Herbeleggingsrisico

11,71 EUR – 3C

Geld teveel, het is ook een risicofactor die je als belegger in de gaten moet houden. Toch bij Ahold. De Nederlandse warenhuisketen verkocht eerder dit jaar zijn 60%-belang in de Zweedse distributeur ICA voor 2,3 miljard EUR cash. Daardoor staat het fraaie bedrag van 4,2 miljard EUR op de bankrekening van Ahold en werd de netto-schuldpositie omgezet in een netto-kaspositie van 1,2 miljard euro. Het management mikt op middellange termijn op een netto-schuldratio van ongeveer 2 keer de recurrente bedrijfskasstroom (rebitda), wat impliceert dat Ahold van plan is om ongeveer 5 miljard EUR te spenderen. Maar waaraan? Op de bankrekening brengt al dat geld niets op, maar nogal wat analisten en beleggers zijn bang dat Ahold zich op het overnamepad zal begeven, en vooral dat Ahold te veel zal betalen voor mogelijke overnameprooien. Het management laat niet in de kaarten kijken, maar benadrukt “een sterke kapitaaldiscipline, waarbij investeringen in winstgevende groei worden afgewogen tegen het bieden van een aantrekkelijke return voor aandeelhouders.” Die return voor aandeelhouders werd al deels geconcretiseerd door het inkoopprogramma van eigen aandelen uit te breiden van 500 miljoen tot 2 miljard EUR, uit te voeren tegen eind 2014. Dit moet de winst per aandeel tegen eind 2014 verhogen met ongeveer 10% per aandeel. Maar ook na dit inkoopprogramma blijft er dus nog te veel cash op de balans om het risico op slechte investeringen te elimineren. Nog meer geld uitkeren aan de aandeelhouders is ook een optie. Intussen investeert Ahold verder in organische groei, onder meer op de Belgische markt, waar vanaf nul een netwerk van 50 Albert Heijn-winkels wordt opgebouwd. Eens op toerental moet dit netwerk een omzet van 600 miljoen EUR op jaarbasis genereren. De teller staat momenteel op 15 winkels in België, die al goed zijn voor een omzet van 170 miljoen EUR op jaarbasis. Deze winkels zijn op zich al winstgevend, maar de opstartkosten moeten nog terugverdiend worden. Marktonderzoek wijst uit dat Albert Heijn 4% duurder is dan Colruyt, maar 7 tot 10% goedkoper dan Delhaize. Ahold bouwt ook de voorsprong in de onlineactiviteiten uit. De onlineverkoop is nu al goed voor 3% van de omzet. Tegen 2016 wil Ahold 1,5 miljard EUR omzet puren uit de onlineverkoop van de foodartikelen, en dit via thuisbezorging en via afhaalpunten in de winkels. Ahold investeert in een groter bezorgbereik in Nederland en meer afhaalpunten. Ook de vorig jaar overgenomen onlineretailer bol.com breidt het aanbod verder uit, onder meer met meubels. Ahold probeert dus het snel veranderende winkelgedrag van de consument, ook wat betreft de dagelijkse boodschappen, op de voet te volgen. Op operationeel vlak loopt alles naar behoren. De omzet steeg in het eerste kwartaal met ruim 4%, vooral dankzij een stijgend marktaandeel op alle thuismarkten: de VS, Nederland en Tsjechië. Dankzij deze aantrekkende verkoop en verdere kostenbesparingen kon Ahold de operationele marges verdedigen. Toch daalde de operationele winst in het eerste kwartaal met 19%, wat vooral te wijten was aan 63 miljoen EUR extra pensioenkosten in de VS. Het gaat wel om een eenmalige uitgave waarmee Ahold in de VS een aantal pensioenplannen voor ex-werknemers herstructureert en het risico afbouwt. Ook in Nederland kijkt Ahold tegen hogere pensioenkosten aan omdat de al aangelegde pensioenreserves in dit klimaat van lage rente steeds minder opbrengen.

Het verhoogde inkoopprogramma van eigen aandelen zal pas vanaf volgend jaar de winst per aandeel een zetje geven. Intussen is de koerswinstverhouding tot ongeveer 13 opgelopen, wat het aandeel niet echt meer goedkoop maakt. Toch bedraagt de ondernemingswaarde (ev) nog altijd minder dan 5 keer de bedrijfskasstroom (ebitda), maar er hangt dus een herinvesteringsrisico boven het aandeel. Dankzij het sterke trackrecord van het management behouden we echter het ‘houden’-advies (rating 3C).

Houden

Partner Content