Updates (deel 3)

Onze strategie op olie bleek een schot in de roos.

Deze week brengen we het laatste deel van de reeks updates over de verschillende scenario’s die de voorbije maanden in deze rubriek aan bod zijn gekomen.

Ruwe olie

Begin mei argumenteerden we dat het herstel van de olieprijs te ver was vooruitgelopen op de economische realiteit. Vanaf het dieptepunt waren Brent-Noordzeeolie en de Amerikaanse WTI-variant toen respectievelijk 45 en 50% duurder geworden. Een deel van de verklaring lag bij de dollar (USD), die na een flinke opmars in 2014 en begin dit jaar in april en mei wat terrein moest prijsgeven. Daarnaast werd ruwe olie ook duurder in anticipatie op een lagere output in de Verenigde Staten nadat het aantal actieve boorplatforms er week na week daalde. We schreven toen dat beide elementen van tijdelijke aard waren en dat de markt het aanhoudende overaanbod volledig negeerde.

Een kleine drie maanden later kunnen we stellen dat die strategie een schot in de roos was. Een vat WTI kostte toen op 61,83 USD, maar na een consolidatieperiode van enkele weken schommelt de prijs van het augustus-termijncontract intussen opnieuw rond de grens van 50 USD. Vooral juli was een erg slechte maand met een prijsdaling van 15%, het grootste verlies sinds december vorig jaar. De USD heeft zijn stijgende trend intussen hernomen in anticipatie op een nakende renteverhoging. Die verwachting is dan weer gebaseerd op uitspraken van Fed-voorzitter Janet Yellen en enkele beter dan verwachte macro-economische cijfers. De dollarindex noteert opnieuw op het hoogste peil in drie maanden en dat stuwde de olieprijs lager. Daarnaast is ook de daling van het aantal actieve boorplatforms zo goed als stilgevallen. Verschillende uitbaters van olievelden overwegen in de tweede jaarhelft zelfs opnieuw een uitbreiding omdat ook de productiekosten sterk zijn afgenomen.

Daarnaast was ook het nucleaire akkoord dat het Westen op 13 juli in Wenen afsloot met Iran een flinke streep door de rekening van wie op hogere olieprijzen had gespeculeerd. De effectieve opheffing van de sancties kan nog wel een tijdje op zich laten wachten, maar toch heeft de markt daarop al geanticipeerd. Iran liet eerder al weten dat het de output vrijwel onmiddellijk met een half miljoen vaten per dag kan optrekken. Binnen zes maanden kunnen daar nog eens 0,5 miljoen vaten bij komen. Die olie komt boven op het huidige overaanbod.

Het Internationaal Energie Agentschap (IEA) rekende voor dat de voorraden in het tweede kwartaal met gemiddeld 3,3 miljoen vaten per dag zijn toegenomen. De leden van het OPEC-kartel produceerden gemiddeld 31,5 miljoen vaten per dag of ruim 2 miljoen vaten boven het huidige consumptieniveau. Saoedi-Arabië oversteeg zelfs de productieniveaus van de jaren tachtig en lijkt dus niet van plan marktaandeel aan Iran af te staan. De forse prijsdaling van WTI weerspiegelt zich ook in het rendement van de voorgestelde hefboomproducten. Bij de meest veilige variant loopt de winst op naar 75%, terwijl het bij de exemplaren met een hogere hefboom zelfs om een verdriedubbeling gaat. Wie tot nog toe geen winst nam op shortposities op ruwe olie, wacht daar best niet te lang meer mee, want op korte termijn is een technisch herstel niet uitgesloten.

Granen

Door de combinatie van hoge voorraden, goede oogstprognoses en de dure USD waren de granenprijzen eind mei teruggevallen naar meerjarige dieptepunten (2009-2010). We wezen toen op de lage correlatie met de prestatie van de aandelenmarkten en enkele structurele factoren zoals de aanhoudende bevolkingsgroei en de stijging van de levensstandaard die een hogere granenconsumptie met zich meebrengen. Landbouwgrondstoffen zijn berucht om de hoge prijsvolatiliteit en de granen zijn daarop geen uitzondering. Dat komt omdat de per definitie onvoorspelbare klimatologische omstandigheden een grote rol spelen. Dat bleek opnieuw toen het Amerikaanse ministerie van Landbouw (USDA) op 1 juli nieuwe schattingen publiceerde over de benutting van de beschikbare landbouwoppervlakte in de Verenigde Staten en de verdeling ervan over de verschillende gewassen.

Deze nieuwe cijfers weken nogal sterk af van de verwachtingen, wat een heuse schokgolf doorheen de markten stuurde. Het voorjaar was erg nat in de meeste gebieden waar granen worden verbouwd. Daardoor liep het zaaien van de gewassen vertraging op die niet meer kon worden goedgemaakt. Vooral mais werd getroffen door de bovengemiddelde neerslaghoeveelheden en lagere temperaturen. Niet alleen de benutte oppervlakte ligt dit jaar lager maar ook de ‘yields’ of opbrengsten zullen de niveaus van vorig jaar niet evenaren. Het gevolg van het rapport was dat de verliezen van de eerste jaarhelft in één klap terug werden goedgemaakt. Wie winst wilde nemen, moest er wel snel bij zijn, want de prijsstijging bleek door de hoge voorraadniveaus niet duurzaam. Mais werd tussen eind mei en begin juli een kwart duurder maar noteert intussen alweer ruim 10% onder de top. Bij tarwe bleef van de initiële winst van 30% maar een derde meer over en soja, waar de initiële stijging veel minder groot was, kon deze wel vasthouden.

We stelden drie trackers voor op mais, tarwe en soja die investeerden in termijncontracten met een verschillende afloopdatum. Het Corn Fund staat 10% hoger en bij het Soybean Fund en het Wheat Fund blijven de winsten beperkt tot respectievelijk 7% en 5%. Merk op dat het rendement in euro (EUR) wel iets hoger ligt omdat de trackers in USD noteren en de Europese eenheidsmunt in waarde daalde tegenover de USD.

Partner Content