Kijken in het hoofd van Bernanke

Wim Ver Elst Redacteur bij Trends

De Amerikaanse centrale bank krijgt schrik van de eigen schaduw die ze, samen met andere centrale bankiers, over de internationale financiële markten werpt.

Nul- of quasi-nulrentes en een nooit vertoonde verruiming van de geldhoeveelheid jagen al enkele jaren zowat alle activa hoger. Beleggers speuren steeds wanhopiger naar wat rendement, waardoor steeds meer schuimkopjes op de aandelen- en de obligatiemarkten verschijnen. Afgelopen week stuurde de Fed twee signalen in die richting de wereld in.

Het eerste signaal gaf Fed-voorzitter Ben Bernanke tijdens een speech in Chicago. Bernanke waarschuwde voor het overdreven risicogedrag dat zich meester heeft gemaakt van de financiële markten. Bernanke sprak niet over ‘irrationale exuberance’, zoals zijn voorganger Alan Greenspan in 1996 de stemming op de markten omschreef, maar het scheelde niet veel.

Een letterlijk citaat uit speech van Bernanke: “In het licht van het klimaat van lage interestvoeten houden we het ‘speuren naar rendement’ en het ‘excessief risicogedrag’ nauwlettend in de gaten. Dit gedrag kan activaprijzen beïnvloeden, net als hun relatie tot de fundamenten.” Vrij vertaald: de prijzen van aandelen en obligaties zijn (te) ver vooruitgelopen op de economische realiteit. “En prijzen die ver van hun historische normale niveaus noteren, lijken kwetsbaar voor destabiliserende bewegingen”, aldus Bernanke, die dus waarschuwt voor het gedrag dat hij zelf uitgelokt heeft.

Meer kosten dan baten

In elk geval beseft de Fed dat de kosten van het extreem soepele gelbeleid stilaan hoger worden dan de baten. Vandaar ook het tweede signaal dat de Fed de wereld instuurde via een artikel in de Wall Street Journal, geschreven door de journalist Jon Hilsenrath, die als informele spreekbuis van de Fed bekendstaat. In dat artikel schetst Hilsenrath -of dus eigenlijk Bernanke zelf- hoe de Fed het huidige inkoopprogramma van overheidsobligaties ter waarde van 85 miljard USD per maand wil afbouwen. De Fed wil de markt wel goed op voorhand duidelijk maken dat de afbouw niet noodzakelijk geleidelijk verloopt. De Fed zal dus niet handelen zoals in de periode 2003-2006, toen ze via zeventien renteverhogingen van telkens 25 basispunten (0,25%) heel geleidelijk een einde maakte aan het soepele geldbeleid, wat achteraf bekeken veel te traag en te laat gebeurde.

De Fed wil die fout niet herhalen en wil deze keer het tempo van de afbouw van het soepele geldbeleid bepalen afhankelijk van de behoeften van de economie. De afbouw kan vertraagd, gepauzeerd of zelfs opnieuw omgekeerd worden als het economisch herstel hapert. Maar de afbouw kan ook worden versneld als oververhitting dreigt op de financiële markten. Wanneer de Fed de geldkraan echt begint dicht te draaien, ligt nog op de discussietafel.

De obligatiehouders worden wellicht het belangrijkste slachtoffer, met een stijgende langetermijnrente die een eind maakt aan de dertig jaar oude obligatierally. De beurzen laten een nakend krapper geldbeleid nog niet aan hun hart komen, maar de zenuwachtigheid neemt toe. Wall Street trekt zich nog op aan de hoge bedrijfswinsten, maar aandelenbeleggers betalen intussen meer dan 20 keer de cyclisch gecorrigeerde winsten en slaan de waarschuwing van Bernanke dus het beste niet in de wind.

Partner Content