Koper voor Amerikaanse zoutactiviteiten

K+S verliest noodgedwongen een stabiele bron van inkomsten.

De aanhoudend slechte omstandigheden op de potasmarkt noopten de Duitse meststoffen- en zoutproducent K+S (voluit Kali und Salz) eind vorig jaar zijn strategische plan Shaping 2030 te versnellen. Centraal in het bijgestuurde plan staat de vermindering van de nettoschuld van 3,12 miljard euro (eind 2019) met ruim 2 miljard euro tegen eind 2021.

De hoge schuld, 4,9 keer de bedrijfskasstroom of ebitda van 2019, is een gevolg van de bouw voor 3,1 miljard euro van Legacy, het eerste nieuwbouwpotasproject in de Canadese provincie Saskatchewan in meer dan veertig jaar. Het plan was de nettoschuldgraad tegen eind 2020 te doen zakken naar maximaal 2,8 keer de ebitda, door de opstart van Legacy en de relatief stabiele inkomsten uit de zoutafdeling. Maar de aanhoudend lage prijzen voor potas maakten dat onhaalbaar.

Bij de jaarrapportering in maart meldde K+S dat het zijn Amerikaanse zoutactiviteiten tegen eind 2020 zou verkopen, om de schuld af te bouwen. De afdeling bestaat in hoofdzaak uit drie bedrijven, die K+S in het verleden kocht. In 2006 nam K+S het Chileense SPL over, nu K+S Chili. In 2009 kocht het Morton Salt in de VS en Windsor Salt in Canada. In 2019 boekte de afdeling 1,53 miljard euro omzet. Dat is 37,6 procent van het groepstotaal van 4,07 miljard. De ebitda bedroeg 230 miljoen, goed voor 36 procent van het groepstotaal van 640,4 miljoen. Op 5 oktober meldde K+S een verkoopovereenkomst met Stone Canyon Industries Holding (SCIH). Het betaalt 3,2 miljard dollar (inclusief schulden), of 12,5 keer de ebitda van 2019. Dat is meer dan verwacht. De verkoop wordt wellicht tegen de zomer van 2021 afgerond. Er is wel nog de goedkeuring van de mededingingsautoriteit nodig, want SCIH heeft met dochterbedrijf Kissner Group een aanzienlijke zoutactiviteit in de VS. Door de hoger dan verwachte opbrengst zal K+S de verhoopte schuldafbouw tegen eind 2021 halen.

De verkoop van de Amerikaanse zoutactiviteiten gaat gepaard met een grondige reorganisatie van de overige activiteiten en administratieve diensten tegen eind 2020. Die brengt tot 40 miljoen euro eenmalige kosten met zich, maar ze zou de kosten vanaf 2021 jaarlijks met 60 miljoen terugdringen, een daling met 30 procent. Dat is geen overbodige luxe, blijkt uit de halfjaarcijfers. De groepsomzet daalde in de eerste jaarhelft met 9,9 procent, tot 1,93 miljard euro. De omzet van de Amerikaanse zoutactiviteiten zakte naar 695 miljoen euro (-15,5%), die van Europa+ (de Europese meststoffen- en zoutactiviteiten plus de Canadese potasmijn Legacy) naar 1,23 miljard (-6,5%). Maar bij Europa+ zakte de ebitda naar 182,9 miljoen euro (-40,1%), bij de Amerikaanse zoutactiviteiten steeg ze naar 139,8 miljoen (+15,3%). Op groepsniveau zakte de ebitda met 27,8 procent naar 288,9 miljoen euro, of een daling van de ebitda-marge van 18,7 naar 15 procent. De gezuiverde vrije kasstroom halveerde tot 161 miljoen euro, en zou op jaarbasis rond het nulpunt eindigen. Vorig jaar was dat cijfer met 140 miljoen euro voor het eerst sinds 2013 positief. Op jaarbasis mikt K+S op een ebitda van 480 miljoen euro, een stevige daling tegenover een al ontgoocheld 2019 (640,4 miljoen).


Conclusie

De hoger dan verwachte opbrengst van de verkoop van de Amerikaanse zoutactiviteiten is uiteraard positief, maar K+S verliest zo ook wel noodgedwongen een stabiele bron van inkomsten. Het aandeel van K+S reageerde eerst opgelucht op de deal, maar ging onlangs opnieuw aan het dalen. Voor een koopadvies wachten we op positievere signalen uit de potasmarkt.


Advies: houden/afwachten

Risico: hoog

Rating: 2C

Koers: 6,5 euro

Ticker: SDF GY

ISIN-code: DE000KSAG888

Markt: Frankfurt

Beurskapitalisatie: 1,25 miljard euro

K/w 2019: 14

Verwachte k/w 2020: 27

Koersverschil 12 maanden: -49%

Koersverschil sinds jaarbegin: -40%

Dividendrendement: 0,6%

Partner Content