Uranium Part. is vertrekkensklaar

Alle voorspellingen wijzen op een structureel deficit op de uraniummarkt, maar eerst moeten de voorraden worden weggewerkt.

De heropstart van de eerste kerncentrale in Japan (Sendai 1) is een belangrijk symbool voor de uraniumsector, en dus voor onze investering in Uranium Participation Corp, een bedrijf met als doel meerwaarde te creëren door op lange termijn te investeren in fysiek uranium. De ellende voor de uraniumindustrie in Japan begon ruim vier jaar geleden, na de nucleaire ramp in Fukushima. Maar essentiëler voor de prijsvorming op lange termijn is dat China, India en Rusland volop centrales blijven bouwen (zie ook ‘Flash’ van vorige week). We onderschatten de impact van Japan niet. Het plan van het Japanse ministerie van Economie, Handel en Industrie houdt in dat 20 à 22% van de elektriciteitsvoorziening in 2030 afkomstig moet zijn van kernenergie. Dat impliceert op termijn een heropstart van alle 44 kerncentrales.

Na het dieptepunt van de spotprijs van 28 USD per pound vorige zomer was er een tussentijds herstel tot 44 USD eind 2014, om sindsdien te fluctueren tussen 35 en 40 USD. Dat is een veel te laag prijsniveau om nieuwe investeringen aan te trekken. Alle voorspellingen wijzen op een structureel deficit op de uraniummarkt, maar eerst moeten de voorraden worden weggewerkt.

Uranium Participation noteert met een serieuze korting op de intrinsieke waarde (NAV) van 18% op basis van een NAV van 6,24 CAD per aandeel eind augustus. De korting op de NAV wijst op een zwak beleggersappetijt voor de sector, maar dat is een element dat typisch omkeert als het sentiment ten goede draait. In de periode 2005 tot 2007, een periode dat de uraniumprijzen fors stegen, noteerde Uranium Participation met een premie tegenover de NAV van 20 tot zelfs 50%. We verwachten dan ook eerder vroeg dan laat een forse ommekeer. We behouden daarom onze positie in Uranium Participation (rating 1B).

Partner Content