Het paard en het water

Er is zeker nog ruimte voor meer geld richting de Europese aandelenmarkten.

Enerzijds is er een haast onuitputtelijke geldvoorraad dankzij de vele monetaire verruimingsprogramma’s van de centrale banken, waaronder onder meer de Europese Centrale Bank en de Bank of Japan. Dat zorgt voor historisch lage rentestanden haast overal in de wereld. Anderzijds zien we echter dat gezinnen historisch gezien enorm veel blijven sparen en bedrijfsleiders weinig investeren. Zij handelen nog steeds alsof we ons midden een (zware) economische en financiële crisis bevinden. Het blijft een bizarre situatie. Zeker als we in ogenschouw nemen dat de energie- en grondstoffenprijzen fors aan het dalen zijn. Dat laatste betekent dat er extra ruimte komt in het gezinsbudget en het verlaagt de productiekosten van de bedrijven. Spetterende groeicijfers zien we dezer dagen dan ook haast nergens.

Zorgen over de hoge staatsschuld, het behoud van de job, zwak politiek leiderschap, regelmatige belastingverhogingen, besparingen in diverse domeinen, twijfels over de betaalbaarheid van de pensioenen door de verregaande vergrijzing maken consumenten erg onzeker over de toekomst. De huidige generatie is er niet meer van overtuigd dat de volgende het (automatisch) beter zal hebben. Ook bedrijfsleiders zijn hun groeiperspectief kwijt en hebben het niet meer over een rooskleurige toekomst. De centrale bankiers hebben de paarden (consumenten en bedrijfsleiders) wel naar het water gebracht, maar die paarden drinken er maar in heel beperkte mate van.

Vertrouwen wekken

De ontbrekende factor waarvoor de centrale banken niet (alleen) kunnen zorgen is precies het vertrouwen, het vertrouwen in een betere toekomst. Weifelende, inconsequente, besluiteloze regeringen die structurele hervormingen voor zich uit schuiven kunnen op weinig steun en begrip rekenen bij de bevolking. Ze kunnen hun burgers niet overtuigen dat hun maatregelen voor beterschap zullen zorgen.

Het zijn diezelfde twijfelende consumenten en bedrijfsleiders die ook de rol van spaarders, beleggers en investeerders op zich nemen. Logisch dat ze zich ook in die rol gereserveerd opstellen. Ondanks (quasi) geen vergoeding staat er, bijvoorbeeld, in België maand na maand opnieuw een recordbedrag op spaarboekjes. Dat bedrag is intussen al opgelopen tot boven 260 miljard EUR of afgerond 24.000 EUR per Belg. Niet echt rationeel, maar te verklaren vanuit een ingeslopen wantrouwen.

Dat betekent wel dat zeker nog ruimte is voor meer geld richting de aandelenmarkten. Er is duidelijk een tendens tot meer aandelenbeleggingen, rechtstreeks en onrechtstreeks (via aandelenfondsen). Maar het is zeker geen wildgroei. Het kan heus nog beter. Het nog minstens 1 jaar aangehouden beleid van maandelijks opkopen van (staats)obligaties door de ECB, het milderen van de besparingsmodus bij de overheden en meer fiscale stabiliteit, het verbeteren van de groei… zijn allemaal elementen die steeds meer mensen kunnen motiveren om (wat) meer geld richting aandelen te laten vloeien. Een bijkomende factor om ervan uit te gaan dat we de komende tijd nog hoger kunnen op de Europese beurzen.

Partner Content