Met het zomerreces in zicht is het tijd om op een aantal derivatenscenario’s uit de eerste jaarhelft terug te blikken. Deze week de eerste aflevering.

Japan (04-B, 09-B)

Een land dat sinds begin dit jaar bovengemiddeld in de kijker staat, is Japan. Dit heeft alles te maken met de economische politiek van de vorig jaar aangetreden Japanse premier Shinzo Abe. Deze politiek, ook wel Abenomics genoemd, heeft tot doel om eindelijk komaf te maken met de opeenvolgende recessies en deflatie. Abe gaf de opdracht aan de centrale bankiers om massaal geld te drukken om op die manier de inflatie te stimuleren en, misschien nog belangrijker, de Japanse yen (JPY) goedkoper te maken. Daardoor kon ook de reële economie via een hogere export een serieuze duw in de rug krijgen. Vooraf aangekondigde inflatiemaatregelen en een expliciete roep om muntdepreciatie zijn gesneden koek voor de financiële markten. Toch was het de voorbije maanden niet zo eenvoudig als het lijkt om een mooi rendement te behalen met Japanse aandelen of valuta. De volatiliteit was vrij hoog en zoals steeds was een goede timing cruciaal om het onderste uit de kan te halen. We bekijken een aantal strategieën uit IB-4B en IB-9B.

USD/JPY

De verhouding tussen de Amerikaanse dollar (USD) en de JPY lag begin dit jaar op 86,7. Toen had de USD/JPY er al een stijging met meer dan 10% op zitten sinds oktober vorig jaar. Onder invloed van de aangekondigde steunmaatregelen daalde de Japanse munt tijdens de eerste maanden van het jaar verder en bereikte de USD/JPY op 23 mei een voorlopig hoogtepunt van 103,18 of een klim met 19% sinds het jaarbegin. Bijna een maand later bleef van die winst nog minder dan de helft over. Die correctie kan worden toegeschreven aan 2 factoren. Een eerste komt van de kant van de USD, waar grote onzekerheid bestaat over het terugdraaien van de monetaire stimuli. In de Verenigde Staten koopt de Fed sinds begin dit jaar maandelijks 85 miljard USD aan hypotheekschulden en nieuw overheidspapier op. Het staat vast dat dit zal worden teruggeschroefd, alleen is er nog onduidelijkheid over de timing en de snelheid waarmee dit zal gebeuren. In Japan had de hoge volatiliteit op de aandelen- en obligatiemarkt ook een invloed op de valutamarkten. Intussen is de USD/JPY terug hersteld naar 97,5, wat de winst sinds begin dit jaar weer op 12,5% brengt.

EUR/JPY

Bij de verhouding tussen de EUR en de JPY observeren we een gelijkaardige dynamiek als bij de USD/JPY, alleen bereikte de EUR/JPY eerder een top (op 9 mei al) maar kwam ook de terugval eerder tot stilstand met een dieptepunt op 3 juni. De correctie was relatief gezien ook minder groot. Dit komt omdat in de eurozone voorlopig nog geen sprake is van het terugdraaien van de stimuli. Sinds begin dit jaar noteert de EUR/JPY 8,5% hoger, tegenover nog 15% begin mei.

De Bank of Japan (BoJ) staat onder toenemende druk om verder te stimuleren. We geloven dat ter gelegenheid van de komende monetaire vergadering van de BoJ op 11 juli beslist zal worden om met de stimuli terug een versnelling hoger te schakelen. Dit kan perfect worden verantwoord aan de hand van de inflatiecijfers. In mei bedroeg die inflatie nog -0,4%. Er valt dus nog een hele weg af te leggen voor de beleidsdoelstelling van 2% wordt bereikt. Tot nader order beschouwen we elke noemenswaardige correctie (zoals die van vorige maand) bij zowel de USD/JPY als de EUR/JPY daarom als een aankoopopportuniteit voor een Turbo long op beide muntparen.

Aandelen

De Nikkei klom tussen begin april en einde mei 30% hoger. Na de correctie van de voorbije weken blijft van die winst nog amper iets meer dan 10% over. De Japanse aandelenbeurs werd geruggensteund door de goedkopere JPY en de monetaire en fiscale stimuli. De langetermijnmaatregelen van Abe laten echter op zich wachten. Van structurele hervormingen was tot nog toe niet of nauwelijks sprake, hoewel de verwachtingen vooraf wel erg hooggespannen waren. De volatiliteit op de obligatiemarkten was erg hoog en het herstel van de JPY ging ook gepaard met lagere aandelenkoersen. De iShares MSCI Japan ETF (EWJ) van uitgever BlackRock kan terugblikken op een winst van 12% sinds begin dit jaar. Deze prestatie ligt grotendeels in lijn met die van de Nikkei. Dit hoeft niet te verbazen want de meest populaire tracker om in Japanse aandelen te beleggen, heeft de MSCI Japan-index als onderliggende waarde. De 2 andere trackers die in 09-B werden besproken, deden het beduidend beter. Dit komt omdat deze ook het valutarisico afdekken. De WisdomTree Japan Hedged Equity ETF (DXJ) noteert 20% in de plus. Bij de db X-trackers MSCI Japan Hedged Equity ETF (DBJP) loopt de winst zelfs op naar 25%.

We menen dat de nakende verkiezingen van komende maand (21 juli) de belangrijkste reden zijn waarom Abe zich tot nog toe relatief gedeisd houdt. Het moment is slecht gekozen om met onpopulaire maatregelen uit te pakken en een verkiezingsnederlaag moet ten allen prijze worden vermeden. Indien de zittende LDP van Shinzo Abe een meerderheid verwerft, wordt het voor de premier ook eenvoudiger om zijn nieuwe beleid door te drukken. We gaan ervan uit dat dit in de tweede jaarhelft ook zal gebeuren. In dit scenario zal de appelflauwte op de aandelenmarkt maar een kort leven beschoren zijn. Net als bij de USD/JPY en EUR/JPY menen we dat voor de Japanse aandelen elke correctie een nieuwe koopgelegenheid is, waarbij van de besproken trackers de voorkeur blijft uitgaan naar DXJ en DBJP omwille van het actief valutabeheer.

Partner Content