Keuze voor achterblijvers

We blijven bij de stelling dat de Europese beurzen de komende maanden beter zullen presteren dan Wall Street.

Deze zomer kwam de eurozone uit de recessie en leek het langverwachte economische herstel eraan te komen. Het tweede kwartaal verraste in de meeste landen van de eurozone in aangename zin, zodat met (licht) positieve groeipercentages een einde aan anderhalf jaar recessie kon worden gesteld. Maar zo eenvoudig ligt dat economische herstel duidelijk niet, zo blijkt uit de cijfers over het derde kwartaal. De groei in de eurozone is al afgevlakt van 0,3 naar 0,1% en een groot land als Frankrijk moet alweer een negatieve groei van 0,1% optekenen. De structureel remmende factoren zijn en blijven groot voor Europa.

Op lange termijn blijven we dan ook veeleer pessimistisch voor de groei in de eurozone. Tenzij er eindelijk politieke moed is om de vele structurele tekortkomingen aan te pakken. Dat belet niet dat we ons op korte termijn – de volgende kwartalen – kunnen vinden in wat tijdelijke conjuncturele opklaringen voor de eurozone. Er is de symbolische renteverlaging die er mee voor heeft gezorgd dat de euro (EUR) terrein heeft verloren tegenover andere munten. De enorme sterkte van de Europese eenheidsmunt is zeker een belangrijke factor in de groeivertraging tijdens het afgelopen trimester. Verder zien we de fiscale druk van de overheden volgend jaar afnemen. Er zal nog voort worden bespaard en gesnoeid, maar minder fanatiek dan de jongste jaren. Psychologisch belangrijk wordt ook een daling van de werkloosheidsstatistieken.

Geen algemene beurshausse

We blijven dan ook bij de stelling dat de Europese beurzen de komende maanden beter zullen presteren dan Wall Street. Amerikaans kapitaal stroomt toe, fusies en overnames zitten in stijgende lijn, en hier zijn nog sectoren en individuele aandelen die zwaar zijn achtergebleven en nog fundamenteel goedkoop zijn. Al was het eerste het beste positieve economische nieuws uit de eurozone deze zomer voldoende om ook de achtergebleven sectoren, zoals de telecom- en de nutssector, van de opwaartse tendens te doen genieten.

Toch blijven er nog achterlopers te bespeuren op de Europese aandelenmarkten, waarvan de koersen zich nog in de buurt van de bodem van de voorbije jaren bevinden. We hebben het dan over bedrijven zoals Agfa-Gevaert, ArcelorMittal en Nyrstar – niet toevallig aandelen waarover we geregeld vragen krijgen. Als we volgend jaar enig economisch herstel krijgen in de eurozone en de interesse voor aandelen – vooral uit het buitenland – nog wat verder toeneemt, zijn dat zeker die aandelen die een stevige inhaalbeweging op de al mature algemene beursklim kunnen maken. Met Recticel (zie pag. 5) stellen we nog zo’n achterblijver voor, die bijna volledig afhankelijk is van Europa. Tot nader order zijn dat geen beleggingen voor de lange termijn, maar wel aandelen die de komende maanden de markt kunnen kloppen bij enkele positieve signalen.

Partner Content