Agnico-Eagle Mines

De koers van Agnico-Eagle Mines evolueert in de lijn van die van de goudmijnindexen. Het aandeel van de Canadese gouddelver noteert wel met een flinke premie tegenover zijn sectorgenoten.

Mijnbouw is traditioneel een sector met een bovengemiddeld risicoprofiel. Zo zijn er de evidente operationele risico’s bij het ontginnen van ertsen en het zoeken naar nieuwe reserves. Daarnaast zijn er ook financiële en politieke risico’s. Agnico-Eagle Mines (AEM), met hoofdzetel in Canada, scoort op al die criteria bovengemiddeld goed. De bestaande activa kunnen door uitbreidingen tussen nu en 2020 naar schatting 30 tot 40% meer goud opleveren. De Northern-divisie omvat zes mijnen in de Verenigde Staten, Canada en Finland en staat in voor ongeveer 80% van de groepsproductie. De drie Mexicaanse mijnen maken deel uit van de Southern-divisie. Zij produceren ook zilver als bijproduct, goed voor zo’n 3% van de omzet.

Door die kwaliteiten was het aandeel van AEM de jongste jaren minder diep teruggevallen dan dat van de andere gouddelvers, terwijl ook de waardering altijd al een stuk hoger lag. De kroonjuwelen van de groep zijn La Ronde en Canadian Malartic (beide in Québec) en Meadowbank (Nunavut). In Mexico levert Pinos Altos de hoogste bijdrage aan de groepsproductie. De negen mijnen van AEM produceerden in het tweede kwartaal 408.932 ounce goud, 1,3% meer dan in dezelfde periode een jaar eerder. Na de eerste jaarhelft komt de gezamenlijke output uit op iets meer dan 820.000 ounce. AEM heeft de productieprognose voor het volledige boekjaar verhoogd van 1,58 tot 1,6 miljoen ounce, tegenover 1,56 tot 1,58 miljoen voorheen. Dat blijft hoe dan ook een kleine achteruitgang tegenover 2015, toen 1,67 miljoen ounce goud werd geproduceerd. Ook de komende twee jaar zal de productie op ongeveer hetzelfde niveau stabiliseren.

De geplande uitbreidingen moeten vanaf 2019 opnieuw voor een hogere output zorgen. Bij Meliadine (Canada) zijn de noodzakelijke vergunningen binnen en kan de bouw worden gestart. De mijn heeft meer dan 3 miljoen ounce reserves en zal vanaf 2020 jaarlijks ongeveer 350.000 ounce goud opleveren. Andere uitbreidingsprojecten zijn Amaruq (expansie Meadowbank), La Ronde 3, Kittila en Goldex Deep. De totale productiekosten daalden naar 848 USD per troy ounce, tegenover 864 USD een jaar eerder. De kostenprognose voor het volledige boekjaar werd ook verlaagd naar 840 tot 880 USD. Door de toename van de ontvangen goudprijs steeg de operationele kasstroom, ondanks de lagere output, met 22%, tot 229,5 miljoen USD.

AEM boekte in de eerste jaarhelft een nettowinst van 47 miljoen USD, tegenover een verlies van 39 miljoen USD een jaar eerder. De mijngroep bouwde in het tweede kwartaal de nettoschuld voor de zevende opeenvolgende periode af. AEM heeft nu nog 742 miljoen USD aan schulden uitstaan. Dat komt overeen met 0,9 keer de bedrijfskasstroom of ebitda, onder het sectorgemiddelde (1,2). De cashpositie van 468 miljoen USD zorgt, samen met een uitstaande kredietlijn, voor een beschikbare liquiditeit van bijna 1,7 miljard USD.


Conclusie

De koers van AEM ligt dit jaar in de lijn van die van de goudmijnindexen, maar het aandeel noteert wel met een flinke premie tegenover de sectorgenoten (2,7 keer de boekwaarde), Dat kan gedeeltelijk worden verantwoord door de kwaliteit van de activa en de reserves en een sterke financiële positie. De productie zal pas vanaf 2019 weer groeien.

Advies: koopwaardig

Risico: gemiddeld

Rating: 1B

Partner Content