Volkslening is niet aantrekkelijk

De aankondiging van de Belgische regering dat een volkslening wordt uitgebracht, komt bijzonder ongelegen.

Obligaties zijn opnieuw in trek. Dat valt af te leiden uit de kapitalen die naar gespecialiseerde fondsen stromen. Maar is dat wel zo? Nadat hij twee maanden geleden paniek zaaide, moest Ben Bernanke, de voorzitter van de Amerikaanse centrale bank (Federal Reserve of Fed), zijn voornemens terugschroeven. Hij kan de monetaire politiek pas verstrakken als hij het bewijs krijgt dat de economie duurzaam herstelt. Eind vorige week heeft hij de doelstellingen daarvoor zodanig herzien dat ze nog moeilijker behaald zullen kunnen worden. Met andere woorden: hij heeft de financiële gemeenschap verzekerd dat hij de geldkraan nog ettelijke maanden lang zal openhouden.

Met die zekerheid dat het geld blijft vloeien, keerden de meeste investeerders natuurlijk naar de obligaties terug. Ze blijken wel voorzichtiger geworden en selecteren hun stukken kieskeuriger. Wat maakt dat de renteschalen opwaarts blijven ontwikkelen. Er is dan ook voorlopig geen sprake van een trendommekeer. Integendeel: we krijgen het gevoel dat de meeste beleggers de samenstelling van hun portefeuille aanpassen. Ze kiezen duidelijk voor een meer verantwoorde verhouding tussen prijs en kwaliteit. Ook de looptijden worden aangepast om de invloed van een rentestijging te verminderen.

Dat alles zorgde voor heel wat beweging op de internationale obligatiemarkt. We telden vijf- à tien keer meer neerwaartse gerichte stukken dan omgekeerd, en dat in vrijwel alle munten. Geen teken van een stormloop, wel staan heel wat emittenten klaar om nieuwe stukken uit te geven. En, toegegeven, die nieuwe emissies vinden gemakkelijk kopers. De voorwaarden zijn dan ook aantrekkelijker dan voordien.

Met de aanhoudende schandalen en financiële moeilijkheden waarmee de banken kampen, zullen obligaties, als ze kwalitatief hoogstaand zijn, een gepast alternatief vormen. Ze zijn hoe dan ook te verkiezen boven bancaire producten. De Europese banken, net als alle andere westerse instellingen, moeten drastisch afslanken, willen ze overeind blijven. Volgens de meest recente cijfers van de Europese Centrale Bank (ECB) hebben ze al voor 2400 miljard euro (EUR) aan verlieslatende rommelschulden afgeschreven. Ze zouden nog eens zoveel moeten afschrijven, 2700 miljard volgens een studie van de Royal Bank of Scotland, hetzij driemaal meer dan wat twee maanden geleden werd aangekondigd. Het balanstotaal van de Europese banken bedraagt vandaag zowat 33.000 miljard EUR, of 3,5 maal het bruto binnenland product (bbp) van de eurozone!

De tijd dringt, want het doorrollen van verlieslatende schuldvorderingen loopt stilaan ten einde. Zeker als de rentetarieven opwaarts blijven ontwikkelen. De ECB zal begin volgend jaar meer dan zesduizend banken moeten doorlichten. Ze verricht momenteel opeenvolgende enquêtes om na te gaan wat kan of mag onthuld worden en wat niet, om geen paniek te zaaien. Niet te verwonderen dat Amerikaanse toezichthouders de rekeningen van de Europese banken zelf willen inzien.

In die context kwam de aankondiging van de Belgische regering dat een volkslening zal worden uitgebracht bijzonder ongelegen, zeker wat de structuur betreft. De kans is klein dat dit project succes zal oogsten. De spaargelden worden vandaag door de banken benut om er hun balansen mee op te smukken. Ze zullen weinig geneigd zijn de lening -die er feitelijk geen is- te promoten. Voor de particuliere belegger is de volkslening, zoals die er voorlopig uitziet, allesbehalve interessant. Een korting van 10% op de roerende voorheffing weegt niet op tegen de risico’s en het ongemak dat ze meebrengt.

