Glencore

Van de vier basisgrondstoffen die met de tradingdivisie het grootste deel van de groepswinst opleveren, oogt de situatie op korte termijn enkel gunstig bij nikkel.

De grondstoffengroep Glencore zette na een bestaan van bijna vier decennia in de schaduw in 2011 de stap naar de beurs. Ongeveer twee jaar na de beursintroductie werd sectorgenoot Xstrata, waarin het al een participatie van 34% had, volledig ingelijfd. Officieel ging het om een fusie van gelijken die de vierde grondstoffengroep ter wereld creëerde, maar al snel werd duidelijk dat Glencore de bovenhand had. Vorige maand werd op de algemene aandeelhoudersvergadering beslist om amper een jaar na de fusie de naam Xstrata uit de bedrijfsnaam weg te laten. De groep heet voortaan dus weer gewoon Glencore.

Bij de metalen levert koper de hoogste winstbijdrage, gevolgd door steenkool, nikkel en zink. De groep onderscheidt zich van de andere grote grondstoffenbedrijven met een vrij grote marketing- en tradingdivisie (fysieke grondstoffenhandel). Die activiteit is een stuk minder cyclisch dan de mijnbouw en zorgt in moeilijkere tijden voor het nodige tegengewicht. Dat was nodig, want de grondstoffensector heeft het moeilijk door oplopende kosten, strengere regelgeving en lagere prijzen.

In het eerste volledige jaar als gecombineerde groep realiseerde Glencore een aangepaste nettowinst van 3,67 miljard USD tegenover een (pro forma) samengeteld cijfer van 3,06 miljard USD een jaar eerder. Door de afschrijving op de waarde van de overgenomen activa was er wel een nettoverlies van 7,4 miljard USD. De onderliggende prestatie was wel beter dan verwacht. De bedrijfskasstroom of ebitda bedroeg 13,1 miljard USD tegenover een consensusprognose van 12,3 miljard USD. Daarbij liet de handelstak een vooruitgang van 17% optekenen, tegenover een afname met 4% voor de mijnbouwactiviteit.

Nog op de aandeelhoudersvergadering werd aangekondigd dat 350 miljoen USD aan bijkomende kostenbesparingen werden gerealiseerd door overlappende activiteiten te schrappen. Glencore ligt daarmee op schema om dit jaar 2,4 miljard USD te besparen. De groep mikt voor volgende jaar op 2 miljard USD aan besparingen. De prognose voor de jaarlijkse uitgaven werd bijgesteld van 4 tot 5 miljard USD naar hoogstens 4 miljard USD. Deze maatregelen moeten de vrije kasstroom terug opkrikken.

Glencore sloot het vorige boekjaar af met een nettoschuld van 35,8 miljard USD of ongeveer 2,7 keer de ebitda. Sindsdien werd wel de Las Bambas-kopermijn in Peru verkocht aan de Chinese MMG Group voor 5,85 miljard USD. Deze verkoop kwam er om aan de eisen van de mededingingsautoriteiten te kunnen voldoen. Vorige maand profiteerde Glencore van de extreem lage rente door een deel van de schulden te herfinancieren. Het ging om 8,7 miljard USD op één jaar en 6,6 miljard USD via een kredietlijn van vijf jaar. Glencore betaalt 30 basispunten minder dan bij de vorige regeling, wat op dergelijke bedragen al snel een flinke besparing betekent. Het dividend werd met 5% opgetrokken waardoor het rendement van het aandeel iets boven 2% uitkomt.

Conclusie

Van de vier basisgrondstoffen die met de tradingdivisie het grootste deel van de groepswinst opleveren, oogt de situatie op korte termijn enkel gunstig bij nikkel. Door onderinvesteringen en een hogere consumptie kunnen er in 2015 ook al tekorten zijn bij koper en zink. Tegen 1,4 keer de boekwaarde is het aandeel aantrekkelijk gewaardeerd.

Advies: koopwaardig

Risico: gemiddeld

Rating: 1B

Partner Content