Tikkende tijdbom

De verdere daling van de Chinese yuan kan ook in het Westen flink wat averij veroorzaken.

In december is de Chinese economie op jaarbasis officieel nog met 6,8% gegroeid. Dat is het zwakste trimester sinds het laatste kwartaal van 2008. Voor het volledige jaar brengt dat het Chinese groeicijfer op 6,9%, de laagste groei op jaarbasis sinds 1990, in een kwarteeuw dus.

Toch blijft dat officiële cijfer in de buurt van de doelstelling van 7% van de Chinese autoriteiten. Al heeft de overheid toch de eerlijkheid te tonen dat het niet zo goed gaat met de transitie van de Chinese economie van exportgericht (industrie) naar gedreven richting binnenlandse vraag (consumptie en diensten). Heel wat indicatoren suggereren veeleer dat de industrie niet meer groeit en dat ook de groei van de dienstensector is afgevlakt naar 4 à 5%. Opgeteld geeft dat nog amper 2 à 3% werkelijke groei.

Nog zorgwekkender is dat die groeivertraging er komt terwijl de schulden van China de jongste jaren flink zijn toegenomen. Er is zelfs sprake van een verdubbeling in enkele jaren. Er is overgeïnvesteerd in nieuwe capaciteit (officieel 1000 miljard USD, maar in realiteit wellicht eerder 2 à 3000 miljard), zodat er nu een serieuze overcapaciteit is.

Dat het een stuk minder gaat met de Chinese economie is ook te merken aan het snelle slinken van de buitenlandse reserves (van 4000 naar 3300 miljard USD vorig jaar). Een remedie daarvoor is de eigen munt (Chinese yuan; CNY) in waarde laten zakken ten opzichte van de Amerikaanse dollar. Een proces dat de jongste maanden al in gang is gezet en waarop de financiële markten telkens erg zenuwachtig hebben gereageerd. Kapitaalcontroles zijn een alternatief, maar een verdere muntverzwakking is waarschijnlijk. Wat een kettingreactie bij de andere Aziatische munten tot gevolg kan hebben, en ook de Federal Reserve de mogelijkheid ontneemt nog meerdere renteverhogingen door te voeren, want de sterke dollar doet de Amerikaanse industrie nu al lijden.


Duidelijke gevolgen

De verdere daling van de Chinese munt kan dus flink wat averij veroorzaken op de westerse financiële markten. Vandaar onze voorzichtigheid en onze vrees dat een trendommekeer op de westerse beurzen niet meer ver af is. Vandaar hebben we al 10% cashpositie genomen. Vandaar onze aandacht voor goud. Vandaar de voorstelling van inverse trackers, die toelaten een aandelenportefeuille te beschermen tegen een verdere terugval, omdat die trackers short stijgen als de onderliggende aandelenmarkten zakken. Vandaar dat we erg kritisch zullen zijn voor de jaarresultaten van de individuele bedrijven. Een onvoldoende betekent een verwijdering uit de voorbeeldportefeuille.

Zolang China geen orde op zaken kan stellen, kunnen de grondstoffenprijzen nog lager. Het heeft ook tot gevolg dat andere opkomende landen met veel grondstoffen, zoals Brazilië en Rusland, nog niet van de miserie af zijn. Daar moeten we nog niet meteen aankopen verrichten, ondanks de lage koersen en moeten we de bestaande posities zelfs ter discussie durven te stellen.

Partner Content