Royal Dutch Shell

Efficiëntie moet omhoog

Na de eerste winstwaarschuwing in tien jaar weet de Nederlander Ben van Beurden al meteen wat gedaan. De nieuwe CEO van Royal Dutch Shell heeft zich na een erg zwak 2013 duidelijke doelstellingen opgelegd. Zo moet de operationele efficiëntie van de groep omhoog. Naar schatting 30% van de activiteiten zijn op dit moment verlieslatend, en dat is onaanvaardbaar. De groep moet ook efficiënter omspringen met kapitaal. De kapitaalinvesteringen waren vorig jaar met 45 miljard USD nooit zo hoog. De tijd van de megaprojecten met een onzekere uitkomst is voorbij. Een aantal voorziene investeringen werd al geschrapt en andere voor onbepaalde tijd uitgesteld. Daarnaast wil Shell de komende twee jaar voor minstens 15 miljard USD activa van de hand doen.

In de loop van 2013 zijn de marktomstandigheden zowel upstream (exploratie en ontginning) als downstream (raffinage en marketing) verslechterd. De winst gemeten volgens de current cost of supply (CCS), een cijfer dat enkel rekening houdt met operationele kosten en baten en niet met de wijzigingen in de waarde van de voorraden, daalde in het vierde kwartaal naar 2,2 miljard USD, tegenover nog 7,4 miljard USD een jaar eerder. Dat bracht de winst voor het volledige boekjaar op 16,7 miljard USD, bijna 40% minder dan in 2012. De opbrengst uit downstreamactiviteiten daalde vorig jaar met 16%.

In het vierde kwartaal liet echter vooral upstream het afweten, met een winstdaling van 43,7%. De oorzaak ligt bij een combinatie van factoren. Een eerste reden is de gestegen kostprijs bij het winnen van olie en gas. Daarnaast viel de productie terug door onderhoudswerkzaamheden die duurder waren dan verwacht. De aanslepende problemen in Nigeria deden daar nog een schep bovenop.

Aan de downstreamzijde brachten de raffinageactiviteiten weinig op door de lage marges. Vooral de Verenigde Staten worden overspoeld met goedkoop aardgas, waardoor de eigen schaliegasactiviteiten nauwelijks winstgevend zijn. Aardgas staat in voor ruim de helft van de groepsomzet. Shell heeft een grote blootstelling aan de downstreamzijde, die het nu probeert af te bouwen. Eerder dit jaar werd een groot deel van de Australische downstreamactiva verkocht voor 2,6 miljard USD aan de Zwitserse energietrader Vitol Group. De jongste weken werden ook raffinaderijen van de hand gedaan in het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Duitsland en Noorwegen. Glencore, dat had meegestreden om de Australische activiteiten van Shell binnen te halen, is naar eigen zeggen ook geïnteresseerd in de Nigeriaanse tak van de groep.

Volgens sommige analisten speelt Shell momenteel paniekvoetbal met de uitverkoop. We delen die analyse niet, omdat de groep bewust voor een kleinere schaalgrootte kiest. Het is niet zo dat Shell in slechte financiële papieren zit, want de schuldgraad bedraagt slechts 16,1%. Er is dus geen sprake van gedwongen verkopen. Bovendien werd, ondanks de tegenvallende resultaten, het dividend niet verlaagd. Dat kan tellen als signaal aan de aandeelhouders. Met een rendement van bijna 5% (bruto) behoort Shell tot de gulle dividendbetalers. In het vierde kwartaal werd 2,8 miljard USD uitgekeerd. De groep heeft verder ook nog een programma van aandeleninkoop lopen.

Conclusie

Shell heeft kleur bekend en kiest ervoor de groep drastisch af te slanken. Voor de aandeelhouders is dat een goede zaak, want traditioneel worden kapitaaldiscipline, een toenemende winstgevendheid en een hoog rendement op de beurs beloond. Vandaar de opname in de voorbeeldportefeuille.

Advies: koopwaardig

Risico: laag

Rating: 1A

Partner Content