Japan verrast, yen onderuit

De Japanse centrale bank voert haar maandelijkse aankopen op tot 80.000 miljard yen.

Terwijl de gevolgen van de doorgevoerde stresstest van de Europese Centrale Bank (ECB) nog worden verwerkt, vonden de afgelopen week twee belangrijke gebeurtenissen plaats. De eerste was verwacht en moest gewoon bevestiging krijgen: de Amerikaanse centrale bank (Fed) maakte een einde aan haar monetaire gulheid. De tweede volgde twee dagen later en kwam als een volledige verrassing: de Japanse centrale bank vergroot haar maandelijkse aankopen van financiële activa, hoofdzakelijk staatspapier, tot 80.000 miljard yen (JPY).

Einde Amerikaanse gulheid

Beide feiten worden natuurlijk door specialisten los van elkaar geanalyseerd. Ze kunnen als zuiver nationale maatregelen worden beschouwd. Maar in een geglobaliseerde wereld houdt zo’n benadering geen steek meer. De stopzetting van de monetaire expansie door de Fed betekent dat de banken niet langer over vers kapitaal kunnen beschikken om hun zaken te doen. Als ze geld moeten vergaren, moeten ze daarvoor voortaan de prijs betalen. Erger nog, de Fed zal vanaf nu haar kolossale tegoed aan financiële activa van meer dan 4.500 miljard dollar (USD) beetje bij beetje verkopen, wat eveneens een invloed kan hebben op de rentetarieven. Nu al begint de renteschaal van de dollar te verstrakken.

Het hoofd van de Fed, Janet Yellen, heeft wel bevestigd dat ze alles zou doen om de officiële rentestand zo laag mogelijk te houden. Als de marktomstandigheden het anders vereisen, zal de Fed niet anders kunnen dan haar tarieven optrekken. Dat zou weleens het prille herstel van de Amerikaanse economie kunnen bemoeilijken. Die groeide voornamelijk op basis van herwaarderingen en voorraadvormingen, niet zozeer op basis van tastbare productie. Ook de werkgelegenheidscijfers – hoe hoopgevend ze er ook uitzien – zijn nog niet van aard om een duurzaam vertrouwen te genereren. Vergeet niet dat wie één uur per week werkt, in de Verenigde Staten niet langer als werkloos opgenomen wordt.

Verruimde monetaire expansie

De beslissing van de Japanse centrale bank om haar monetaire expansie te verruimen, zal de banken zeker behagen. Wat Amerika niet langer voorziet, wordt nu opgevangen door Japan en binnenkort door de ECB. De markten kunnen rustig voort dobberen, de volatiliteit blijft er verzekerd, dus ook het winstpotentieel dat de grootbanken er uithalen. Natuurlijk wakkert die beslissing de deviezenoorlog aan. De Verenigde Staten zullen niet eindeloos apathisch toezien op de herwaardering van hun munt. Ook de Aziatische concurrenten van Japan, met voorop China, zullen eerstdaags tegenmaatregelen treffen.

De renteontwikkeling zal de komende maanden veel minder voorzienbaar zijn. Zolang het beschikbaar kapitaal van de ene regio naar de andere verschuift, zonder enig economisch doel anders dan speculatief, kan de kleinste onvoorziene gebeurtenis voor hevige rente- en wisselkoersbewegingen zorgen. Dat was al te merken de afgelopen week met de plotse inzinking van de Japanse yen (JPY). De munt verloor niet minder dan 2,5% tegenover de euro (EUR) die zelf 1,1% kwijtspeelde tegenover de USD. Die onstabiliteit heeft ook de grondstoffenprijzen aardig parten gespeeld. Wat op zijn beurt sommige munten in de war bracht.

BRL in herstel

De Braziliaanse real (BRL) blijkt het resultaat van de presidentiële verkiezingen volledig verteerd te hebben. Hij klom probleemloos met 2,7% de afgelopen week. De Turkse lira (TRY), ondanks de labiele politieke toestand in het land, verstevigde met gemak 2%. De Russische roebel (RUB) blijft gebukt gaan onder de dalende olieprijzen en verloor nogmaals 1,3%. De Russische centrale bank heeft op het einde van de week haar rentetarief opgetrokken om de daling van de munt te temperen.

Nog een andere factor zal ook zijn invloed uitoefenen op de renteontwikkeling, zeker in de eurozone. Sinds de massale geldcreatie in het Westen hebben de banken dat geld voor een stuk in staatspapier gestoken. In minder dan twee jaar tijd zijn die tegoeden verdubbeld bij de Europese banken. De aanschaf was niet alleen bedoeld om het papier te gebruiken in het kader van de talloze faciliteiten die de centrale banken intussen ontwikkelden, hij diende ook om van het renteverschil te profiteren (carrytrade).

De dag dat de rentetarieven definitief stijgen en dat sommige centrale banken hun tegoed aan staatsleningen beginnen te reduceren, zal de waarde van dat papier dalen. De soliditeit van het bankwezen zal dan onvermijdelijk aangetast worden. Wat op zijn beurt de renteontwikkeling zal beïnvloeden. De speelruimte voor de centrale banken blijft dus erg beperkt, willen ze een catastrofe vermijden.

Meer onzekerheid

Voor obligatiehouders betekent dit allemaal dat de toekomst onzekerder wordt. Hevige koersbewegingen zullen dagelijkse kost worden. Dat was vorige week al merkbaar. De meeste Europese soevereine emittenten presteerden voortreffelijk, wat niet belette dat enkele van hun leningen onbegrijpelijke inzinkingen meemaakten. Er wordt kennelijk van de ene waarde naar de andere doorgeschoven, net als de Zuid-Amerikaanse emittenten, waar de stukken de ene week stijgen, om dan evenveel te zakken de week daarop. Venezuela is daarvan een schoolvoorbeeld. Zo’n ontwikkeling staat de Europese soevereine emittenten nu te wachten.

Maar door het feit dat die emittenten ook als maatstaf fungeren, leidt hun grotere volatiliteit tot minder houvast voor de andere stukken. Als de renteschaal te wispelturig evolueert, beginnen de renteverschillen, vanwege kwaliteitsverschillen, zich ook wispelturiger te gedragen. Dergelijk fenomeen is tijdelijk van aard. Het is dan ook aanbevolen om steeds met limietorders te werken om elke verrassing te vermijden.

Weinig de moeite

Op de primaire markt was er niet zoveel voorhanden dat de moeite loonde. In Australische dollar (AUD) pakt Mercedes-Benz (A-) met een tweejarige lening uit die vrij scherp geprijsd is. We verwijzen naar het alternatief uit dezelfde sector, Toyota (AA-, alt. 1), dat kwalitatief beter is en meer opbrengt. Kosten en koersverschil mogen tot 1,75% oplopen. KfW (AAA, met Duitse staatsgarantie) in Nieuw-Zeelandse dollar (NZD) is eveneens te duur. U koopt dit stuk beter op de grijze markt (alt.3) tegen 99,73% (4,31%), zolang de kosten en het prijsverschil lager uitkomen dan 1,57%. Voor de nieuwe schijf van KfW in ponden (GBP) zijn er 60 dagen verlopen interesten te vergoeden bij de intekening.

Partner Content