-Afrika voorziet 1 mijnwerker gemiddeld in het levensonderhoud van 9 mensen. De ontslagen zijn dus zowel sociaal als politiek moeilijk verkoopbaar. Een en ander heeft er ook toe geleid dat de aanhang van de activistische vakbond Association of Mineworkers and Construction Union (AMCU) de voorbije maanden sterk is toegenomen. Die is veel kleiner dan de gematigde National Union of Mineworkers (NuM), maar wel veel radicaler. Bij Lonmin, bijvoorbeeld, is 74% van de werknemers lid van AMCU, tegenover amper 10% begin dit jaar. De vakbond is intussen ook bij Amplats (45%) en Impala (60%) dominant. ACMU wordt door Amplats ook verantwoordelijk geacht voor het volledig uit de hand lopen van de staking bij Rustenburg vorig jaar, waarbij meer dan 40 mensen het leven lieten. De huidige arbeidsovereenkomsten tussen werkgevers en arbeiders lopen af op 30 juni bij Amplats en Impala en op 30 september bij Lonmin. De komende weken moet dus onderhandeld worden over nieuwe loon- en arbeidsvoorwaarden en dit belooft met de dominantie van AMCU alweer een bijzonder moeilijke oefening te zullen worden.

Aan de vraagzijde laat de auto-industrie een gemengd beeld zien. Lagere verkoopvolumes in Europa worden gecompenseerd door strengere milieuregels en de invoering van de Euro VI-emissienorm die volgend jaar van kracht wordt. Op jaarbasis worden wat de industriële vraag betreft weinig schommelingen verwacht. De investeringsvraag heeft meer impact op het marktevenwicht. In tegenstelling tot bij goud kan platina wel op voldoende belangstelling rekenen. De hoeveelheid platina onder beheer van de ETF’s of trackers die in fysiek metaal investeren, steeg eerder deze maand naar een recordniveau van 2 miljoen troy ounce.

Inspelen op een heropflakkering van de sociale onrust en onderbrekingen aan de aanbodzijde die platinaprijs de hoogte injagen, kan via trackers of hefboomproducten.

Er zijn weinig verschillen tussen de trackers die in fysiek platina investeren. De beursnotering en de transactiekosten die met een aankoop gepaard gaan, zijn daarom vaak bepalend bij de keuze. De ETFS Physical Platinum (tickersymbool PHPT en Isin-code JE00B1VS2W53) noteert op Euronext.

Deze tracker of ETC schaduwt de platinaprijs, maar deelbewijzen kunnen niet ingeruild worden tegen fysiek platina. De jaarlijkse beheerskost bedraagt 0,49%. Dezelfde uitgever biedt de ETFS Physical Platinum Shares ook aan op de NYSE. Daar noteert de tracker in USD onder het tickersymbool PPLT. De beheerskost is met 0,6% iets hoger dan bij de Europese tegenhanger. Een ander alternatief is het Platina Quanto Certificaat van RBS Markets, dat eveneens op Euronext noteert met Isin-code NL0000451912. Dit certificaat dekt ook het wisselkoersrisico af.

Bij de hefboomproducten noteren op Euronext 9 Turbo long met platina als onderliggende waarde.

Platina future turbo long

Isin-code: NL0009064724

Munt: EUR

Financieringsniveau: 1071,06

Referentieprijs: 1499

Stoploss: 1125

Hefboom: 3,48

Koers: 3,33

We merken op dat bij Turbo’s met edelmetalen als onderliggende waarde de ‘spot price’ (prijs voor onmiddellijke levering) als referentie geldt, en niet die van de termijncontracten. De prijsstructuur van de futures (contango of backwardation) is in dit geval dus niet relevant. In dit voorbeeld bevindt de referentieprijs zich nog meer dan 33% boven het stoplossniveau dat sinds juli 2009 niet meer werd bereikt.

Partner Content