Grootste goudmijnen herwinnen hun glans

© Reuters

De Van Eck Vectors Gold Minersindex steeg met 135 procent, om de voorbije drie maanden wat gas terug te nemen. We lijken klaar voor een nieuwe opwaartse fase.

Het is een bewogen jaar voor de goudmijnen. Eerst was er de crash van maart, waarna de koers van de meeste goudmijnaandelen verdubbelde of zelfs verdrievoudigde in de periode van april tot juli. Dan volgde een gezonde correctie. We lijken klaar voor een nieuwe opwaartse fase. De Van Eck Vectors Gold Miners-index steeg tussen maart en begin augustus met 135 procent, om de voorbije drie maanden wat gas terug te nemen. We bekijken de toestand van vijf grote gouddelvers die een groot gewicht hebben in de goudmijnindex.

Newmont: tijdelijk hogere productiekosten

Na de overname van Goldcorp werd Newmont (ticker NEM) ‘s werelds grootste gouddelver. De groep heeft 95,7 miljoen troy ounce goudreserves en daarnaast nog 63 miljoen troy ounce goud-equivalente reserves in de vorm van koper, zilver, zink en lood. Voor de coronacrisis werd een output van 6,4 miljoen troy ounce vooropgesteld, maar die prognose werd teruggeschroefd naar 6 miljoen. Dat neemt niet weg dat de omzet in het pas afgelopen kwartaal een record bereikt. De gemiddelde goudprijs lag bijna 200 dollar per troy ounce hoger dan in het tweede kwartaal. Per 100 dollar dat de goudprijs stijgt, neemt de vrije kasstroom met 400 miljoen dollar toe. Op basis van een gemiddelde prijs van 1900 dollar stevent Newmont dit jaar af op een vrije kasstroom van 2,8 miljard dollar.

Daardoor kon de gouddelver zijn schulden afbouwen en tegelijk zijn aandeelhouders plezieren. De nettoschuld is afgenomen tot 0,6 keer de bedrijfskasstroom (ebitda). Newmont keerde de voorbije zes kwartalen al meer dan 2 miljard dollar uit in de vorm van dividenden en aandeleninkopen. Tussen 2021 en 2023 zal de goudproductie telkens tussen 6,2 en 6,7 miljoen troy ounce uitkomen. De productiekosten nemen naar verwachting af van 1015 dollar per troy ounce dit jaar naar 800 tot 900 dollar in 2023. Newmont is een stabiele waarde in een goudportefeuille en blijft koopwaardig met het oog op hogere goudprijzen.

Barrick Gold: favoriet van Warren Buffett

Ook Barrick Gold (ticker GOLD), de op één na grootste gouddelver, moest zijn productieprognose voor 2020 verlagen, maar dat had weinig te maken met de coronacrisis. De overheid van Papoea-Nieuw-Guinea weigerde de exploitatievergunning van de Porgera-mijn te verlengen. Porgera, die ongeveer 5 procent van de groepsproductie oplevert, staat op non-actief zolang de gerechtelijke procedures lopen. Toch zal de output nog altijd tussen 4,6 en 5 miljoen troy ounce goud uitkomen.

Barrick kreeg er onlangs een bekende aandeelhouder bij. Berkshire Hathaway, het investeringsfonds van beleggingsgoeroe Warren Buffett, kocht in het tweede kwartaal 21 miljoen aandelen van Barrick. Die investering is een trendbreuk, want Buffett had lange tijd geen hoge pet op van goud als investering. Maar hij is wel een fan van hoge en groeiende winstmarges, en op dat gebied scoort de gouddelver uitstekend.

De totale productiekosten liggen met 920 tot 970 dollar per troy ounce lager dan bij Newmont. Barrick boekte in de eerste helft van vorig jaar een brutowinstmarge van 400 dollar per troy ounce. Een jaar later is dat cijfer nagenoeg verdubbeld. Gezien de recente evolutie van de goudprijs, wordt het derde kwartaal nog beter. Barrick beschikt daarnaast ook over een sterke balans en een uitstekend management – nog twee stokpaardjes van Buffett. Ook financieel zit het goed, met een schuld die amper 0,3 keer de ebitda bedraagt en eind dit jaar zal terugvallen tot onder 1 miljard dollar. Barrick kan ook rekenen op een goed gevulde pijplijn van nieuwe projecten. Door de lagere productiekosten en de lagere schulden verkiezen we Barrick boven Newmont.

AngloGold: exit Zuid-Afrika

Op basis van de output is AngloGold (ticker AU) is de op twee na grootste goudproducent ter wereld, met een sterke aanwezigheid in Afrika. Obuasi (Ghana), Keita (Tanzania) en Kibali (Democratische Republiek Congo) zorgen voor de helft van de groepsproductie en de bedrijfswinst (ebitda). Eerder deze maand werd de verkoop van de resterende Zuid-Afrikaanse activa aan Harmony afgerond. AngloGold is ook nog actief op het Amerikaanse continent en in Australië.

