Vlamingen verkiezen voor het eerst benzinewagens

Auto’s die rijden op diesel lijken hun beste tijd te hebben gehad. Tot nog toe in 2012 kochten Vlamingen voor het eerst meer benzine- dan dieselwagens. En dat heeft alles te maken met de prijsevolutie van zowel wagens als brandstof.

Van alle wagens die tot en met oktober in Vlaanderen werden verkocht aan particulieren, reden er 50,3 procent op benzine en 49,6 procent op diesel. In 2011 waren dieselwagens nog goed voor 61,6 procent van het totaal. België is dan ook een historisch dieselland, en voor Vlaanderen is dat niet anders. Dat komt omdat diesel een pak goedkoper was dan benzine, wat de duurdere aankoopprijs van een dieselwagen ruimschoots compenseerde. Het verdwijnen van de ecopremie eind vorig jaar heeft de aankoop van (kleinere) dieselwagens echter heel wat minder aantrekkelijk gemaakt. Voorts is het prijsverschil tussen diesel en bezine fors geslonken. En als klap op de vuurpijl heeft in Vlaanderen de nieuwe berekening van de belasting op de inverkeerstelling (BIV) de consument nog meer aangezet om te kiezen voor een dieselwagen. Kortom: de jarenlange stelling dat een dieselauto de goedkoopste keuze is, is stevig aan het wankelen gegaan. Vlaams minister van Leefmilieu Joke Schauvliege is alvast opgetogen over de trendberuk. “Dit is historisch nieuws voor onze luchtkwaliteit”, aldus de minister in een antwoord op een vraag van parlementslid Griet Smaers. “Dat er minder benzinewagens rondrijden, is heel belangrijk voor de luchtkwaliteit in Vlaanderen. Stikstofdioxide en fijn stof zijn in Vlaanderen een groter probleem dan de CO2-uitstoot.” (ANA)