Aluminium komt dichter bij marktevenwicht in 2014

Aluminium is op dit moment een tegendraadse investering. Maar als de normale marktwerking zijn gang gaat, is het niet meer dan logisch dat de vraag en het aanbod een nieuw evenwicht vinden.

De Goldman Sachs Commodity Index (GSCI) verloor dit jaar 4%, wat een stuk minder goed is dan de prestatie van de aandelenmarkten. Toch geeft de GSCI nog een vertekend beeld en wel in positieve zin. Energie, dat het dit jaar nog vrij behoorlijk deed, is oververtegenwoordigd in de index en haalt dus het gemiddelde cijfer omhoog. Een groep die het een stuk slechter deed, is die van de basismetalen. De London Metal Exchange-index (LME) van zes basismetalen verloor dit jaar 10%. Maken we abstractie van tin, het enige basismetaal dat op winst staat, dan loopt het verlies nog hoger op.

We hadden het enkele weken geleden al over nikkel (IB-43B). In deze bijdrage komt aluminium aan bod. De prijs van een ton aluminium daalde dit jaar met 10%. Vorig jaar was er een overaanbod van 1,2 miljoen ton door de toename van de productie en de tragere groei van de vraag. Omdat aluminium, ondanks de prijsdalingen, lange tijd boven de marginale productiekosten bleef noteren, bleven vrijwillige productiebeperkingen lange tijd uit. In de loop van 2013 is daarin verandering gekomen, omdat de verkoopprijs voor steeds meer producenten dieper in de kostencurve sneed.

Uit de recentste cijfers van het International Aluminium Institute (IAI) bleek een grote divergentie tussen China en de rest van de wereld. In oktober daalde de productie buiten China met 3% op jaarbasis en met 2% op maandbasis, tot 65.000 ton per dag, het laagste cijfer sinds februari 2010. De capaciteitsbeperkingen beginnen dus stilaan een impact te hebben. Regionaal was de achteruitgang het grootst in Rusland (-14%), gevolgd door Latijns-Amerika (-9%) en Noord-Amerika (-4%).

Twee van de grootste aanbieders ter wereld hebben onlangs het mes gezet in een aantal grote projecten. Rusal zal dit jaar 324.000 ton minder produceren dan in 2012. Voor volgend jaar wordt een verdere afname met 647.000 ton vooropgesteld. Naast de sluiting van bestaande smelterijen worden ook nieuwe projecten uitgesteld. Alcoa besliste de capaciteit bij de Ma’aden-smeltfabriek in Saoedi-Arabië sterk te reduceren. De installatie werd ontworpen voor een productiecapaciteit van 740.000 ton op jaarbasis. Dat niveau zou pas in 2015 worden bereikt. Aanvankelijk werd voor volgend jaar op 631.000 ton gerekend, maar door een sluiting van een deel van de installatie kan dat cijfer tot 200.000 ton lager uitkomen.

Dat staat in sterk contrast met de productiecijfers uit China, waar de output vorige maand opnieuw met 14% op jaarbasis en 5% op maandbasis is toegenomen, tot 65.700 ton per dag, wat zelfs een nieuw recordniveau was. De centrale overheid in China slaagt er dus voorlopig niet in de overcapaciteit een halt toe te roepen. De sluiting van smelterijen in het zuiden wordt tenietgedaan door capaciteitsuitbreidingen in de provincie Xinjiang, waar de energieprijzen een stuk lager liggen. Energie heeft veruit het hoogste aandeel in de productiekosten. Wereldwijd haalde de Chinese groei de bovenhand, waardoor in oktober 136.000 ton aluminium per dag werd geproduceerd, 4,4% meer dan een jaar eerder. Dat cijfer ligt wel onder het recordniveau van februari (139.000 ton/dag).

Voor het volledige jaar wordt op een wereldwijde productiegroei met 4,5% gerekend. Er is ook goed nieuws van de vraagzijde. Het wereldwijde aluminiumverbruik lag in het derde kwartaal 8,5% hoger dan een jaar eerder. Afhankelijk van de schattingen zal de groei in 2013 op 5 tot 7% uitkomen.

Aanvankelijk werd voor 2013 opnieuw op een overaanbod van meer dan 800.000 ton gerekend. Verschillende instellingen stelden dat cijfer neerwaarts bij en Barclays Global gaat nu uit van 213.000 ton. De eerder beschreven trends van dit jaar zullen naar verwachting ook in 2014 doorzetten. Aanhoudende productiebeperkingen buiten China moeten de groei van het aanbod verder beperken, terwijl ook de vraag volgend jaar verder zal aantrekken. Daardoor mikt Barclays nu op een deficit van 275.000 ton in 2014.

Aluminium is, net als nikkel, op dit moment een tegendraadse investering. Als de normale marktwerking zijn gang gaat, is het niet meer dan logisch dat de vraag en het aanbod na twee opeenvolgende surplusjaren, gecombineerd met lagere prijzen, een nieuw evenwicht vinden. Of het voorspelde deficit een feit wordt, valt nog af te wachten. In anticipatie op een krappere markt is een investering in aluminium hoe dan ook geen gek idee.

Bij de hefboomproducten hebben beleggers de keuze tussen de turbo’s en de minifutures van RBS Markets die respectievelijk op Euronext Amsterdam en de Duitse beurs noteren.

Aluminium Mini Long

Isin-code: DE000AA7D610

Munt: EUR

Financieringsniveau: 1246,18

Referentieprijs: 1786,01

Stoploss: 1433

Hefboom: 3,13

Koers: 0,39

Deze mini long met het termijncontract voor levering in maart als onderliggende waarde is voor veel beleggers een goede mix tussen risico en potentieel rendement. Het verschil tussen de huidige aluminiumprijs en de stoploss bedraagt bijna 25%. Er noteren ook nog vier andere mini longs, waarvan twee met een hogere en twee met een lagere hefboom voor beleggers met een grotere of kleinere risicobereidheid.

De certificaten van dezelfde uitgever zijn niet zo interessant vanwege de lage participatiegraad, die het gevolg is van de prijsstructuur van de termijncontracten (in dit geval contango).

Partner Content