Fors lagere activiteit op de primaire markt

Ongelooflijk hoe enkele woorden de markten kunnen verstoren. Zowel Ben Bernanke, de voorzitter van de Amerikaanse centrale bank, als Shinzo Abe, de Japanse eerste minister, heeft met zijn voornemens het vertrouwen van de beleggers flink geschaad.

De eerste door een geleidelijke stopzetting van de monetaire vrijgevigheid aan te kondigen, de tweede door een buitengewone monetaire expansie te beogen. Geen van beiden heeft echter tot heden zijn plannen tot uitvoering gebracht. Alan Greenspan, de vorige gouverneur van de Fed, had eveneens de gewoonte om zijn plannen lang op voorhand te onthullen, precies om de marktoperatoren de kans te geven om hun posities aan te passen. Vandaag blijken hun voornemens verwoestende krachten los te maken.

Het is nu al drie weken dat de markten geen enkele richting meer weten in te slaan. Beide heren moeten hun plannen dringend verduidelijken. Doen ze dat niet, dan zou dat negatieve gevolgen kunnen hebben. Dat ooit een einde komt aan de monetaire expansie, staat buiten kijf. De vraag blijft echter hoe dit zal gebeuren. Het economisch herstel, voor zover dat vandaag geloofwaardig is, is te broos om een te snelle ommekeer in de monetaire politiek te verdragen.

We hoeven maar twee feiten aan te halen om de bekommernis van de marktoperatoren beter te begrijpen. In Europa moeten de regeringen, zowel binnen de eurozone als erbuiten, dit jaar nog zowat 1770 miljard euro (EUR) ophalen om hun zaken te financieren. Elke rentestijging zou de financiële last hiervan fors verzwaren.

De Europese banken krijgen het ook lastiger. De voorbije jaren hebben ze massaal in staatspapier belegd, meer bepaald in de leningen van hun land van herkomst. Wat in tegenspraak is met hun wil om meer internationaal samen te werken en veeleer doet denken aan een financiële vorm van protectionisme. Eind april bezaten de banken van de eurozone volgens de gegevens van de Europese Centrale Bank (ECB) meer dan 1720 miljard EUR aan staatsleningen. Banken hoeven geen reserves aan te leggen tegenover hun bezit aan staatspapier, ten minste in hun eigen land. Bovendien kunnen ze dat papier gebruiken om goedkope kredieten van hun centrale bank te verkrijgen.

Dat papier is dus voor hen een gewaarborgd liquiditeitsmiddel. Banken zijn sinds 2010 verplicht over voldoende liquiditeiten te beschikken om gedurende dertig dagen het hoofd te bieden aan massale terugtrekkingen. Niet alle banken komen vandaag die verplichting al na; ze moeten tegen januari 2015 60% bezitten en pas tegen 2019 volledig ingedekt zijn. Als de waarde van het staatspapier krimpt als gevolg van de rentestijging, dan zullen de banken voor problemen komen te staan om hun verplichtingen na te leven.

Er rijst een ander probleem in dit verband. Als de rentetarieven hun opmars echt aanvatten, dreigt de markt verzadigd te geraken met verkooporders en zullen de obligatietegoeden die de banken in het kader van hun verplichtingen bewaren nog sneller in waarde dalen. Voorlopig bestaan er geen doeltreffende alternatieve beleggingen om die waardeverminderingen te compenseren. Afgeleide producten als dekking tegen averechtse renteontwikkelingen zullen niet baten. Te meer omdat is vastgesteld dat sommige banken al jaar en dag de referentietarieven manipuleerden. De monetaire overheid van Singapore heeft er zo net een twintigtal aangeklaagd. Ze manipuleerden ook wisselkoersen en aanverwante producten.

De onrust was de afgelopen week overal voelbaar. Op de wisselmarkt werd de dollar (USD) al weer heen en weer geslingerd, binnen een band van meer dan 3%. Speculanten die posities met geleend geld financierden (carry trade), hadden geen andere keuze dan ze af te sluiten. Wat natuurlijk hevige koersbewegingen veroorzaakte op de wisselmarkt. Een heleboel centrale banken was dan ook verplicht om tussenbeide te komen om het tij te keren. Sommige onder hen slaagden daarin erg goed in, zoals de Turkse die in staat bleek de lira (TRY) 1,2% op te peppen tegenover de euro (EUR). De Braziliaanse centrale bank intervenieerde eveneens en de real (BRL) herwon 0,4%. Ook de Australische en de Nieuw-Zeelandse centrale banken traden op. Hun dollars klommen met respectievelijk 0,6% (AUD) en 1,1% (NZD). De Zuid-Afrikaanse rand (ZAR) verstevigde met 0,3%. Ook de munten uit het voormalige Oostblok verdapperden flink, met vooraan de Roemeense leu (RON) die 2% versterkte, gevolgd door de Poolse zloty (PLN) +1,7% en de Hongaarse forint (HUF) +1,5%.

Op de internationale obligatiemarkt ging de slachting onverminderd voort. De dalende stukken overtroffen stelselmatig de stijgende, weliswaar in mindere mate dan de week voordien. Beleggers gingen duidelijk selectiever om. Opvallend was echter dat die stukken die de weken voordien het hevigst onderuitgingen, zich ietwat konden herstellen. De koerswinsten overschreden zelden 1%. Men telde gemiddeld tussen 3 à 10 maal meer dalende stukken dan omgekeerd. De dalingen overschreden vaak 4%. Alleen in ZAR, TRY en PLN telden we meer opwaarts gerichte stukken dan omgekeerd. De renteschalen bewogen lichtjes omhoog, met een zeer lichte verstrakking van hun curve (de kortetermijntarieven stegen iets trager dan de lange).

Op de primaire markt stelde men een forse vermindering van de activiteit vast. Zij die nog een kans zagen een lening aan de man te brengen, haastten zich. Zo bleek de vraag naar Pinguin (zonder rating), de Belgische producent van voedingswaren, zo groot dat de plaatsing na enkele uren werd afgesloten. Wie de boot heeft gemist, zal stukken op de grijze markt moeten kopen. IRC (zonder rating), filiaal van vastgoedgroep Ghelamco, brengt een privélening op 5 jaar uit die, tegen intekenvoorwaarden, 5,2% meer biedt dan het marktgemiddelde. Let wel, het stuk is achtergesteld. Het richt zich tot rijke beleggers. Hoewel de inschrijvingsperiode tot 1 juli loopt, kan de emittent stukken blijven aanbieden tot 31 december 2014, mits het totale bedrag in omloop de 70 miljoen niet overschrijdt. KBC en Belfius zullen voor de notering zorgen.

Citycon (BBB-), een Finse winkelvastgoedgroep actief in de Scandinavische landen, geeft een 7-jarige lening uit die 2,3% meer opbrengt dan het marktgemiddelde. Het stuk werd vrij goed onthaald en noteert al boven pari op de grijze markt. De nieuwe schijf in TRY van de EIB (AAA, supranationaal) is, gelet op de woelige koersbewegingen van de voorbije dagen, technisch in orde en komt in aanmerking voor wie een wisselverlies goed te maken heeft. De nieuwe schijf in USD van African Development Bank (AAA, supranationaal) is eveneens technisch perfect. Wie liever onder pari wil kopen, verwijzen we naar het alternatief KfW (AAA, met Duitse staatswaarborg). Rabobank (AA-) in CAD is correct, meer niet.

Partner Content