De coronamaatregelen hadden een negatieve impact van 85.000 troy ounce op de output in de eerste jaarhelft, waardoor die op 1,47 miljoen troy ounce uitkwam. Inclusief de bijdrage van de Zuid-Afrikaanse activa gedurende drie kwartalen, zal de groepsproductie dit jaar rond 3 miljoen troy ounce schommelen. Exclusief Zuid-Afrika wordt dat 2,8 miljoen. De verkoop heeft wel een gunstig effect op de gemiddelde productiekosten. AngloGold bouwde zijn nettoschuld af naar 1,4 miljard dollar, of 0,7 keer de ebitda.

Met Quebradona (koper) en Gramalote (goud) heeft AngloGold twee beloftevolle projecten in de pijplijn. Van beide activa, gelegen in Colombia, wordt volgend jaar een haalbaarheidsstudie verwacht. AngloGold noteert met een korting tegenover de sectorgenoten, maar heeft een iets groter risicoprofiel.

Kinross Gold: geopolitieke korting

Bijna de helft van de goudproductie van Kinross Gold (ticker KGC) komt uit Rusland en West-Afrika, waar het geopolitieke risico groter is dan in Noord-Amerika en Australië. Dat bleek nog eens toen Kinross Gold zijn exploratielicentie in Mauritanië moest verlengen en de overheid dat koppelde aan het regelen van een oud belastingdispuut. Het West-Afrikaanse land is cruciaal voor de uitbreidingsplannen van Kinross, zodat het daar toegevingen moest doen. Om de komende dertig jaar in Tasiast naar goud te mogen zoeken, moest Kinross de Mauritaanse overheid een aandeel in de opbrengst van de nieuwe mijn geven.

Daartegenover staat dat Rusland en West-Afrika vrij goed gespaard bleven van de coronacrisis. De mijnen in Zuid-Amerika werden het hardst getroffen, zodat de productie in de eerste jaarhelft bleef steken op 1,14 miljoen troy ounce. Het productiecijfer van vorig jaar (2,5 miljoen) zal niet worden geëvenaard, maar Kinross rekent op 2,4 miljoen en een totale productiekostprijs van 970 dollar. Volgend jaar zou de output nog stabiel blijven, maar vanaf 2022 rekent de mijngroep op een substantiële productiestijging naar 2,7 miljoen en zelfs 2,9 miljoen in 2023. Die groei zou volledig organisch zijn (zonder overnames), met uitbreidingen van Kupol (Rusland), Fort Knox en Bald Mountain (beide Verenigde Staten), Chirano (Ghana) en de tweede fase van Tasiast.

Samen met de hogere output zouden de productiekosten verder afnemen. Kinross beschikt over 2,3 miljard dollar aan liquiditeiten (cash plus een kredietlijn) en de vrije kasstroom is positief. Voor het eerst in zeven jaar betaalt de groep opnieuw een – bescheiden – dividend. Kinross is door de geopolitieke korting goedkoper dan het sectorgemiddelde en blijft koopwaardig.

Agnico-Eagle Mines: oogsttijd aangebroken

Het Canadese Agnico-Eagle Mines (ticker AEM) investeerde tussen 2017 en 2019 bijna 3 miljard dollar in de bouw van nieuwe mijnen. Daardoor was de vrije kasstroom over die periode voor meer dan 850 miljoen dollar negatief. Vorig jaar heeft de groep met Meliadine en Amaruq in de noordelijke Canadese provincie Nunavut twee activa opgestart. Agnico-Eagle telt acht operationele mijnen, verspreid over Canada, Mexico en Finland.

In de eerste jaarhelft moesten zeven van de acht mijnen tijdelijk de productie staken als gevolg van de coronacrisis. Enkel Kittila in Finland bleef gespaard en haalde in het tweede kwartaal zelfs een recordproductie. Over 2019 bereikte de output op groepsniveau een record van 1,78 miljoen troy ounce. Begin dit jaar bedroeg de prognose voor 2020 nog 1,8 miljoen troy ounce, maar dat werd door de tijdelijke sluitingen verlaagd naar 1,7 miljoen. De totale productiekostprijs van 1050 dollar per troy ounce in de tweede jaarhelft maakt dat de vrije kasstroom tegen de huidige goudprijs positief is, want de grootste investeringen liggen achter de rug.

Voor 2021 rekent Agnico-Eagle op een output van 2,05 miljoen troy ounce, die verder oploopt naar 2,1 miljoen een jaar later. De groei gebeurt volledig op eigen kracht, want het gaat om uitbreidingen van bestaande projecten. De expansie van Kittila en de tweede fase van Meliadine moeten de output de komende twee jaar met bijna een kwart opkrikken. Met een ondergrondse uitbreiding van Amaruq en Canadian Malartic is de pijplijn nog niet leeg.

De nettoschuld van de mijngroep bedroeg na de eerste jaarhelft 1,4 miljard dollar. Agnico-Eagle noteert met een premie tegenover de sectorgenoten, maar die kan worden verantwoord door de kwaliteit van de activa en het groeiprofiel van de groep.

Partner Content