Eenzame, maar forse kopers

Inkoopprogramma’s van eigen aandelen zijn een van de drijvende krachten op Wall Street. Volgens strategen is zo’n situatie niet houdbaar.

De vraag naar Amerikaanse aandelen evolueert tussen bedrijven en investeerders op een tegenstrijdige manier, die zelfs geen voorgaande heeft. Het zijn in de eerste plaats de inkopen van eigen aandelen die de lopende stierenmarkt in het achtste jaar hebben gebracht. In het eerste kwartaal van het jaar werd naar schatting voor 165 miljard USD ingekocht door de bedrijven in de Standard & Poor’s500-index, de 500 belangrijkste Amerikaanse beursgenoteerde ondernemingen. Daarmee wordt het recordcijfer van het vierde kwartaal van 2007 zowat geëvenaard.

Die koopwoede staat in schril contrast met de verkopen van beleggingsfondsen en trackers (ETF’s) door individuele en professionele beleggers. Het gaat om bedragen tussen 50 en 60 miljard USD, een van de hoogste cijfers ooit. Analisten wijzen vooral op het risico dat die inkoop van eigen aandelen deels gefinancierd worden met geleend geld, geholpen door de extreem lage rentevoeten als gevolg van het ultrasoepele monetaire beleid. Het geld wordt niet geleend om investeringen te doen en voor toekomstige groei te zorgen, maar om via de inkoop van eigen aandelen de winst per aandeel op te krikken.

De Amerikaanse bedrijven uit de S&P500-index worden al drie kwartalen geconfronteerd met dalende winsten, zodat we over een winstrecessie spreken. Bovendien vrezen analisten aan het begin van het Amerikaanse resultatenseizoen dat ook in het eerste trimester van 2016 de winsten op jaarbasis voor de S&P500-index gedaald zijn, mogelijk zelfs met 8% gemiddeld. Dat is wel de reden waarom de groei van de inkopen van eigen aandelen aan het vertragen is.


Bedrijfswinsten onder druk

Dat inkoopprogramma’s van eigen aandelen deels de drijvende kracht zijn op Wall Street, blijkt ook uit het volgende feit: tijdens de black-out – de periode waarin het verboden is of wordt beperkt om in aandelen te handelen, als gevolg van de publicatie van de kwartaalcijfers – lieten de indexen op kwartaalbasis het afgelopen jaar de zwakste prestatie optekenen.

Voor strategen is het duidelijk dat de huidige situatie met een zo’n overwicht van de bedrijven die eigen aandelen inkopen niet houdbaar is. Ofwel komen de volgende maanden de investeerders terug naar de aankoopzijde en worden ze weer nettokopers van aandelen, aandelenfondsen of aandelen-ETF’s. Ofwel dreigt een nieuwe correctie, omdat de ondernemingen het huidige ritme van de inkopen meer dan waarschijnlijk niet zullen aanhouden, gezien de neerwaartse evolutie in de bedrijfswinsten.

Want ook in de voorbije decennia zagen we het terugschroeven of stopzetten van de inkoopprogramma’s van eigen aandelen, zodra de bedrijfswinsten onder druk kwamen. Als dat proces op gang komt, zet het zich doorgaans gedurende een zekere termijn door. Gemiddeld is er tussen de piek van de inkopen en de bodem een terugval met 62% van de ingekochte bedragen. Het is duidelijk dat, als dat fenomeen zich de komende tijd zou herhalen, ook Wall Street aan het schuiven gaat en de cruciale steunzone 1700 à 1800 punten voor de S&P500-index weer zwaar onder druk komt.

Partner Content