Newmont Mining

Newmont staat er financieel beter voor dan Barrick Gold, met een lagere schuldgraad en hogere kasstromen.

Vorig jaar was het derde opeenvolgende verliesjaar voor het goud, waarbij het metaal 10% in dollar (USD, vlak in euro) moest inleveren. Newmont Mining deed het beter dan het gemiddelde bij de goudmijnen. De Amerikaanse mijngroep is, na Barrick Gold, de grootste goudproducent ter wereld met mijnen in de Verenigde Staten, Australië, Nieuw-Zeeland, Ghana, Peru en Indonesië. Naast goud wordt er ook koper geproduceerd (16% van de groepsomzet). De aandeelhouders van Newmont kregen, net zoals de meeste sectorgenoten, zware afschrijvingen en waardeverminderingen te slikken. Het bedrijf is echter al een heel eind gevorderd met het opkuisen van de balans. De nettoschuld daalde sinds 2013 al met 35% en bedraagt nu 3,4 miljard USD of iets meer dan één keer de bedrijfskasstroom (ebitda), te vergelijken met een sectorgemiddelde van 2,5 keer ebitda. Tot 2018 zijn er ook geen grote terugbetalingen.

Na drie kwartalen was er een vrije kasstroom van 941 miljoen USD voor 2015. De groep keert een bescheiden dividend uit, maar dat is gekoppeld aan de goudprijs. Newmont beschikt over 6,4 miljard USD aan liquiditeiten. De geplande uitbreidingen zullen de kapitaaluitgaven in 2016 tussen 1,2 en 1,4 miljard USD doen uitkomen. In 2017 moet dit verder terugvallen naar 900 miljoen USD tot 1 miljard USD. Daarna zullen de uitgaven volgens Newmont stabiliseren tussen 700 en 800 miljoen USD. In het derde kwartaal lag de output met 1,34 miljoen ounce (+16% op jaarbasis) alvast op het hoogste niveau van de voorbije kwartalen. Voor dit jaar wordt op een output tussen 4,8 en 5,3 miljoen ounce gerekend. De verkoop van activa had weinig impact op de productie, omdat die werd gecompenseerd door de aankoop van de Cripple Creek & Victor-mijn (CC&V) van AngloGold Ashanti. Newmont betaalde eind vorig jaar iets meer dan 800 miljoen USD voor die mijn in de Amerikaanse staat Colorado, die 211.000 ounce goud en 110.000 ounce zilver opleverde in 2014.

Newmont mikt voor de komende twee jaar op een productie tussen 350.000 en 400.000 ounce. De groep beschikt over een goed gevulde pijplijn aan projecten waarvan er enkele dit en volgend jaar al operationeel worden. In 2016 is het de beurt aan de Merian-mijn in Suriname, die voor een kwart in handen is van de lokale overheid. Merian zal jaarlijks goed zijn voor 300.000 tot 375.000 ounce aan een totale kostprijs in de buurt van 700 USD. De start van Long Canyon in Nevada zal jaarlijks 100.000 tot 150.000 ounce bijdragen aan de groepsproductie. Bij die mijn zullen de productiekosten met 600 USD nog lager uitkomen. Beide activa moeten de output tegen 2017 opkrikken naar 5,2 tot 5,7 miljoen ounce. Verder staan nog de uitbreiding van Tanami en Ahafo op de planning. Die moet de output verhogen, de kosten reduceren en de levensduur van de mijn verlengen. Tijdens de drie eerste kwartalen van 2015 lagen de gemiddelde totale productiekosten van de groep op 864 USD per ounce. Dat is iets hoger dan Barrick, maar in vergelijking met de sectorgenoten nog altijd aan de lage kant.


Conclusie

Newmont staat er financieel beter voor dan Barrick Gold, met een lagere schuldgraad en hogere kasstromen. Bovendien zal de productie de komende jaren verder toenemen. Dat wordt nog niet vertaald in een hogere waardering, want het aandeel noteert tegen 0,8 keer de boekwaarde.

Advies: koopwaardig

Risico: gemiddeld

Rating: 1C

Partner Content