Het management van Engie wil de volatiliteit van de resultaten en dus het risicoprofiel van het bedrijf verlagen. Maar die transformatie is een werk van lange adem.

Engie was de voorbije jaren dusdanig het slachtoffer van de forse daling van de energieprijzen dat het Franse nutsbedrijf zijn conclusies trok. Het management wil de volatiliteit van de resultaten en dus het risicoprofiel van het bedrijf verlagen door te investeren in groene energie (wat ook een stabiele subsidiestroom oplevert) en in activiteiten die gereguleerd zijn of genieten van langdurige contracten. Die investeringen worden gedeeltelijk gefinancierd door voor 15 miljard EUR aan activa te verkopen, waarvan de winst gekoppeld is aan de grondstoffenprijzen. Daarvan is al voor een kleine 6 miljard EUR van de hand gedaan.

De groep zou binnenkort ook haar activiteiten in de olie- en gasproductie verkopen voor 500 miljoen EUR. Dat transformatieplan gaat vanzelfsprekend ook gepaard met een besparingsprogramma. Tegen 2018 wil Engie nog eens 1 miljard aan operationele kosten besparen om de winstgevendheid en het dividend te beschermen. De eindbestemming is een performante nutsgroep, die geniet van een betere voorspelbaarheid van de resultaten, en met de belofte van een lichte maar gestage winstgroei. Zover is Engie nog niet.

In de eerste helft van dit jaar daalde de vergelijkbare omzet met 11,9% en de vergelijkbare bedrijfskasstroom (ebitda) met 4%. In de eerste plaats was dat een gevolg van lagere grondstoffen- en elektriciteitsprijzen. Ook de forse verzwakking van de Braziliaanse real (BRL) eiste zijn tol. De schade kon nog worden beperkt door enkele meevallers, zoals de heropstart van de Belgische kerncentrales Doel 1 en 3 en Tihange 2, de opstart van nieuwe capaciteit en de eerste resultaten van het besparingsprogramma. Op het niveau van de recurrente bedrijfswinst (rebit) is de daling minder uitgesproken dankzij een daling van de afschrijvingskosten. Vorig jaar werd voor 6,8 miljard EUR afgeboekt op activa uit, vooral, de oliewinning en de lng-handel.

De groep bevestigt de jaardoelstellingen: een rebit van 2,4 à 2,7 miljard EUR en een rebitda tussen 10,8 en 11,4 miljard EUR. Met een beetje goede wil kan dat worden gezien als een signaal van stabielere resultaten. Impliceert dat ook een stabiel dividend de volgende jaren? Want beleggers kijken naar Engie vooral voor het dividendrendement. Zoals bekend verlaagt Engie zijn dividend van 1 EUR bruto over het boekjaar 2016, naar 0,7 EUR voor de jaren 2017 en 2018. Een dividend van 1 EUR bruto was moeilijk houdbaar, omdat op die manier bijna 100% van de winst werd uitgekeerd. Bovendien is het bedrijf bezig met een investeringsprogramma van 22 miljard EUR om de transformatie vorm te geven, al moeten dus desinvesteringen ter waarde van 15 miljard helpen om dat programma te financieren. Dat nieuwe dividendbeleid heeft dan ook een solide basis om op verder te bouwen. De netto schuldgraad bijvoorbeeld bedraagt 2,4 keer de ebitda, lichtjes onder de eigen doelstelling van 2,5 keer ebitda.


Conclusie

De transformatie van Engie is een werk van lange adem. Met een koers-winstverhouding van 14 en een ondernemingswaarde (ev) die 6 keer de bedrijfskasstroom (ebitda) bedraagt, biedt het aandeel herstelpotentieel als de energieprijzen hoger kruipen. Het verlaagde dividend is nog goed voor een aantrekkelijk dividendrendement van 4,8% bruto.

Advies: koopwaardig

Risico: gemiddeld

Rating: 1B

Partner Content