Agnico-Eagle Mines

Agnico-Eagle Mines (AEM) is een middelgrote, Canadese goudproducent met negen operationele mijnen verspreid over Canada, Finland en Mexico.

Naast goud (95% van de omzet) worden ook nog zilver (4%) en enkele basismetalen (voornamelijk zink, 1%) als bijproduct naar boven gehaald en verwerkt. AEM staat al langer bekend om de kwaliteit van de activa en de lage kostenstructuur, maar toch zakte door de algemene malaise rond goud en goudmijnaandelen de koers vorige maand terug naar het laagste peil in tien jaar. Daarbij kwam dat de groep vorig jaar, samen met sectorgenoot Yamana Gold, na een lange biedingsstrijd Osisko Mining binnenhaalde.

Op de markt leeft het idee dat die overname veel te duur werd betaald (bijna 4 miljard USD in cash en aandelen). Daar valt iets voor te zeggen, maar de activa zijn van hoge kwaliteit. AEM splitst de activiteiten in een Northern en een Southern Business. De Canadese mijnen -La Ronde, Lapa, Goldex, Canadian Malartic en Meadowbank – behoren uiteraard tot de Northern Business, net als Kittila in Finland. In de Southern Business vinden we de drie Mexicaanse mijnen van de groep, Pinos Altos, Creston Mascota en La India, samen goed voor ongeveer een vijfde van de totale productie.

In het tweede kwartaal produceerden de mijnen van de groep gezamenlijk bijna 404.000 ounce goud tegen een totale productiekostprijs (AISC of de kosten om de output op hetzelfde niveau te houden) van 864 USD per ounce. Na de eerste jaarhelft staat de teller op bijna 808.000 ounce. De operationele kosten bij de Northern Business bedragen gemiddeld 653 USD. Op operationeel vlak zijn deze mijnen dus allemaal comfortabel winstgevend. In Mexico liggen de kosten met gemiddeld 393 USD nog een stuk lager. Meadowbank is veruit de grootste, met een aandeel van 22% in de groepsproductie.

AEM verwacht dit jaar 1,6 miljoen ounce goud te produceren tegen een kostprijs tussen 870 en 890 USD per ounce, een stuk lager dan in 2014 (954 USD). De geplande sluiting van Lapa zou worden gecompenseerd door de uitbreiding van Kittila, Goldex en La Ronde. Van de nieuwe projecten staan Meliadine (3,3 miljoen ounce reserves) en Amaruq (2 miljoen ounce) het verst. De overname van Osisko zadelde AEM op met extra schulden, net op een moment dat de markt daar bij dalende goudprijzen extra allergisch voor was. Toch bewijst AEM dat het dankzij de positieve kasstromen deze schuld vrij snel kan afbouwen.

Alleen al in het tweede kwartaal werd 126 miljoen USD terugbetaald. Over de eerste jaarhelft loopt dit op tot 179 miljoen USD. Op 30 juni bedroeg de nettoschuld nog ongeveer 1,02 miljard USD, maar pas in 2017 moet een substantieel bedrag van 115 miljoen USD worden terugbetaald. De grootste aflossingen volgen pas vanaf 2020. De Canadese dollar (CAD) staat in voor 69% van de productie, gevolgd door de Mexicaanse peso (MXN; 19%) en de euro (EUR; 12%).

Agnico-Eagle Mines is tegen 1,5 keer de boekwaarde duurder dan talrijke sectorgenoten. Maar de kostenstructuur is laag en de activiteiten liggen in politiek en sociaal stabiele regio’s. Daarnaast zijn ook de schulden beheersbaar dankzij de positieve vrije kasstromen. Een hogere goudprijs vertaalt zich bij AEM onmiddellijk in flink hogere winsten.

Partner Content