Al valt de lening, in de vorm van speciale bankrekening of fonds, onder de waarborg van 100.000 EUR, toch blijft de spaarder opgezadeld met een bankrisico, naast dat van België zelf. Het Cypriotische reddingsplan heeft geleerd dat we geen vertrouwen mogen hebben in banken, of ze nu door hun overheid gewaarborgd zijn of niet. In tegenstelling tot het geld op een spaarrekening zal het bedrag op de speciale rekening gedurende vijf jaar of langer vastzitten. In tegenstelling tot een gewone staatslening zal de spaarder zijn stuk niet kunnen verhandelen op de markt en blijft hij afhankelijk van zijn bank. Hij zal ook niet in staat zijn die speciale rekening over te hevelen naar een andere bankinstelling, als hij van bank zou willen veranderen. Kortom, de overheid verwijt de spaarder niets aan te vangen met zijn spaargeld, maar biedt hem een alternatief dat hem nog lammer maakt dan ooit. In afwachting dat de regering haar voornemens bijstuurt, is de volkslening, zoals vandaag voorgesteld, helemaal niet aantrekkelijk.

Op de wisselmarkt kreeg de dollar (USD) het zwaar te verduren. Hij leed niet alleen onder tegengestelde conjunctuurcijfers, hij verzwakte eveneens door de lakse houding van de Fed. Hij verloor 1% tegenover de EUR. De parlementaire overwinning van de regeringspartij van Abe in Japan duwde de yen (JPY) 0,6% omhoog. De obligaties in JPY presteerden beter dan elders, met lichte koerswinsten. Hoogrentende munten stortten in, met uitzondering van de Zuid-Afrikaanse rand (ZAR), die puik standhield. De voornaamste verliezers heetten Mexicaanse peso (MXN), met -2,3%, Russische roebel (RUB) met -2,1%, Braziliaanse real (BRL) met -2%, Turkse lira (TRY) met -1% en Australische dollar (AUD) met -0,7%.

Op obligatievlak overtroffen de dalend gerichte stukken alle andere. Opmerkelijk was de puike vooruitgang van Portugese leningen in EUR, die 4% verstevigden. Al het rommelpapier en andere bedrijfsobligaties die de weken voordien flink geteisterd werden, herstelden afgelopen week, ten nadele van kwalitatief hoogstaande emittenten. Zo verzwakte het Duitse staatspapier gemiddeld met 3%.

De activiteit op de primaire markt blijft hoog, maar er komt weinig uit voor de particuliere belegger. Twee Italiaanse debiteurs doen hun intrede op de markt. Prada (zonder rating), de befaamde modezaak, biedt slechts 1,56% meer dan het marktgemiddelde met zijn vijfjarige lening in EUR. Gamenet (B+), een internetbedrijf gespecialiseerd in spelletjes, is vrijgeviger en biedt 6,11% meer dan het marktgemiddelde. Desondanks wisselt het stuk tegen zijn intekenprijs van eigenaar op de grijze markt. Royal Bank of Canada (AAA) brengt een gedekte obligatie (covered bond) uit, die van de hoogste rating geniet. Al die obligaties richten zich tot kapitaalkrachtige beleggers.

Rabobank (AA-) geeft 50 miljoen TRY uit op twee jaar. Het rendement lijkt aantrekkelijk, maar op de secundaire markt vindt u gemakkelijk beter, zoals die andere Rabobank (alt,1) die meer dan 1% meer rendement biedt en koopwaardig blijft zolang kosten en prijsverschil lager dan 2,24% uitkomen. We zijn echter geen kopers van TRY. EBRD (AAA, supranationaal) in USD richt zich alleen tot hen die USD effectief gebruiken en is geschikt als herbelegging.

Partner Content