200 miljard USD aan nieuwe obligaties

Er heerste paniek afgelopen maandag, naar aanleiding van de aanslagen in Parijs. Die was echter van korte duur, en de activiteit hernam al snel. Zonder die aarzeling hadden we de allerbeste emissieweek van het jaar meegemaakt.

Er werd immers voor iets meer dan 200 miljard dollar (USD) aan nieuwe obligaties uitgegeven. Opvallend was dat alle stukken vrij probleemloos kopers vonden. En de pret blijkt nog niet afgelopen.

Nochtans bestaan er weinig argumenten om een dergelijke euforie te ondersteunen. In Amerika maakt iedereen zich klaar om de eerste renteverhoging te trotseren sinds de crisis heerst. Wie de renteschalen in de gaten houdt, beseft dat de Amerikaanse rentestand al meer dan 20 basispunten opwaarts geklommen is, maar opmerkelijk, uitsluitend op de kortetermijntak van de curve. De langetermijntarieven zijn op een maand tijd per saldo stabiel gebleven. Een renteverhoging zou dus heel wat beroering kunnen veroorzaken.

Flink ontregeld

Die renteklim bleef niet zonder gevolgen voor de bankactiviteit. Zoals bekend verwerken banken dagelijks hun onderlinge kastegoeden. Dit gebeurt op de daggeldmarkt, waar banken met een kasoverschot dat uitlenen aan banken met een kastekort, in ruil voor staatspapier. De contracten zijn van zeer korte duur (enkele uren tot enkele dagen) en worden gedekt door staatspapier. Vanzelfsprekend is de vergoeding die ermee gepaard gaat gekoppeld aan de actuele rentestand. Zolang die stand stabiel blijft, wekt dat geen wantrouwen en werkt de daggeldmarkt vlot.

Het maandenlange talmen van de Amerikaanse centrale bank, de Fed, die voortdurend warm en koud blies, heeft die markt uiteindelijk flink ontregeld. Waar de banken de twee rollen vervulden in functie van hun kastegoed, blijkt al een hele tijd dat de geldschieters, zij die dus een kasoverschot bezitten, geen banken meer zijn, maar gespecialiseerde fondsen. Zij handelen dan ook als investeerders en niet als dienstverleners. Ze houden niet alleen rekening met de renteontwikkeling, ze controleren ook aandachtiger de kwaliteit van het pand dat ter dekking afgegeven wordt.

De werking van de daggeldmarkt is hierdoor verstoord en dreigt stil te vallen. Wat een ramp zou betekenen voor de banken die reglementair verplicht zijn om hun kas op het einde van elke werkdag in evenwicht te brengen. Ze verlangen dan ook dat hun centrale bank, de Fed, als bevoorrechte tegenpartij zouden optreden om elk gebrek aan beschikbaarheid te voorkomen. Intussen begint de inzinking van de grondstoffenprijzen de Amerikaanse economie te treffen. De energiesector, zowel productie als distributie, mijnen en metaalverwerkende bedrijven ondervinden heel wat moeilijkheden om hieraan het hoofd te bieden. De meeste beschikken over geen ruimte meer om verder te saneren.

Uitbreiding QE

In Europa bestaat er geen vrees voor een rentestijging. Integendeel, Mario Draghi, het hoofd van de Europese Centrale Bank (ECB), heeft vorige donderdag opnieuw herhaald wat iedereen al wist: de monetaire versoepeling zal uitgebreid worden. Analisten en operatoren mikken op een algemene rentedaling met 20 basispunten. Voorlopig blijven de renteschalen in de diverse euromunten ter plaatse trappelen. Alleen op de wisselmarkt ondervindt men de gevolgen van de tegenstrijdige houdingen van beide centrale banken. Hier wordt de USD resoluut opwaarts geduwd, terwijl de euro (EUR) daarvan het slachtoffer wordt. De voorbije week moest hij 0,7% afstaan tegenover de USD en belandde hij op zijn laagste niveau sinds zeven maanden.

Hoewel de grondstoffenprijzen overal verzwakten presteerden de munten afhankelijk van grondstoffenuitvoer voortreffelijk de afgelopen week. Het is te vroeg om te beweren dat een trendommekeer in de maak is. Het is echter duidelijk dat een stijgende dollar een deel van hun miserie zou oplossen, ze verkopen hun grondstoffen immers in USD. Zo wedijverden de roebel (RUB) en de rand (ZAR) voor de eerste plaats. De laatste haalde het nipt met een winst van 3,8%, terwijl de RUB tegen vrijdag een deel van zijn klim moest afstaan en de week 3,4% hoger afsloot.

Zwakke euro

Gelet op de prestatie van de overige munten was het duidelijk dat de EUR flink ondermijnd was door de nakende renteverlaging. Zelfs de munten uit Oost-Europa verstevigden tegenover de EUR. De opvallendste uitzondering was de Zwitserse frank (CHF) die 0,5% kwijtspeelde. De tarieven zijn in het bergland de laagste van de wereld.

De activiteit op de kapitaalmarkt was de hele week door uitbundig, duidelijk geïnspireerd door de nakende rentebeslissingen. Zo verdapperden alle Europese soevereine leningen in EUR en meer bepaald die op lange termijn, samen met alle stukken die rechtstreeks gewaarborgd zijn door een staat. Het rommelpapier, daarentegen, blies wat stoom af. Per saldo telde men driemaal meer opwaarts gerichte stukken dan omgekeerd. Het beeld was minder fraai in USD: we telden slechts tweemaal meer opwaarts gerichte stukken dan omgekeerd. Daar blijven de energiewaarden struikelen, terwijl, tegen alle verwachtingen in, het Russische en Braziliaanse papier uitmunten. De stukken in grondstoffenmunten legden puike prestaties neer. De opwaarts gerichte stukken overtroffen de neerwaartse in een verhouding van 4 tegen 1, uitgezonderd die uitgedrukt in AUD, waar de verhouding precies het tegenovergestelde was.

Overrompeling

Zoals in de inleiding gemeld, was de activiteit op de primaire markt uitermate uitbundig. Reuzenleningen blijven de markt overrompelen. Kopers letten steeds minder op de kwaliteit van de stukken die ze opnemen. Zo plaatste Priceline Group, een Amerikaans lowcostreisagentschap, probleemloos 750 miljoen USD ondanks de veiligheidsgevaren. Voor de particuliere belegger was er alweer weinig voorhanden. De Belgisch pvc-producent Deceuninck (zonder rating) brengt een zevenjarige lening uit waarvan het bedrag tussen 40 en 100 miljoen EUR zal liggen, in functie van de verzamelde aankooporders. De lening brengt meer dan 3% meer op dan het marktgemiddelde. De coupon kan echter aangepast worden zodra het bedrijf bepaalde financiële verbintenissen overtreft of mist of nog als het een controlewijziging ondergaat. De aanpassing zal dan 1% groot en altijd in het nadeel van de houder en jaarlijks herhaalbaar zijn.

Cores (Baa3), de Spaanse instelling belast met het beheer van de oliereserves van het land, geeft een zevenjarige lening uit die 1,12% meer biedt dan het marktgemiddelde. Het stuk geniet van een staatswaarborg. De uitgiften van Ghelamco Invest (zonder rating) en Elia System Operator (A-) richten zich meer tot institutionele beleggers. Hun voorwaarden zijn marktconform. Ghelamco draagt wel een laatste korte coupon, terwijl Elia er een eerste korte heeft. Beide leningen werden nu al warm onthaald en wisselen boven hun intekenprijs van eigenaar op de grijze markt.

Partner Content