Oliediensten gaan kopje-onder

Stemmingen wijzigen, zeker bij analisten en beleggers.

Olie drijft altijd boven, zegt het spreekwoord. Maar de aandeelhouders van heel wat Europese oliedienstenbedrijven zullen daar toch flink aan twijfelen. Het is geen Amerikaans probleem, omdat ze daar uiteraard profiteren van de boom in schaliegas en -olie. Aandelen als de ex-portefeuillewaarde Schlumberger blijven dan ook dicht bij historische piekkoersen noteren. Er is ook geen probleem voor de grote Europese oliereuzen. Integendeel, Statoil (+25%), RoyalDutch Shell (+17%) en Total (+16%) behoren sinds het jaarbegin tot de uitblinkers.

Door de zware investeringen in exploratie is de reserveratio wereldwijd weliswaar opgelopen van 78% in 2006 tot 97% vorig jaar, maar het cijfer blijft onder 100%. Op wereldschaal bekeken wordt er met andere woorden nog altijd jaarlijks meer geproduceerd dan dat de reserves worden aangevuld. Bovendien blijft er de druk van de productiedaling van bestaande velden van 4 à 5% per jaar van de totale productie.

Weinig koopadviezen

Toch hebben de meeste Europese energiebedrijven, mede onder druk van hun aandeelhouders, de kraan van de investeringen wat dichtgedraaid. Dat leidt bij de Europese oliedienstenbedrijven tot flink wat tegenvallende resultaten en een beleggerssentiment dat onder nul is gezakt. De meeste aandelen staan op de helft of minder van de piekkoers van de afgelopen vijf jaar. Dat is onder meer het geval voor CGG, Fred Olsen Energy, Fugro (zie ook p. 11), Saipem en SBM Offshore. En ook Vopak, dat deels verbonden is met de oliesector, gaat in die richting – het is een steraandeel van weleer. Vandaar de aandacht in de ‘Flash’ van deze week (zie p. 7). Maar ondanks die koersen, die zelfs op of dicht bij het dieptepunt van de afgelopen vijf jaar noteren, zijn de koopadviezen toch zwaar in de minderheid.

Stemmingen slaan om

Maar stemmingen wijzigen, zeker bij analisten en beleggers. Kijk maar naar de telecom en de nutsector het afgelopen jaar. Wie een jaar geleden Belgacom of GDF Suez tegen het sentiment heeft durven te kopen, staat vandaag op tientallen procenten winst. Dus ook ten aanzien van de Europese oliedienstenbedrijven zal de stemming eens positief keren. De timing is hier het moeilijkste punt.

Vandaar dat we geleidelijk aan het gewicht van het thema energie in de voorbeeldportefeuille zullen opvoeren, te beginnen richting een neutrale weging van 15% (tussen 10 en 20%). CGG bevindt zich op een vijfjarendieptepunt, en daar zullen we de kwartaalcijfers van vandaag met argusogen bekijken. Voor Fred Olsen Energy hebben we het aanvoelen dat qua resultaat en sentiment het dieptepunt werd bereikt. De koers staat op amper enkele procenten boven het vijfjarig dieptepunt (137,2 NOK), en tot twee weken geleden gaf geen enkele van de 18 analisten een koopadvies meer. Intussen zijn dat er toch weer drie, tegenover vijf houden- en tien verkoopadviezen. Bovendien komen we uit op een minimale faire waarde van 188 NOK per aandeel. We leggen dan ook een bijkomend aankooporder voor Fred Olsen Energy.

Partner Content